Vanuit de cel hield hij Ecuador in een ijzeren greep. Wie is de uitgeleverde bendeleider Fito?

Een eervolle man/ Een zeer goed persoon/ Hij is niet zoals ze hem afschilderen/ Een goede vriend vol nederigheid/ Hij is de grote baas, mensen.

Als je luistert naar de songtekst van het Spaanstalige nummer El Corrido del Leon, uit 2023, zou je niet zo snel denken dat het gaat over een van de grootste drugsbazen van Zuid-Amerika. José Adolfo Macías Villamar — alias Fito — wordt gezien als de Ecuadoriaanse Pablo Escobar. Maandag- op zondagnacht is hij uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar hij terechtstaat voor drugs- en wapensmokkel. In de rechtbank in New York zou Macías deze maandag ontkennen schuldig te zijn, kondigde zijn advocaat alvast aan.

In de narcocorrido, zoals het genre van vrolijke verhalende liedjes over drugscriminelen heet, is Fito zelf ook te zien, met zijn grote hoed, dure sieraden en volle, onverzorgde baard. Hij schudt zijn vrienden de hand, poseert voor een grote muurschildering, aait een kip.

De muziekvideo baarde opzien omdat Fito, leider van het drugskartel Los Choneros, sinds 2011 een gevangenisstraf van 34 jaar uitzat vanwege georganiseerde misdaad, drugshandel en moord. President Guillermo Lasso had de noodtoestand uitgeroepen in Ecuador, om alle drugshandel en het inherente geweld een halt toe te roepen. Dat de grootste crimineel van allemaal in zo’n periode zo ogenschijnlijk comfortabel in de gevangenis kon zitten, maakte op pijnlijke wijze duidelijk wie het voor het zeggen had in Ecuador.

Taxichauffeur

Macías werd 45 jaar geleden geboren in Manta, een kuststad in Ecuador, een land ingeklemd tussen de twee grootste cocaïneproducenten ter wereld: Colombia en Peru. Over zijn verleden is weinig bekend, behalve dat hij de kost zou hebben verdiend als taxichauffeur, voordat hij het criminele pad insloeg en zich bij Los Choneros voegt. Die groep groeit uit tot een van de meest gewelddadige criminele organisaties in Ecuador, en hoofdverantwoordelijke voor het bendegeweld dat Ecuador sinds 2020 teistert. Dat jaar werd de toenmalige leider van Los Choneros in een winkelcentrum in Manta op klaarlichte dag doodgeschoten.

In dat machtsvacuüm grijpt Macías zijn kans. Hij transformeert, vanuit de gevangenis, Los Choneros tot een transnationale drugsorganisatie, met banden met het machtige Sinaloa-kartel, de Colombiaanse Clan del Golfo en zelfs de Balkan-maffia. Los Choneros verscheept tonnen cocaïne naar de Verenigde Staten. Inmiddels wordt meer dan 70 procent van alle wereldwijd geproduceerde cocaïne via havens in Ecuador verscheept.

In 2023 is de invloed van de georganiseerde misdaad deel van de verkiezingscampagnes in Ecuador. Als kandidaat Fernando Villavicencio zich fel uitspreekt tegen het geweld, wordt hij bij een campagnebijeenkomst drie keer door zijn hoofd geschoten. Hij overleeft dat niet. Macías wordt gezien als het brein achter de moord.

Ontsnapping uit gevangenis

Een paar maanden later, in januari 2024, blijkt dat Fito op een ochtend plots niet meer in zijn luxe cel zit.

De nieuwe president Daniel Noboa, die ook had beloofd om de georganiseerde misdaad hard aan te pakken, roept de noodtoestand uit en mobiliseert duizenden militairen om hem weer op te pakken. Opnieuw gaat een golf van geweld door Ecuador. Politieagenten worden ontvoerd, en in steden gaan explosieven af. Zwaarbewapende bendeleden bestormen een televisiestation in de stad Guayaquil en onderbreken een tijdje een live-uitzending. In gevangenissen breekt zwaar bendegeweld uit.

Na zeventien roerige maanden wordt Macías in Manta eind juni alsnog gepakt. Hij zit ondergedoken in een geheime bunker onder een huis in het stadscentrum. Met ontbloot bovenlijf wordt hij door zwaarbewapende agenten op de tegelvloer gedrukt en gedwongen om zijn naam te zeggen.