Het IFFR opent dit jaar met een Nederlandse film, Fabula. Dat komt niet zo vaak voor. De nieuwe film van Michiel ten Horn (Aanmodderfakker) is een heerlijk absurde misdaadsatire, met Fedja van Huêt als uitgerangeerde Limburgse crimineel Jos, met dialogen in vet dialect en folklore-elementen als bokkenrijders om het geheel extra smaak te geven. IFFR-programmeur Koen de Rooij: „Voor de opening wil je een film die een groot publiek aanspreekt. Een verhaal dat liefst een beetje humor bevat, niet te traag of polariserend is én bekende namen bevat.” Tussen de festivalinzendingen zit niet elk jaar een Nederlandse film die al die criteria afvinkt.
Er werden veel Nederlandse en Vlaamse (co)producties geselecteerd voor het festival dit jaar. Liefst proberen ze ieder jaar een gevarieerd aanbod van zo’n vijf lange Nederlandstalige films uit Nederland en ten minste twee uit België te programmeren, legt De Rooij uit. Dat is dit jaar ruimschoots gelukt.
Ook nu zitten er tussen de Nederlandstalige films potentiële publiekslievelingen. Grootste kanshebber lijkt Alpha., de nieuwe film van Jan-Willem van Ewijk (Pacifica.), een vader-zoonthriller waarin de hoofdpersonen worden gespeeld door acteur Reinout Scholten van Aschat en zijn echte vader Gijs, en ook hun namen dragen. Vader en zoon gaan op een totaal andere manier om met het verlies van hun respectievelijke echtgenote en moeder. Dat botst als de flamboyante charmeur Gijs zijn zoon opzoekt in de Alpen, waar hij tegenwoordig werkt als snowboardleraar. Frustratie, rouw en vrieskou blijken een ontvlambare combinatie.
Alpha. is niet de enige Nederlandstalige film op het IFFR over ouder-kindrelaties. In Drie Dagen Vis komt vader (Ton Kas), die in Portugal woont, enkele dagen naar Rotterdam voor een medische controle. Ook hier loopt de communicatie tussen vader en volwassen zoon (Guido Pollemans) stroef en gaat het nader tot elkaar komen moeizaam. Visueel en qua sfeer zijn de films uitersten: thriller Alpha. zit vol gestileerde shots en majestueuze (natuur)beelden. In Peter Hoogendoorns droogkomische film in zwart-wit, die deel uitmaakt van het RTM-programma met films over Rotterdam en door Rotterdammers, sjokken vader en zoon door alledaagse stedelijke plekken.
Ook voor liefhebbers van coming of age is er dit jaar keuze qua stijl in de Nederlandstalige selectie. Zo gaat tijdens het festival de eerste speelfilm van Mercedes Stalenhoef in première. Zij was eerder werkzaam als documentairemaker en won een Gouden Kalf voor docu Mijn grote broer. In Ik zal zien verliest de 17-jarige Lot (Aiko Beemsterboer) haar gezichtsvermogen door een ongeluk. De kijker volgt Lots praktische worstelingen en neemt de wereld soms waar zoals zij dat doet, maar wordt vooral meegenomen in het acceptatieproces van haar beperking. Dat gaat moeizaam en soms gepaard met uitspattingen.
In twee Belgische films, Julie Zwijgt en Soft Leaves, zien we eveneens de transformatie van tienermeisjes door extreme gebeurtenissen, al gebeurt dat ingetogener en subtieler. Voor meer ongeduldige kijkers zal het mogelijk zelfs wat te ingetogen zijn. Julie Zwijgt volgt tennistalent Julie. Als haar coach wordt geschorst na de zelfmoord van een clubgenote, worden alle jonge tennissers uitgenodigd over hem te getuigen. Julie, zijn meest getalenteerde protegé, houdt de lippen op elkaar. In debuut Soft Leaves woont de 11-jarige Yuna alleen met haar vader. Als hij in een coma belandt, komt haar moeder terug uit Japan en moet Yuna zich verhouden tot een ouder en halfzusje van wie ze is vervreemd.
Alle bovengenoemde films zijn vrij traditionele narratieven. Wie op zoek is naar iets experimentelers tussen de Nederlandstalige speelfilms kan dit jaar terecht bij Digna Sinke.
In haar Hemelsleutel horen we Sinke het scenario voorlezen van een film over fotografe Lea die transities in het Amsterdamse havengebied vastlegt. We zien acteurs teksten uit de potentiële speelfilm opdragen, krijgen beelden van industrie en (tijdelijke) natuur en horen via de reflecties van de voice-over over persoonlijke transities en verlies hoe de grens tussen hoofdpersoon en maker vaag blijkt.
Er zitten dit jaar geen Nederlandse films in de hoofdcompetitie van het festival, de Tiger Competition. Wel zit De Idylle, de nieuwe van Aaron Rookus (Goodbye Stranger), in de Big Screen Competition. Ook Soft Leaves is hiervoor geselecteerd. Rookus maakte een tragikomische mozaïekfilm over familieleden die worstelen met en fantaseren over wat ze echt willen in wat er rest van hun (korte) levens. Tussen droom, daad en twijfel blijken bij Rookus niet alleen praktische bezwaren, maar soms ook gezinsleden te staan die erg met zichzelf bezig zijn.
Familieconflicten, ze blijken dit IFFR weer een onuitputtelijke bron van inspiratie.