Van spirituele jazzodyssee naar emotionele knock-out: zes momenten die North Sea Jazz kleurden

Ze kan haar ogen niet geloven. De Britse zangeres Raye komt met de handen voor haar mond het podium van de grootste zaal Nile op, tijdens de eerste avond van North Sea Jazz. Ja, dat zijn veel mensen, ze lijkt een beetje beduusd. De carrière van Raye is al even een raket, die zal wel wat gewend zijn? Maar het is die aandoenlijke, onbevangen houding die de hele show bij haar blijft en die ongetwijfeld invloed heeft op het resultaat: een absolute knock-out. Raye wordt geen ster, ze is er één.

Er was dit jaar wel ruimte voor zo’n uitblinker op North Sea Jazz. Want een echt daverende publiekstrekker met A-status , iemand die generaties overstijgt voorbij de grenzen van pop, soul en jazz, miste. Behalve Sting (het afgelopen half jaar al twee keer in Nederland) op zondagavond kon je van die buitencategorie sterren eigenlijk niet spreken. Zaterdagafsluiter Joss Stone: vorig jaar nog drie keer in ons land. En André 3000, in een vorig leven rapper van Outkast, was een geweldige boeking als hij niet met zijn raadselachtige fluitmuziek was gekomen. Vooral op de zaterdag miste je een vette vis in het blokkenschema.

Maar als op North Sea Jazz het oppervlaktewater een beetje troebel is, kun je gelukkig altijd dieper onderduiken voor parels. Veel sterke jazznamen kwamen op zondag. Er was een grootse compositieopdracht van compositietalent Tijn Wybenga, Arooj Aftab die haar diepdonkere nachtmuziek presenteerde, en schaduwspits trompettist Ambrose Akinmusire dook vaker op bij de podia dan wie ook. Zes momenten die North Sea Jazz 2024 tekenden:

Vibrafonist Joel Ross en snarenfluisteraars Dave Holland en John Scofield.

Foto’s Andreas Terlaak

Jazzveteranen tegenover elkaar

Mooi altijd hoe gretig het publiek (per dag 30.000 mensen) lange solo’s en improvisatie omarmt en zwerft langs ook de kleinere zalen. Om te zien hoe vibrafoons op stoom kwamen van jonge blikvangers als Joel Ross en Sasha Berliner. Hoe nieuwe namen als de kosmische multi-instrumentalist Isaiah Collier doorbraken. En hoe de Nederjazz een veerkrachtige toekomst toonde.

Grote jazzlegendes mogen uitdunnen, maar vanaf de eerste noten van gitarist John Scofield ben je thuis. In duo met bassist Dave Holland (de twee jazzveteranen stonden tegenover elkaar op het podium) was het intuïtief communiceren. Een genot, die blikken bij de superdelicate bassolo’s en dan Sco’s gedreven en speelse speldenprikjes. Kalmte in het kleine, maar ware jazzelegantie.

En dan de artist in residence: de bassiste en zangeres Meshell Ndegeocello. Op papier was de Amerikaanse artiest de prikkelende droomkandidaat die het publiek zou meevoeren op een klankreis langs statements, soul, funk, jazz en poëzie. Na twee shows die eigenlijk veel overlapten viel dat tegen, mede doordat ze duidelijk niet fit was (en dat liet weten). De wil was er. Maar de uitwerking was vooral rommelig.

Artist in redisence Meshell Ndegeochello.
Foto Andreas Terlaak

Spanningsboog en fluitconcert

Even wennen: de New Orleanse jazzvernieuwer Chief Xian aTunde Adjuah – voorheen Christian Scott – verruilde niet alleen zijn aardse naam voor iets spirituelers, ook zijn trompet bleef grotendeels roerloos op het podium staan. Adjuah speelde op zijn zelfontwikkelde harp, ‘Chief Adjuah’s Bow’, die lijkt op een Afrikaanse kora maar toch weer anders klinkt. Een beetje tussen gitaar en harp in, helder en metalig in repeterende, licht verschuivende patronen. Met z’n intense stem, die hypnotiserende boog en de daverende percussie van Weedie Braimah kwam de muziek die op zijn album wat moeizaam wegluistert, live wel aan.

Minder raakte de fluitmuziek van André 3000. Ten minste, wat betreft de helft van de zaal. Sinds de vroegere rapper van Outkast zijn sappige, vrolijke raps verruilde voor een spirituele odyssee via een arsenaal aan fluiten, verdeelt hij zijn volgers. De vele fluitjes, bubbeltjes, ritsels en geluiden van kabbelende beekjes in het halfdonker en een enkele laserstraal verraste duidelijk veel bezoekers: blijft dit zo? Terwijl een ander deel van het publiek de ogen gesloten had en de esoterische klanken duidelijk intrigeerden.

Chief Adjua en dirigent Tijn Wybenga.

Foto’s Andreas Terlaak

De muts van Tijn Wybenga

Wat zal er allemaal rondgaan onder dat roze mutsje van Tijn Wybenga? De componist die zijn naam aan het vestigen is als dé toekomstjazzdirigent van het moment, was een heerlijke verschijning op de bok voor het Metropole Orkest vrijdagmiddag, met zijn korte broek en korte mouwen, dikke koptelefoon over die muts heen. Je zou hem je ook op een skatepark kunnen voorstellen, maar hier stond hij naast de Amerikaanse sterzangeres Lizz Wright in prachtige, hemelsblauwe gospeljurk.

Het machtige Metropole dirigeren: Wybenga bleek er rijp voor en gaf met Wright (en haar waanzinnige stem) en trompettist Ambrose Akinmusire succesvol glans aan de jaarlijkse vrije compositieopdracht, schakelend tussen jazz, klassiek en elementen uit dance en hiphop. Eigenwijs en uitdagend.

Olivia Dean komt er wel

De Britse zangeres Olivia Dean stond klaar toen Laufey uitviel, en hoe. Ze kon het gat in de grote Maas-zaal moeiteloos opvullen, die moest zelfs na een paar nummers worden afgesloten omdat het te druk werd. Met heel veel uitstraling maakte Dean duidelijk dat ze hard op weg is uit te groeien naar sterrenstatus. „Mensen denken vaak dat er een diepere betekenis achter het volgende liedje schuilgaat”, zei ze bij ‘I Could be a Florist’. „Heb ik niet. Ik zou gewoon best graag bloemist willen zijn.” Aanstekelijke lach, prachtig liedje, die komt er wel.

Amaro Freitas en Olivia Dean.

Foto Andreas Terlaak

Geluid van de Amazone

De Yenisei is het kleinste zaaltje van North Sea Jazz, en als daar iemand staat die iedereen wil zien wordt het er bloedheet. Onder het lage plafond, waar precies een contrabas onder past, zijn rollende zweetdruppeltjes en wapperende waaiers een kwaliteitsstempel. En dat paste perfect bij de Braziliaanse pianist Amaro Freitas, die na een periode in de Amazone zijn muziek liet leiden door het ritme van het woud. Ook zijn grillige spel druppelde vrijdag door het zaaltje, soms aanzwellend tot een dreigende rivier, dan weer neerdalend als waterval.

Landgenoot Marisa Monte viel wat tegen. Het mocht 24 jaar geleden zijn dat de zangeres uit Rio de Janeiro in Nederland speelde, maar de zangeres lepelde vooral uit de wat meer belegen kant van haar repertoire.

De hand en de stem van de stralende Raye.

Foto’s Andreas Terlaak

Dramaqueen Raye

Dan kan ze nog zo vaak in Nederland hebben gespeeld (dit was haar negende show in anderhalf jaar), de Britse zangeres Raye kwam naar North Sea Jazz als dé ster van de eerste dag, en eigenlijk van het hele festival. Ze kwam bijna een kwartier te laat, gaf meteen een paar intense kippenvel-uithalen en begon nonchalant te kleppen. „Ik ben wel een ontzettende dramaqueen hoor, ik hoop niet dat jullie je storen aan een beetje dramatisch einde van een nummer.” Nou, nee. Wat kán ze toch waanzinnig krullen met die stem, hoog, diep, weer terug omhoog.

Praatte ze te veel? Nee – die artiesten waren er ook, looking at you, Anouk. Raye heeft de charme en aandoenlijke puurheid om praatjes en plaatjes helemaal in balans te houden. En ondertussen zong ze de meest dieptragische teksten, haar leven was niet makkelijk. De drugs in ‘Mary Jane’, misbruik in ‘Ice Cream Man’, drogering in ‘Black Mascara’, zelfdestructieve neigingen in het nieuwe ‘Genesis’

Zo nam ze ons mee in een veelzijdige, energieke en emotionele rollercoaster. Zij strooide als een van de weinigen die vleug sterrenstof waar je zo op hoopt tijdens de opwindende muziekdriedaagse in Ahoy.

Een deel van de 90.000 bezoekers die dit weekend hun weg zochten in op het uitverkochte festival en trompettist Milena Casado.

Foto’:’s Andreas Terlaak