‘Blijf jezelf. Maar wees respectvol naar iedereen, wie het ook is. Dat is de sleutel van het leven.” Op zijn sterfbed sprak Shem Rogers uit Groningen de jongeren met wie hij werkte toe in een video – tot het laatste moment had hij voor iedereen wijze raad. Het maakte niet uit of hij een drugsdealer of de burgemeester voor zich had. Wie een fout had gemaakt, kreeg een nieuwe kans.
Shem Rogers werd in 1957 geboren op Sint Maarten in een groot gezin. Zijn vader vond een goede opleiding belangrijk en wilde daarom dat zijn kinderen in Nederland studeerden. Rogers ging naar Rotterdam, maar was daar niet op zijn plek en verhuisde naar Groningen, waar al familie woonde. Daar ging hij nooit meer weg.
Als kind op Sint Maarten hielp Shem al ouderen op straat, vertelde een van zijn broers tijdens de uitvaart. In Groningen werkte hij als jongerenwerker voor maatschappelijke organisaties. Tot zijn pensionering, vlak voor zijn dood, werkte hij op straat.
Miriam Feddema kende Rogers sinds het begin van zijn carrière. De laatste jaren werkten ze samen bij WIJ Groningen. „Jongeren mochten van hem een weg bewandelen waarvan je denkt: niet handig. Hij veroordeelde het niet. Hij zei altijd: sommige jongeren hebben één kans nodig om de goede weg te vinden, anderen tien of twintig. Ik blijf bij ze.”

Die visie botste soms met die van anderen. Jongeren met wie Rogers werkte kwamen weleens in aanraking met de politie. Feddema: „Het lukte hem niet altijd dan het perspectief van de politie te zien. Hij was soms echt beton. Maar als iemand een wapen had, dan was dat voor hem wel een grens. Of je levert het zelf in of ik doe het, zei hij dan.”
Op straat had alleen al zijn aanwezigheid een regulerende werking, zegt Feddema. „Shem liep zo lang in de stad rond, hij hoefde er alleen maar te zijn. Als hij eraan kwam, zeiden mensen al: ik ruim het zo op.” De jongeren met problemen die hij ondersteunde werden vaak als lastig gezien, maar Rogers kon goed met hen omgaan, zegt Feddema. „Ik vond hem vaak heel belerend. Hij kon ook zo met zijn vinger wijzen als hij iets vertelde. Maar jongeren respecteerden dat juist.”
Soms ging Rogers ver in zijn werk, zegt collega Risendly Reigina. Reigina begon in 2017 als stagiair en kwam in het team van Rogers, die een mentor voor hem werd. Rogers vertelde hem eens hoe hij een drugsdealer had opgezocht die op straat jongens rekruteerde om voor hem te werken. In een coffeeshop vond Rogers de dealer. Rogers pakte een kruk, ging tegenover hem zitten en zei: ik ga het je van man tot man zeggen. Jij laat die jongens met rust. Je gaat ze niet meer gebruiken voor je smerige werk. Als ik erachter kom, dan schiet ik een kogel door je kop. Heb je dat begrepen? De dealer zei: eigenlijk zou ik je hiervoor ter plekke moeten doodschieten. Maar omdat jij het bent, accepteer ik het. Een onorthodoxe manier van werken, zegt Reigina. „Maar het werkte.”
Elke avond bellen
Als hij thuis was en hij gebeld werd met een noodgeval, vertrok hij meteen. Maar Rogers was er ook voor zijn vijf kinderen, Chris, Sharon, Aron, Shewina en Dantell, die hij met drie vrouwen had. In het voetbalteam van zoon Aron Rogers (38) was hij verzorger. Elke avond belde hij zijn dochter Shewina Rogers (20). „Hij wilde altijd weten hoe het mijn studie ging, hoe het op stage was, of ik wel genoeg rust nam.” Zorgzaam was hij ook voor vrienden en collega’s. Wie ziek was, kreeg een zelfgemaakt drankje van ui, knoflook, gember en kurkuma. „ Als ik verkouden was, zei hij meteen: heb je het drankje wel gedronken?”, zegt collega Mirijam Pelupessy.
‘Half Groningen’ kwam langs toen hij ziek was. Dat vonden zijn kinderen lastig
Rogers kende iedereen en iedereen kende hem. Als zoon Aron vroeger in het weekend met zijn vader naar de Herestraat – een winkelstraat in Groningen – ging om kleren te kopen, duurde het zo vier uur om door de straat te komen. Rogers kwam steeds bekenden tegen en maakte met iedereen een praatje.
Doordat hij zoveel mensen kende, konden zijn kinderen niets voor hem verbergen. „Dan kwam je weer iemand tegen die hem ook kende en dan wist hij precies waar je zat en wat je had gedaan”, zegt Shewina. Zijn kinderen konden daarom maar beter eerlijk tegen hem zijn. „Een ding vond hij vreselijk, en dat was liegen”, zegt Aron.
Voor Rogers was het geloof belangrijk. Toen Shewina jonger was, moest ze in het weekend, als ze bij haar vader bleef slapen, op zondag op televisie naar de kerkdienst kijken. „Dan werden de telefoons en tablets weggelegd. Hij las dan ook voor uit de Bijbel.”
Toen Rogers ziek werd, accepteerde hij dat als zijn lot. „Dat hij kanker had en daaraan dood zou gaan, heeft hij gezien als zijn pad. Dat is zoals het gaat, daar ging hij niet over”, zegt Miriam Feddema.
Vaders met zonen
Rogers is zeven weken ziek geweest. Vlak voor hij in juli met pensioen zou gaan, bleek dat hij kanker had. Eind augustus is hij overleden. Hij werd 67 jaar. In de weken dat hij ziek was en thuis op bed lag, is „half Groningen op bezoek geweest”, zegt zijn zoon. Collega’s, jongeren met wie hij werkte, de burgemeester, mensen die hij heeft geholpen. Rogers vond dat fijn. De erkenning die hij voor zijn werk kreeg, deed hem goed.
Voor zijn kinderen was al het bezoek lastiger. „Ik weet dat hij veel impact heeft gehad op het leven van veel mensen, maar aan het einde van de rit was het wel mijn vader die op sterven lag. Hij had niet zoveel tijd meer. Iedereen aan de kant, dacht ik op een gegeven moment”, zegt Shewina. Aron: „Ik heb het er moeilijk mee gehad dat mijn vader zijn energie moest verdelen tussen iedereen die nog afscheid wilde nemen.”
De uitvaart werd door honderden mensen bezocht. „Op de begrafenis zag je de generaties. Vaders met zonen, die Shem allemaal kenden van zijn werk. Hij heeft zo lang op straat gewerkt”, zegt collega Pelupessy.
In de laatste video waarin Rogers de jongeren toespreekt, zegt hij zelf ook dat hij een bijzondere positie had. „Ik was een van de enigen die ze verrot kon schelden en toch goede gesprekken met ze kon voeren.”
