Aan bravoure geen gebrek bij Maaike Dirkje Hop. Ze knalt er meteen in bij de uitvoering van Erkenning, de musical: ze wil graag in grotere zalen staan. Maar speciaal voor ons, op het Delft Fringe Festival, staat ze in Stadsboerderij Rietveld, een smalle, langwerpige ruimte waar krap vijftig man in kan. Ze introduceert zichzelf als de coach van de coach for coaches, waarmee de toon is gezet: ze kan meer dan nu blijkt.
Passages uit haar dagboek moeten bewijzen hoe ver ze als kind al haar tijd vooruit was. Begeleid door broer Sander op gitaar zingt ze hoe bescheiden ze was in haar leiden („met e-i”), en hoe moreel verheven – „ik was zeven”. Leed en pijn vindt ze ook in de gedachte dat ze als kind een influencer avant la lettre was, maar als enig platform de schoolkrant had.
Waarna nog meer onnavolgbaar bochtige verhalen volgen, zoals over het uitdelen van mandarijnen in de klas, bekleed met anti-oorlogsteksten, en bedacht als protest tegen de suikerlobby. Even flamboyant gespeeld zijn de analyses van een kinderliedje en een spreekbeurt over Dostojevski als tienjarige.
Tussendoor vertelt ze hoe ze dit jaar strandde op het Amsterdams Kleinkunst Festival om vervolgens vilein het commentaar van de jury te fileren. Het is allemaal heel geestig, met een geveinsde arrogantie die het debuut van Micha Wertheim in herinnering roept en de podiumenergie van een Nina de la Parra. Goed om haar te zien op Fringe voor de grote podia haar vinden.
Makers van de toekomst
Het Delft Fringe Festival afficheert zich dan ook als een podium voor de makers van de toekomst. Deze Fringe is het kleine zusje van het Amsterdam Fringe Festival en is sinds de oprichting in 2011 in alle opzichten gegroeid. De circa dertig speellocaties voor de tientallen verschillende podiumkunstenaars zijn prettig ‘fringe’ en demonstreren dat het festival goed in de stad is geworteld. Behalve op een stadsboerderij kom ik in twee galeries en een filiaal van koffieketen Anne & Max voor optredens.
Daarbij blijkt dat Maaike Dirkje Hop verder is in haar ontwikkeling dan de andere drie acts die ik tref. Die leveren sympathieke voorstellingen, maar het is ruw talent dat nog meters moet maken.
In Is er iemand thuis etaleert Sebastiaan de Bie, vorig jaar winnaar van het Groninger Studenten Cabaret Festival, een enorme dosis aanleg voor zowel schaamteloos als kwetsbaar zijn. In verhalen over seksuele escapades en een dwingende vader schetst hij treffend het ongemak dat hij voelt én oproept. Met als mooi tussenstation zijn droom over een Bureau voor Eenzaamheid, waar hij graag geholpen zou willen worden. Maar de ontknopingen waar hij naartoe werkt zijn nog te vlak om humoristisch te worden, en tempo en timing verdienen meer aandacht.
Ook collectief Dystopia mikt met Tijd zat op de lach. Het duo, bestaande uit theatermakers Fleur Mennega en Mathijs Demper, won er vorig jaar de Publiekprijs op de Delft Fringe mee. In hun nieuwe programma spelen ze karikaturale sketches over efficiënt werken en leven. Vooral het lijntje over het winnen van tijd via een schimmig bedrijf dat belooft je levensduur voor eeuwig te verlengen, heeft veel potentie. Maar zowel in tekst als in acteren moet het nog net een randje gekker en snediger om de absurditeit van de typetjes goed te raken.





Fijnbesnaard
In De Stilte Die We Delen slaat Nicchelle Buyne (zij/die) een meer introspectieve toon aan. Ze vertelt over het gemis als kind van een warme, toegewijde oma. Die oma stond bekend als „de koningin van het verdwijnen” en leidde haar eigen leven, zonder oog voor haar kleinkind. In een mix van verwijt, herkenning, begrip en verlangen vertelt Buyne hoe ze een beeld probeert te krijgen van haar inmiddels overleden oma.
Ze kleedt zich naar een levensgrote foto van de oma die het decor vormt en heeft op band commentaren van mensen die haar kenden, en die haar onder meer beschrijven als „fijnbesnaard”. Het is een levendige zoektocht naar familie, die met meer focus in de emoties en het spel aan overtuiging zou winnen.
Wat al deze makers vooruit helpt, is meer kunnen optreden voor publiek. Dat maakt eens te meer duidelijk hoe onmisbaar plekken als de Delft Fringe zijn. Het geeft makers tijd en gelegenheid om hun talenten te polijsten.
