Van dirigent Roger Norrington mocht je klappen tussen delen door. Sterker nog: hij moedigde dat aan

De Britse dirigent Roger Norrington is vrijdag op 91-jarige leeftijd overleden. Norrington was een vroege pionier van de historische uitvoeringspraktijk, die zich vooral met zijn Beethoven-uitvoeringen internationaal in de kijker speelde. Hij hield zich opvallend strak aan de tempi die Beethoven voorschreef; tempi die veel andere dirigenten te snel of te langzaam vonden (en vinden).

The Orchestra of the Age of Enlightenment, dat hij vanaf de jaren tachtig vaak dirigeerde, zegt op zijn website dat Norrington compleet veranderde wat ze dachten te weten over de muziek van Beethoven. Na een Beethoven-concert in Rotterdam in 2004, schreef een NRC-recensent: „Hij danste, stampte en sprong als Leonard Bernstein en keek vaak achterom de zaal in, of wij wel hoorden hoe anders en hoe bijzonder het was.”

Dat omkijken naar het publiek deed hij vaker, ook om applaus aan te moedigen tussen delen van een symfonie door. Dat was normaal in de 18de eeuw, maar in de 20ste nogal een statement. Dirigeren „gaat niet om het wijden van een heilig object. Het gaat om verkenning, nieuwsgierig zijn en plezier maken”, zei Norrington in een interview met The Telegraph in 2021.

Geen vibrato

Norrington werd geboren in Oxford en ging Engelse literatuur studeren, ondanks zijn vioollessen en koorervaring als jongenssopraan. In de vroege jaren zestig werkte hij nog als amateurtenor en richtte een eigen amateurkoor op, het Schütz Choir, vernoemd naar de toen nog nauwelijks herontdekte Duitse componist Heinrich Schütz waarvan Norrington dolgraag muziek wilde uitvoeren. Pas toen besloot hij zijn leven professioneel aan muziek te wijden en compositie en directie te gaan studeren.

Norrington paste zijn historische uitvoeringspraktijk niet alleen toe op barok- en klassieke componisten, maar ook op romantische

Na chef te zijn geworden van de net opgerichte Kent Opera (de eerste regionale opera van Engeland), richtte hij in 1978 ook zelf een orkest op, de London Classical Players, om samen met het inmiddels geprofessionaliseerde Schütz Choir verder te experimenteren. Zijn uitvoeringen vielen op door het spaarzame gebruik van vibrato (volgens Norrington „een moderne drug”), dat volgens hem in de 18de en vroeg 19de eeuw geen standaard speelwijze was geweest, maar een versiering. Hij leidde de LCP tot 1997, het jaar waarin hij werd geridderd en zichzelf Sir mocht noemen.

Norrington paste zijn onderzoek naar de historische uitvoeringspraktijk niet alleen toe op muziek van barok- en klassieke componisten, maar later ook romantische, zoals Berlioz, Mahler en zelfs Stravinsky. Hij voerde zijn ideeën zowel met oude-muziek als moderne orkesten uit; onder andere als chef van het Stuttgart Radio Symfonieorkest, Camerata Salzburg en het Zürich Kamerorkest.

In Nederland trad hij soms op als gastdirigent, zoals in 1977 bij het Nederlands Kamerorkest. Hij „maakte al gauw duidelijk een echte Mozart-dirigent te zijn”, schreef de NRC-recensent toen. „Zelfs een ogenschijnlijk niemendalletje als Mozarts Symfonie in Bes bracht hij op een spirituele lichtvoetige manier. Dankzij de transparante samenklank, de welluidende voordracht van de melodieën en de beheerste luchtigheid waarmee door Norrington de dynamische accenten werden aangebracht, kreeg zo’n symfonietje meteen muzikale substantie. (…) Dank zij zijn alerte aandacht voor elk muzikaal detail kwamen de speelse spanningen en de innige tederheid van deze muziek volledig tot hun recht.”