Ergens dit jaar zat Henri Hooft als coach langs de rand van de achthoekige vechtkooi – zoals bijna elk weekend – en wist de ogen van Donald Trump op zich gericht. De Amerikaanse president is al jaren fan van de vechtsport MMA en zit bij wedstrijden regelmatig op de eerste rij. „Na afloop wilde natuurlijk iedereen met de president op de foto”, vertelt de Nederlandse trainer in zijn sportschool Kill Cliff FC in Deerfield Beach, een kustplaats in zuidelijk Florida. Maar Hooft sloeg de fotokans even over.
Hij had een veel interessantere beroemdheid gesignaleerd in het publiek: zanger Anthony Kiedis van de Red Hot Chili Peppers. „Ik ben een groot fan, dus ik wilde liever hem een handje geven.” De zanger bleek hém ook te kennen. „‘Hey Henri’, zei hij, ‘ik ben ook een groot fan van jou.’”
Henri Hooft (56) is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de succesvolste trainers in de wereldwijd snel opkomende vechtsport mixed martial arts, waarbij de vechters elkaar met een combinatie van karate, kickboksen, worstelen en Braziliaans jiujitsu te lijf gaan. Door hem getrainde kampioenen wonnen drie wereldtitels. Enkele van de hoogst gerangschikte vechters lopen rond in zijn gym in Florida.
De in een volkswijk opgegroeide Hagenees, zelf oud-wereldkampioen kickboksen, staat er zelf ook nog van te kijken. „Het is een beetje een fantasiewereld. Soms geloof ik ook niet wat hier allemaal gebeurt.”
Als voorbeeld wijst hij op een koelkastje in zijn kantoor, met daarop de gifgroene M van een bekend energiedrankje. „Die levert drie ruggen op. Per maand. Gewoon omdat ik hier een koelkast van ze heb staan. Er staat geeneens een drankje van ze in.”
Uurloon
Naast trainer – of leraar, zoals hij zelf graag zegt – is Hooft in de VS ook ondernemer geworden. Toen hij veertien jaar geleden naar het land kwam, was dat aanvankelijk voor een tijdelijk trainingsklusje. Hij moest in die beginjaren de nodige schroom overwinnen om zichzelf op Amerikaanse wijze te leren verkopen.
Zo kwam er een bemiddelde Amerikaan langs in zijn sportschool, die behandeld werd voor kanker en meer moest gaan bewegen. Of Hooft diens personal trainer wilde worden. „Toen ik die man voor het eerst zag, wist ik niet wie het was. Dus toen hij vroeg hoeveel privéles kostte, zei ik: 50 dollar per uur. Maar hij zei: ‘Je bent toch heel goed? Waarom vraag je dan maar 50 dollar? Ik weet niet of ik wel wil trainen bij iemand die zo weinig vraagt.’”
De privéles ging door (voor 100 dollar) en de man bleek een topadvocaat uit de New Yorkse financiële sector te zijn. Nadien maakte hij Hooft wegwijs in de zakenwereld. „Hij zei: ik ga uitrekenen wat jij per uur waard bent. En dat ga ik doen op mijn manier. Je value, hoe mensen naar je kijken, wat je doet bij mensen, hoe je levens verandert, hoe je je gedraagt.”
Die rekensom kwam destijds al uit op tussen de 900 en 1.100 dollar per uur. Hooft: „Bullshit, dacht ik toen. Nu ik zoveel jaar verder ben weet ik dat hij gewoon gelijk had. Door te gaan denken zoals Amerikanen denken. Want als jij iets goedkoops meebrengt, zijn ze niet geïnteresseerd. Dat willen ze niet.”
Dat zijn sportschool financieel gezond is, heeft hij dan wel weer te danken aan een nogal Hollandse manier van zakendoen. De wedstrijdgages en het prijzengeld dat zijn vechters verdienen, storten zij voor een deel op een gezamenlijke rekening. Uit die geldpot worden de trainers, de huur en andere voorzieningen van de sportschool betaald. Ook voorkomt het volgens Hooft conflicten tussen vechters en trainers. „Een paar keer per jaar krijgt iedereen een verdelingscheque. Of een bonuscheque. Of een cheque voor jezelf. Maar we doen dat zo weinig mogelijk.”
Niet zo Amerikaans, vinden zijn lokale zakenpartners, dat oppotten en collectief delen. Maar toen de coronapandemie uitbrak, bleek het verstandig. „Toen waren wij de enigen die overleefden, omdat wij geld op de bank hadden staan.”

Serie De VS & wij
Deze zomer interviewt NRC Nederlanders die een sterke persoonlijke band met de VS hebben. Veranderen hun gevoelens en ideeën over het land, nu dat onder Trump zo verandert?
Lees hier alle afleveringen
Bijbelles
Hooft loopt vanuit zijn kantoortje zo de mat op, waar een twintigtal vechters bezig is met de ochtendtraining. Ze sparren in wisselende duo’s, elkaar minutenlang in worstelgrepen nemend of ingehouden stoten uitdelend. Dit gebeurt goeddeels zwijgend en met zichtbaar onderling respect.
Het zijn mannen met de meest uiteenlopende nationaliteiten. Al wijzend somt Hooft ze op: „Die komt uit Japan, die uit Rusland, Cuba, Nederland, Hongkong, Polen, Nigeria, Amerika, Afghanistan, Oezbekistan. Dat daar is een Dominicaan. Die in dat witte shirt komt uit Peru.” Vanwege al die verschillende achtergronden is er op zondag bijbelles in de gym en is er ook een gebedsruimte voor de moslims.
Natuurlijk is de echte wereld veel complexer dan een sportschool, zegt Hooft. Maar soms vraagt hij zich af: waarom kunnen andere mensen niet zo soepel samenleven als in zijn gym? „Als iedereen iedereen nou eens gewoon zijn eigen gang laat gaan. Laat doen wat hij wil doen. Ik zeg: heb geen mening over iemand anders. En als je die wel hebt: houd hem lekker voor je.”
Toch bestaan er ook over zijn sport steeds meer en steeds uitgesprokener meningen. Doordat Trump zich regelmatig bij MMA-evenementen vertoont, wordt het steeds meer als een ‘Republikeinse sport’ beschouwd, waar Democraten niet gezien willen worden. Hooft: „Daarom ga ik Trump geen hand geven. Niet dat iedereen mij filmt als ik dat doe. Maar uit principe, voor mezelf doe ik dat gewoon niet. Dat wordt dan weer gezien alsof ik bij hem hoor. Ik hoor bij niemand.”
Las Vegas
Desalniettemin maakt MMA onder Trump-II steeds meer deel uit van de hoogste politieke kringen. Als zakenman betekende de huidige president veel voor MMA: in de jaren negentig bood hij de sport als een van de eersten een groot podium in zijn Taj Mahal-casino in Las Vegas. Meerdere staten weerden MMA-wedstrijden toen nog. Onder meer een van Trumps voorgangers als Republikeins presidentskandidaat, de toenmalige senator John McCain, deed het af als ‘menselijke hanengevechten’.
Trump laat zich bij de gala’s toejuichen als een Romeinse keizer bij een gladiatorengevecht
Trump zag de potentie van de sport en inmiddels gaan er miljarden in om aan tv-rechten en sponsordeals. Ook nu Trump weer in het Witte Huis zit, komt hij regelmatig naar de gala’s om zich er te laten toejuichen als een Romeinse keizer bij een gladiatorengevecht. Trumps vriend en royale donateur Dana White is baas van UFC, de belangrijkste organisator van MMA-evenementen. In juni betaalde hij voor Trump nog een deel van diens militaire parade in Washington. Volgend jaar wil Trump een UFC-gala organiseren op het gazon van het Witte Huis, ter viering van het 250-jarige bestaan van de VS.
Ook techmiljardairs laven zich aan de sport. Zo gaat Meta-baas Mark Zuckerberg, die kort na Trumps herverkiezing meer aandacht voor „masculiene energie” bepleitte, nu ook naar UFC-gala’s. Hooft: „Die Facebook-gozer is ook heel erg populair. Die zit altijd vooraan, maar de vechters weten niet wie hij is. Die geven hem geen hand en dan staat-ie er maar een beetje bij.”

MMA-trainer Henri Hooft in zijn gym in Florida
Foto Alon Skuy
‘Moet ik dan na Elon Musk bij jou in de show gaan zitten? Ik ben gewoon Henri uit Den Haag’
Ook Joe Rogan, veruit de invloedrijkste podcaster van het land, komt uit de MMA-wereld. Hij is tevens mede-eigenaar van het sportdrankje dat als hoofdsponsor weer de naamgever is van Hoofts sportschool. Rogan wil volgens Hooft heel graag dat de bekende trainer een keer in zijn show komt. „Maar ik kan al met hem praten. ‘Als ik met je wil praten, dan praat ik met je’”, antwoordt Hooft dan. „‘Moet ik dan na Elon Musk bij jou in de show gaan zitten? Ik ben gewoon Henri uit Den Haag.’” Sowieso werkt Hooft in de VS nooit mee aan podcasts, zegt hij. „Ik doe bijna nooit interviews, alleen met Nederlandse media in de VS. Het gaat goed zoals het gaat. En er zijn al zoveel meningen, joh.”
Zeker sinds Trump tien jaar geleden op het politieke toneel verscheen, is het aantal meningen fors toegenomen. Evenals de polarisatie in het land. „Dat komt misschien wel doordat hij gekozen is. Het is heel erg verdeeld: je moet voor Trump zijn en als je niet voor Trump bent, dan ben je voor die ander.” Hooft kan zelf doorgaans wel lachen om de president. „Je kan hem ook gewoon een eikel vinden en verder denken: wat kan ik er aan veranderen?”
Soms denkt hij wel: je hóéft niet zo te praten. Nu hij zelf met investeerders om de tafel zit die aan topuniversiteiten hebben gestudeerd en miljonair of miljardair zijn, past hij zich ‘als Haagse jongen’ tenslotte ook aan. „Als ik zo’n vergadering heb, ga ik toch ook niet opeens praten zoals ik tegen die jongens hier in de gym praat. Ik pas me gewoon aan. En mensen die gestudeerd hebben, kunnen twee keer nadenken voordat ze iets zeggen. Dat heb ik ook allemaal moeten leren. Het helpt gewoon.”
Gevoel voor show
Hooft en zijn Thaise vrouw zijn recentelijk Amerikaans staatsburger geworden. En hun dochter Ginny heeft een Amerikaanse man, een succesvolle American Football-speler, met wie ze een zoontje heeft gekregen. Toch ziet Hooft zich niet eeuwig in de VS blijven. „Dat Amerikaanse paspoort was vooral om het reizen makkelijker te maken voor mijn vrouw”, legt hij uit. Zijn sportschool in Florida zal hij aanhouden, maar over een paar jaar ziet hij zichzelf eerder in Azië werken en wonen, waar vechtsporten oorspronkelijk groter waren dan in de VS.
Met hun hyperkapitalisme en gevoel voor show hebben Amerikanen MMA tot een mondiale publieksport weten te smeden. Uiteindelijk ziet Hooft de VS meer als onderneming dan als land: „Kijk, Nederland vind ik een land. Thailand vind ik een land. Amerika is meer een bedrijf. En als je een bedrijf binnenkomt, kun je jezelf omhoog werken, directeur worden, ergens de baas van zijn. Zo zie ik Amerika: een land is het niet, maar de opportunities zijn overal.”
Als hij in het buitenland komt, reageren mensen altijd positief wanneer hij vertelt uit Nederland te komen. „Dat is met Amerika toch echt wel anders.” Maar in de kansen die de Verenigde Staten bieden, blijft het land ongeëvenaard. „Ik kwam ook maar voor een tijdelijk klusje naar Florida. Dit was vooraf ook niet mijn droom – en nu zit ik er toch zomaar.”

Henri Hooft in zijn gym met dochter Ginny en kleinzoon Akito.
Foto Alon Skuy
