Van rockritmes naar barok-baslijnen in ‘Bluebeard’ van Holland Opera

Sinds de geesteswetenschap de mythen kaapte, zijn figuren uit volksverhalen de archetypen van trauma’s en complexen. Het mag dan ook geen wonder heten dat er in het programmaboek over de Holland Opera-voorstelling Bluebeard druk op los wordt gepsychologiseerd. De seriemoordenaar van zeven echtgenotes uit het 17de-eeuwse sprookje Blauwbaard spreekt tot de verbeelding.

Als de duistere rijkaard meteen na een achtste huwelijk overhaast op zakenreis gaat, vertrouwt hij zijn nieuwe bruid Judith de sleutels van zijn kasteel toe. Een ervan opent een kamer die hij voor haar tot verboden gebied verklaart. Daar ligt zijn moorddadige geheim. Het programmaboek koppelt de legende onder meer aan het recht op privacy, de Bijbelse zondeval en de angst voor seksualiteit. De uitleg laat weinig meer aan de fantasie van de bezoeker over, het is beter om die pas na afloop te lezen.

Het griezelverhaal inspireerde bekende componisten als Dukas, Offenbach en Bartók tot muzikaal drama. Veertien jaar geleden vroeg Holland Opera componist Chiel Meijering en schrijver Imme Dros om een Nederlandse versie. Het gezelschap oogstte er succes mee in het eigen Amersfoortse theater en drie jaar later als openluchtvoorstelling op het Fort Rijnauwen bij Bunnik.

Aangevuld met wat verrassend toepasselijke pop-intermezzo’s speelt Holland Opera de komende twee weken een Engelstalige variant, Bluebeard, op een andere iconische plek: de Utrechtse Werkspoorkathedraal, een grote fabriekshal aan de rand van de stadl. Tenor en artistiek leider Niek Idelenburg zingt opnieuw de gekwelde Bluebeard, met nu als zijn tegenspeler Judith de Canadese sopraan Elisabeth Hetherington, de kersverse winnaar van de Nederlandse Muziekprijs. Regisseur Joke Hoolboom bedacht een moderne enscenering, waarin de hoofdpersonen onderdeel zijn van een Urban Dance-gezelschap.

Mezzo Roza Herwig is Judiths bezorgde zus Anna en de baritons Arnout Lems en Joris van Baar zijn de Blues Brothers-achtige handlangers van Bluebeard, die vooral belangstelling tonen voor coke, champagne en kaviaar. Ze doen enigszins denken aan een andere knecht tegen wil en dank, die met geld altijd te paaien is: Leporello, de rechterhand van Mozarts vrouwenjager Don Giovanni. Evenals in die opera verlichten de sidekicks het duistere plot met de nodige humor, hoewel de omgang met Bluebeard hun ziel zwart geblakerd heeft.

Sopraan Elisabeth Hetherington als Judith en tenor Niek Idelenburg als Bluebeard in de voorstelling ‘Bluebeard’.
Foto Ben van Duin

Chiel Meijering maakte van zijn partituur een reis door de muziekgeschiedenis, met net zulke vreemdsoortige verbintenissen als die tussen Bluebeard en Judith: een melancholieke paart met een gierende elektrische gitaar, en tegenover de ziel balsemende hobo – zijn klank roept herinneringen op aan Bach-cantates – staan beukende drums. De muziek meandert van rockritmes naar barok-baslijnen, zonder dat opera in stukken en brokken uiteenvalt.

Ieder op een eigen eiland

De personenregie is wel van een zekere afstandelijkheid. Er is nauwelijks tot geen lichaamscontact tussen de hoofdfiguren, ze lijken allemaal op een eigen fysiek eiland te zitten. De schaarse aanrakingen zijn bijna altijd geladen met geweld. Dit maakt de opbloeiende hartstocht – dan wel ongezonde fascinatie – van beide ‘geliefden’ lastig invoelbaar: de emoties drijven op woorden. Ook omdat Bluebeard gelooft dat praten vooral dient om verlangens te verbergen, niet om ze te openbaren. Anderzijds vatte Imme Dros het verhaal in mooie, dikwijls dichterlijke regels die uitnodigen tot geestelijk herkauwen.

Met haar knalrode punkkapsel maakt Hetherington de meeste indruk als een Judith die zich met doodsverachting in een onoverzichtelijk avontuur stort en een stem die de vezels in je lichaam laat meetrillen. Haar slotaria ‘Death is so black’ doet denken aan de beroemde sterfscene uit Purcells Dido and Aeneas. Het zou zonde zijn wanneer vernieuwende voorstellingen als deze Bluebeard – die duidelijk een jong publiek voor opera kunnen winnen – straks ontbreken, omdat de landelijk cultuurfondsen Holland Opera wel waarderen, maar vanaf volgend jaar niet meer subsidiëren.