N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Minibiebs Duizenden boekenkastjes vormen een web van gratis boeken door Nederland. De microkosmos van de minibieb is zelfs onderwerp van een promotie.
Lang geleden kwam er in Rijswijk in de Betuwe nog een bibliotheekbus. Eerst twee keer in de week, toen één keer. En toen, vertelt Willeke Berends, helemaal niet meer. Wel had de gemeente Buren, waartoe Rijswijk behoort, een aantal jaar een contract met een commerciële ‘bibliotheekverlener’, wat betekende dat kinderen niet meer gratis boeken konden lenen.
Willeke Berends, leerkracht, zegt: „Het was echt idioterie. Ik dacht: dan begin ik zelf wel een minibibliotheek.” Ze zette een kastje met boeken neer bij de speeltuin midden in het dorp. Daar staan ook de school, de kerk en het dorpshuis.
Zó populair werd de minibieb dat het kastje een kast werd, gekocht op Marktplaats en knalrood geverfd. Hij staat nu om de hoek voor het dorpshuis. Als je de ene deur opent, zitten er kinderboeken in. Achter de ander die voor de volwassenen. Onderin spelletjes, vooral heel veel puzzels. Tom van Bemmel, beheerder van het dorpshuis, komt er iedere dag langs. Hij zegt: „Er wordt vrij veel gebruik van gemaakt. Er liggen steeds weer nieuwe boeken in.”
Dat is wat mensen zich soms afvragen bij het zien van de minibiebs: wisselen de boeken wel eens van eigenaar? De idee is dat je een boek meeneemt, en er één voor terugzet. En dat gebeurt ook echt, is de conclusie van een student en een promovendus. Ze deden er, onafhankelijk van elkaar, onderzoek naar.
Allereerst: hoeveel minibiliotheken er zijn in Nederland weet niemand. Wie rondreist, komt er duizenden tegen. Zelfgetimmerd, in bonte kleuren, onder plastic zeiltjes tegen de regen. Vaak staat er een detective van Dan Brown in of een van de Zeven Zusters. In Wapenveld, ten zuiden van Zwolle, liggen rond Pasen chocolade-eitjes in het kastje, in Leerdam, bij het Bridge Museum, pakjes speelkaarten. Er hangen kastjes bij kerken en scholen, er zijn speciale Kinderzwerfboekkastjes, en mobiele kastjes die van plek veranderen, zoals langs het Pieterpad in Zuidlaren. In het Zuid-Hollandse Voorschoten staan er in de Bloemenwijk wel vier. In Botshol (Utrecht) staat de minibieb op een steigertje aan een doodlopende weg, met daarachter alleen een onverhard pad over een grasdijk. Wie zou daar nu komen lenen?
Little Free Library
Een van de eerste minibiebs was die van Mirjam Goudswaard uit Oud-Beijerland. Zij begon er tien jaar geleden mee, en is de oprichter van minibieb.nl. Op haar website staan zo’n 4.000 particuliere kastjes geregistreerd, en elke week krijgt ze vijf tot tien nieuwe aanmeldingen. Maar de kast in Rijswijk staat er bijvoorbeeld niet op: „Ik denk dat het wel eens het dubbele kan zijn”, zegt ze.
Goudswaard is degene die de naam ‘minibieb’ verzon. „Ik las een krantenartikel over de Little Free Library in de VS, en werd daar zo enthousiast van… Het was de tijd dat veel bibliotheken sloten, dit leek me een mooie manier om laagdrempelig boeken aan te bieden.”
De idee van de Little Free Library komt van Todd Bol in 2009. Als herinnering aan zijn moeder, lerares en net overleden, maakte hij een houten kastje in de vorm van een schoolgebouw, vulde dit met boeken, plakte er een briefje op (‘neem een boek, deel een boek’) en zette het in zijn voortuin. Al snel werd zijn initiatief overgenomen, niet alleen in zijn thuisstaat Wisconsin, maar over de hele wereld.
In een interview met de Amerikaanse publieke zender NPR vertelde hij dat hij graag op zijn veranda zat om te zien „hoe mensen de bibliotheek openen, ze worden er altijd blij van”. Hij beschouwde bibliotheken als de verbindende factor in een gemeenschap, een plek waar iedereen welkom is. Bol overleed in 2018.
Mirjam Goudswaard zegt: „In een buurt voelt niet alleen de eigenaar zich verantwoordelijk, merk ik. Ik hoorde laatst dat bij een minibieb een mooi deurknopje was meegenomen. Nog voor de eigenaar het zelf had vervangen, had iemand uit de buurt al een ander knopje geplaatst.”
Als ze buiten Oud-Beijerland is, kijkt ze altijd of er ergens een minibieb staat. „In de vakantie waren we door de boeken heen, het is fantastisch als je dan boeken kan ruilen.”
Lees ook: De ‘buitenbieb’: leesparadijsjes met puntdak
Deeleconomie
Dat is precies wat Anouk Schippers, docent micro-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, wilde weten: worden de boeken echt geruild of bestaan de minibiebs bij de gratie van enthousiaste eigenaren die van hun boeken af willen maar komt er niets terug?
Zij promoveert binnenkort op aspecten van de deeleconomie, en haar promotor merkte op dat de minibiebs „een soort van ruilhandel” zijn. Schippers: „Bij deeleconomie wordt snel gedacht aan grote platforms als Uber, dan gaat het om betaalde transacties. Hier is de betaling een ander boek.”
Ze zegt: „Het draait op een systeem van vertrouwen en wederkerigheid. Je hóéft er niets voor terug te zetten. Bij eieren of jam uit een kastje langs de kant van de weg zou het stelen zijn als je niet zou betalen.” Schippers onderzocht of er bij de boekenkastjes sprake was van eenrichtingsverkeer.
Een half jaar lang volgde ze 56 minibiebs in Noord-Nederland. De eigenaren hielden wekelijks bij wat er uit hun kastje werd gehaald en wat werd toegevoegd. „Je leest wel eens dat een minibieb wordt geplunderd”, zegt Schippers. Dat bleek zeldzaam: „Het was niet helemaal één-op-één, maar op elke tien boeken kwamen er negen terug. De eigenaar moet dus wel af en toe bijvullen.”
Haar tweede vraag: heeft wat er wordt teruggezet dezelfde waarde? „Je kan natuurlijk een relatief nieuw boek meenemen en er een beduimeld exemplaar voor terugleggen. Dan daalt de minibieb in waarde. Maar ook dat bleek redelijk overeen te komen.”
Sharon Hiep, studente Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen, had een andere vraag: wat voor soort boeken staan er in de minibiebs en hoe snel verandert de samenstelling? Ze fietste vijf weken langs 40 kastjes in Nijmegen en fotografeerde om de zeven dagen de inhoud.
In totaal zag ze 2.269 boeken: een kwart daarvan was kinderboek, 14 procent non-fictie. Dichtbundels stonden er weinig, spannende boeken en (vertaalde) literaire romans veel. Dat komt overeen, concludeert de studente, met de leesvoorkeur van inwoners van Nederland.
Boekenweekgeschenk
„Wat mij het meest verbaasde, was dat het om best recente boeken gaat. Ik dacht dat er veel oudere boeken zouden staan. De derde week van mijn fietstocht was het Boekenweek, en het boekenweekgeschenk van Lize Spit kwam ik al twee keer tegen.” Het boekenweekgeschenk van 2022, van Ilja Leonard Pfeiffer, lag 31 keer in een minibieb, en ook het geschenk uit 1948 – Oeroeg van Hella Haasse – kwam voor.
De omloopsnelheid lag hoog in Nijmegen; 32 procent van de boeken zag Sharon Hiep maar één keer. „Ik heb een duidelijke afspraak met mijn scriptiebegeleider gemaakt dat ik zelf niets mee mocht nemen. In een van de laatste weken zag ik een boek van mijn favoriete auteur, Marieke Lucas Rijneveld. Ik wilde die zó graag. Maar hij was weg toen ik klaar was.”
Ook het Nieuwe Testament in gewone taal kwam veel voor, en verdween weer snel. Dat had een reden, ontdekte Hiep: „Evangelisten stoppen die vaak in de minibiebs. Je kunt de bijbels in bulk kopen voor 50 cent per stuk. Ze lijken snel meegenomen te worden, maar de kans is groter dat de eigenaar van de minibieb deze weghaalt.” Tien van de veertig eigenaren zeiden tegen haar dat ze dat deden.
Sommige eigenaren halen ook boeken weg als die er volgens hen té lang staan. Of om ze zelf te lezen. De meeste eigenaren zijn actief bezig met de kastjes en de inhoud, zag zowel Sharon Hiep als Anouk Schippers. „Het zijn hele betrokken mensen”, zegt Hiep. Schippers: „Voor sommigen lijkt het bijna een kindje, zoveel tijd en liefde stoppen ze erin.”
Mirjam Goudswaard is in Oud-Beijerland een ochtend per week bezig met haar minibieb en de website. Ook organiseert ze sinds enkele jaren de dag van de minibieb, waarop rond een kastje iets wordt georganiseerd. Bijvoorbeeld een voorleesmiddag. „Ik zie namelijk zelden wie er van mijn minibieb gebruikmaakt, zo kom je in contact met de gebruikers.”
In Rijswijk zoekt Willeke Berends iemand die af en toe kan helpen. „De volwassen kant ligt vol. Mán die ouderen lezen! Kinderen zetten de boeken vaak lukraak terug, dan ben je toch bezig alles weer netjes te zetten.”