Van crisissituatie naar totale dominantie: hoe Peter Bosz PSV naar de titel leidde

Een enkele PSV-supporter slaat nog een kruisje, deze vroege zondagmiddag in Eindhoven. Stad en stadion kleuren rood, pleinen zijn volgestroomd, de meest optimistische fans dragen al kampioensshirts. Het moet vandaag gebeuren, de eerste landstitel voor PSV sinds 2018. Een gelijkspel, thuis tegen Sparta, is genoeg. Het zelfvertrouwen is enorm, een volksfeest wacht.

Bijna onopgemerkt zoekt coach Peter Bosz zijn rode stoel op. Ogenschijnlijk rustig, met zijn onafscheidelijke schriftje, waar hij laatst nog in terugbladerde voor de opstellingen begin dit seizoen. Op zijn 60ste is hij op weg naar zijn eerste landstitel op het hoogste niveau. Met overmacht. Daar waar hij, tijdens zijn carrière, vaak vragen moest beantwoorden over het ontbreken van prijzen op zijn cv.

Hij gaat „proberen” te genieten van dit kampioensduel, zegt Bosz kort voor de aftrap. Maar dat is nog niet zo eenvoudig, door het nerveuze spel van PSV. Sparta is feller, combineert makkelijk en komt op 1-0 door een mooi schot van Methinho. Doelman Walter Benítez rommelt kort erop bij een simpele terugspeelbal, geeft een hoekschop weg. Als hij die uit de lucht wil plukken, klungelt hij opnieuw en raakt de bal kwijt. De onrust slaat over op de tribunes: wat is PSV aan het doen?

Het komt goed, voor PSV, hoewel de nervositeit lang over de ploeg blijft hangen. Uiteindelijk wint het elftal van Bosz met 4-2. „Sta op voor de kampioen”, klinkt het massaal, nadat Jordan Teze het laatste doelpunt heeft gemaakt. Het is een kampioen met uitmuntende cijfers: 28 overwinningen in de Eredivisie, 107 doelpunten gemaakt en slechts 19 tegengoals geïncasseerd. Een kampioen van het vermaak en de suprematie.

Hoe is het PSV gelukt? Hoe anticipeerde de directie op het onverwachte vertrek van coach Ruud van Nistelrooij, nog geen jaar geleden? Wat was de invloed van de president-commissaris, miljardair Robert van der Wallen? Hoe bouwde Bosz van deze ploeg een vrijwel onverslaanbare machine? Van crisissituatie naar totale dominantie: reconstructie van een buitengewoon kampioenschap.

PSV-coach Peter Bosz wordt op de schouders genomen na de 8-0 zege bij sc Heerenveen, april 2024.
Foto Olaf Kraak / ANP

De omwenteling

Een schaal met verschillende soorten gebakjes staat klaar, zaterdagochtend 27 mei 2023. Als er iets is dat Peter Bosz heeft geleerd in zijn bijna 25 jaar als trainer, is het wel dat hij een goede band moet opbouwen met de mensen boven hem. Misschien is het daarom dat hij zorgt voor die „keurige ontvangst” bij hem thuis in Apeldoorn, zoals een aanwezige het later zal noemen.

Bosz kent zijn bezoek – een beetje. Ooit deelden ze de kleedkamer, in een vorig leven als profvoetballer. Bij RKC Waalwijk met Marcel Brands, nu algemeen directeur van PSV. En bij NAC Breda met Earnest Stewart, net begonnen als technisch directeur van PSV.

Brands heeft hem twee dagen eerder gebeld. Bosz zit zonder club na zes jaar in het buitenland. PSV zoekt juist een nieuwe trainer, na het abrupte vertrek van Ruud van Nistelrooij, die woensdag. Of hij geïnteresseerd is in een gesprek, vraagt Brands aan Bosz. De PSV-top voelt de druk. Ajax is ook aan het rondkijken. Als die hem bellen, gaat Bosz met ze praten, zei hij een maand eerder nog bij Studio Voetbal.

Brands en Stewart rijden de woning in Apeldoorn eerst nog voorbij, eenmaal binnen klikt het snel. Urenlang praten ze. Bosz vertelt over zijn wisselende ervaringen als trainer in Duitsland en Frankrijk, Brands over zijn avonturen als directeur bij Everton in de Engelse Premier League, Stewart over zijn tijd als directeur bij de Amerikaanse bond.

Ze gaan een andere weg inslaan bij PSV, maakt Stewart duidelijk. De hele club, van jeugd tot eerste elftal, moet hetzelfde soort voetbal spelen. Waar een sterke, eenduidige identiteit bij PSV lang ontbrak, is die nu helder: aantrekkelijk, aanvallend en dominant met een hoge intensiteit en constante druk op de tegenstander.

PSV-coach Peter Bosz coacht in een thuiswedstrijd tegen PEC Zwolle, november 2023.
Foto Maurice van Steen / ANP

Met Van Nistelrooij wilden ze dat ook, maar die was nog „onderweg” die speelwijze door te voeren, zegt Stewart in een terugblik. Bosz is al lang gearriveerd, als voorvechter van offensief voetbal. Bij zijn eerste job als trainer, bij de amateurs van AGOVV rond 2000, speelde hij al bijzonder aanvallend.

De eensgezindheid in huize Bosz staat in contrast met de onmin in Eindhoven, diezelfde week. Vastberaden stapt Van Nistelrooij woensdagochtend het kantoor binnen van Stewart, op trainingscomplex De Herdgang. Hij stopt. Per direct. Dat zal hij de spelers zo ook vertellen. Hij voelt te weinig draagvlak, vanuit selectie én directie. Twee artikelen in De Telegraaf over onvrede in de spelersgroep – over tactische keuzes en zijn samenwerking met stafleden – zijn de opmaat naar de vertrouwensbreuk.

Niet alleen spelers en assistenten worden overvallen, ook Stewart en Brands. In hun beleving steunden ze Van Nistelrooij wél. De avond ervoor spraken ze nog uitgebreid met hem. Over de kritiek, zijn toekomst en waar verbeteringen liggen, na een wisselvallig seizoen. Het gesprek ging goed, appen ze die avond aan de commissarissen.

Nu zitten ze opeens zonder trainer, kort voor het cruciale uitduel bij AZ, waarin de tweede plaats en daarmee een plek in de voorronde van de lucratieve Champions League moet worden veiliggesteld. Los van de onzekerheid over de tientallen miljoenen die plaatsing voor het elitetoernooi kan opleveren, is het sportieve project nu ongewis.

De gemoedelijkheid van het zuiden in combinatie met de rust van de lommerrijke De Herdgang, worden vaak genoemd als ingrediënten voor de kalmte bij PSV. Ze verbloemen dat het ook in Eindhoven regelmatig hommeles is als de resultaten tegenvallen, waarbij ego’s botsen en scherpe verwijten klinken. Denk aan het pijnlijke ontslag van clubman Mark van Bommel, eind 2019, die na zijn gedwongen vertrek uithaalde naar de clubleiding.

Door de gevoelige timing en het feit dat met Van Nistelrooij eveneens een ‘clubjongen’ opstapt, nadat eerder in het seizoen technisch directeur John de Jong (eveneens een PSV’er) aan de kant werd gezet, is het sentiment ook deze keer zeer negatief. Een crisissituatie. Stewart, nog geen drie maanden in dienst, zoon van een Amerikaanse militair en iemand die houdt van structuur en voorspelbaarheid, heeft er zelfs slapeloze nachten van.

Die donderdag overlegt hij vrijwel onafgebroken met de directie – die naast hem en Brands bestaat uit Jaap van Baar (financiën) en Frans Janssen (commercie). „Er waren meerdere clubs die een coach nodig hadden”, zegt Stewart begin januari terugblikkend tegen NRC, op trainingskamp in het Spaanse Estepona. „Tijd om te wachten was er niet.”

Ze moeten het hem toch vragen. Concurreren ze met Ajax om zijn handtekening? Nee, zegt Bosz – hoewel hij volgens het AD later nog wel met toenmalig Ajax-directeur Sven Mislintat heeft gesproken. Als Stewart hem in die periode een keer belt, moet Bosz even lachen. „Ik zit nu in Amsterdam.” Voor iets anders, verzekert hij. Stewart beseft wel: laten we niet te lang meer wachten. Na drie gesprekken in twee weken tijd, wordt zijn komst op 12 juni bekend. Stewart zegt in het persbericht: „Peter was de gedroomde kandidaat”.

Dat mag zo zijn, Bosz wil wel weten of ze ook achter hem staan als het straks niet loopt. „Er zit volgens de media veel risico in mijn spel, dat weet je bij mij, zijn jullie bereid me daarin te steunen?”, vraagt hij Brands en Stewart. „Natuurlijk”, zeggen zij.

Drie sterren

Terwijl de champagne rondgaat op voormalig Philips-landgoed De Wielewaal in Eindhoven, kijkt financieel directeur Jaap van Baar nerveus op zijn telefoon. De zaal is stampvol met 700 gasten, deze vrijdagavond 1 september, als PSV het 110-jarig jubileum viert met een gala. De sfeer is uitstekend. Kwalificatie voor de Champions League is net afgedwongen, de eerste drie competitieduels zijn gewonnen en op het podium wordt de bekende ondernemer en oud-commissaris Wim van der Leegte (VDL) geëerd.

En toch, helemaal ontspannen kan de directie niet. De laatste uren van de transferwindow tikken weg, traditioneel een hectische periode. Technisch directeur Stewart ontbreekt daarom, die zit met enkele juristen even verderop op De Herdgang, voor de laatste deals. Weinig gasten op het gala hebben door dat er op dat moment nog een belangrijke transfer moet rondkomen.

Wanneer de Eindhovense dj La Fuente een nummer inzet, checkt Van Baar nog eens zijn e-mail. Hij is verantwoordelijk voor de kleine lettertjes in contracten en de formele afhandeling. Het is nog wachten op de handtekening van Nottingham Forest, voor de verkoop van middenvelder Ibrahim Sangaré. Met dat geld, naar verluidt zo’n 35 miljoen euro, bovenop de inkomsten door kwalificatie voor de Champions League, is de begroting van PSV rond.

Van Baar vertrouwt erop dat de handtekening van de Forest-directeur op tijd zijn mail binnenstroomt. Maar toch, eerst zien, dan geloven. Het zou niet voor het eerst zijn dat een transfer op het laatste moment klapt. Zo’n twee uur voor de deadline, komt de e-mail binnen. Opgelucht drinkt Van Baar een borrel – collega Brands houdt het als altijd bij een Cola Zero.

Dát de club Sangaré zo laat verkoopt, en met Jerdy Schouten al twee weken eerder zijn vervanger kocht, is het gevolg van een meer aanvallende financiële strategie. Een koers waarin de president-commissaris van PSV, de Brabantse ondernemer Robert van der Wallen, een belangrijke rol speelt.

Miljardair Van der Wallen – in juli 2016 toegetreden tot de rvc van PSV en sinds 2020 voorzitter – prikkelt de directie groot te denken, zeggen mensen die met hem werken. „We willen naar drie sterren, hoe gaan we dat doen?”, houdt hij ze voor. Want, voor iedere tien landstitels, draagt een club een ster op het shirt: Ajax heeft er drie (36 titels), PSV twee (nu 25 titels).

Van der Wallen wil vooruit, Ajax naar de kroon steken. Maar de realiteit is dat sinds zijn betrokkenheid bij PSV, de club tot dit jaar slecht één keer landskampioen werd, in 2018. Wie Van der Wallen, hartstochtelijk supporter, soms op de tribune ziet, weet dat dit hem dwars zit. „Hij is pis-chagrijnig als we verliezen en staat op de banken als we winnen”, zegt een oud-clubbestuurder.

Fans van PSV tijdens een Champions League-duel tegen Borussia Dortmund, eerder dit jaar.
Foto Maurice van Steen / ANP

De oprichter van spaarzegelbedrijf BrandLoyalty, is het ondernemerstype in de rvc. Brands, destijds technisch directeur bij PSV, herinnert zich nog een etentje in 2015, toen Van der Wallen nog niet in de rvc zat. Die zomer zou Brands aanvaller Memphis Depay gaan verkopen. „Robert zei: die moet 35 miljoen opleveren. Ik zei: 20 miljoen is mogelijk.” Uiteindelijk ging hij voor ruim 30 miljoen naar Manchester United. „Ik ging er toch over nadenken, toen hij dat zei”, zegt Brands. „Op dat soort momenten inspireert hij.”

Hij gebruikt zijn zakelijke netwerk om de club financieel te versterken. Van der Wallen was aanjager van twee ‘partnerfondsen’, die in 2016 en 2022 zijn gevormd. Op die manier leende PSV bij zijn ‘partners’, waaronder Philips, ASML, de Koninklijke Jumbo Food Groep én Van der Wallens BrandLoyalty. Twee keer 30 miljoen euro onder gunstige voorwaarden – tegen lage rente, en aflossing hoeft pas na tien jaar. Daarnaast speelde hij een rol bij het samenwerkingsverband van regionale bedrijven die PSV sponseren onder de naam Brainport Eindhoven.

De budgetten gaan omhoog, maar de sportieve ambities worden jarenlang onvoldoende waargemaakt, zien Van der Wallen en zijn mede-commissarissen. Dat dit frustreert, blijkt mede uit de veranderingen in de directie: algemeen directeur Toon Gerbrands, technisch directeur John de Jong en operationeel directeur Peter Fossen vertrekken alle drie binnen een jaar tijd – al is het om uiteenlopende redenen.

Na een seizoen waarin Ajax sportief wegzakt en Feyenoord verrassend de titel wint, laat Van der Wallen indirect zijn invloed gelden tijdens de transferzomer van 2023. Aan de vernieuwde directie geeft hij vanuit de rvc goedkeuring om financieel scheper aan de wind te varen, waar ze eerder nog behoudender waren.

De boodschap nu is: de buffer hoeft niet extreem groot te zijn. Op die manier kan dus worden geanticipeerd op een mogelijk vertrek van Sangaré, en wordt zijn opvolger Schouten al voor die tijd gehaald.

Door de verkoop van Cody Gakpo en Noni Madueke in de winter, voor in totaal zo’n 90 miljoen euro, is er ook ruimte om in de zomer te investeren. De concurrentie ziet dat PSV de vlucht naar voren neemt, met relatief ‘dure’ en gearriveerde spelers. Spits Ricardo Pepi komt voor zo’n 10 miljoen, middenvelder Schouten voor 12 miljoen, aanvaller Noa Lang voor 15 miljoen. Op het gala wordt tot veler verrassing nog een oude bekende gepresenteerd, buitenspeler Hirving Lozano (12 miljoen).

Met hem erbij, krijgt Bosz veel opties op de flanken – naast Johan Bakayoko, Yorbe Vertessen en Lang. „We hadden het gevoel”, zegt Brands terugblikkend, „dat we op de vleugels jongens moeten hebben waarvan je bijna als trainer moet zeggen: verdomme, wie moet ik op de bank zetten?”

Meedogenloos

Nu kan hij gaan bouwen, zijn aanvalspatronen inslijpen, steeds iets meer intensiteit eisen. Peter Bosz loopt met een stopwatch in de hand over het veld in het Oostenrijkse Windischgarsten, tijdens het eerste trainingskamp, juli 2023.

Hier, in het groene berglandschap, kan hij de norm bepalen voor het seizoen. Het karakter van de ploeg vormen. Bosz zit er kort op, wanneer het even niet loopt zoals hij wil. Een boze blik richting rechtsback Jordan Teze, dan bulderend: „Jordan, hou op met zeiken. Ga voetballen!”

Hij verlangt concentratie, verbetenheid – steeds opnieuw. „Op de kleinste, lullige dingetjes ben ik bikkelhard”, zegt Bosz. Mentale kracht is daarin de sleutel. Om dat te benadrukken, geeft hij zijn spelers in de voorbereiding het boek Relentless cadeau (in het Nederlands uitgebracht onder de titel Meedogenloos). Tim Grover, de oude persoonlijke trainer van Michael Jordan en Kobe Bryant, schrijft hierin hoe de basketbalsterren tot hun successen kwamen.

Bosz wil zijn spelers zo laten zien wat er „écht” voor nodig is om „een winnaar” te zijn. Een ‘Cleaner’, zoals het in het boek wordt beschreven: „meedogenloze types” die „nooit, maar dan ook nooit tevreden” zijn. De jonge Belgische aanvaller Bakayoko leest het met interesse, zegt hij later tegen de NOS. Hij wil onverstoorbaar zijn bij tegenslag – zoals na een gemiste kans. „Het mentale aspect is alles, daar geloof ik echt in.”

PSV-coach Peter Bosz in een onderonsje met aanvaller Johan Bakayoko in een thuisduel tegen PEC Zwolle, november 2023.
Foto Maurice van Steen / ANP

Als het in een teambespreking in Oostenrijk gaat over wat ze ervoor over hebben om landskampioen te worden, is het diezelfde Bakayoko die opvalt. Alleen de titel is niet genoeg, hij wil ook de KNVB-beker én de Champions League winnen. Andere spelers, zoals Luuk de Jong, zijn realistischer, maar vinden de bravoure wel mooi. „Als we er nog voor spelen, waarom niet?” Na vijf jaar zonder landstitel, is de drang groot die zomer.

Niet alleen op mentaal vlak probeert Bosz een machine te bouwen, ook qua speelwijze. Ze moeten mee in zijn plan, vertelt hij de ploeg. „Er is geen tussenweg.” Het is een les uit zijn tijd bij Borussia Dortmund, in 2017. Daar begon hij goed, tot ze eind september thuis verloren van Real Madrid, dat veel ruimte en dus kansen kreeg. „Dit kan niet, dit is te aanvallend”, vonden onder anderen zijn keeper en centrale verdediger.

Twijfel groeide, meer nederlagen volgden – al snel werd Bosz ontslagen. Die „ruimte” om te tornen aan zijn spelfilosofie wil hij „nooit” meer geven aan spelers. Dus houdt hij zijn selectie nu voor: „Dit is onze manier van spelen. Zorg maar dat je dit onder de knie krijgt. Dit gaat het het hele jaar worden. Ook als we de eerste wedstrijd met 5-0 of 6-0 verliezen.”

In de directie zijn ze verrast hoe snel de dominante, offensieve speelwijze wordt ingeslepen. Bosz leidt aan het begin van het trainingskamp in Oostenrijk een oefening waarbij zijn spelers fel druk moeten zetten. Dat gaat dan nog in een tempoloopje, ziet directeur Brands. Later in de week wordt er al gesprint. Bosz toont beelden met dit verschil in intensiteit op een groot scherm. Brands: „Daar zag je: ze begrijpen wat hij bedoelt, het kwartje valt.”

Het gaat zo rap, dat PSV begin december al een voorschot neemt op de titel. In de eigen Kuip weet Feyenoord zich geen raad met PSV, dat de opbouw van de titelverdediger ontregelt door voorin fanatiek af te jagen. Feyenoord breekt onder die aanhoudende druk. Tien punten, wordt het gat met de concurrent. Feyenoord moet zich op de tweede plaats gaan richten, zegt coach Arne Slot die middag.

Dat mag zo zijn, Bosz volhardt in zijn veeleisende benadering. In de slotfase, bij een 2-0 voorsprong, staat hij woedend langs de lijn. Verdediger Sergino Dest is op de rechterflank mee naar voren gesprint, raakt teleurgesteld dat hij de bal niet krijgt van Bakayoko en schakelt vervolgens niet terug. Bosz ziet dat Dest en Bakayoko in discussie gaan. „Dus: twee spelers waren weg. En we verliezen ook nog de bal”, zegt hij half december, terugblikkend tegen NRC. „Dat kun je niet accepteren.”

PSV-verdediger Olivier Boscagli nadat hij de 2-0 heeft gemaakt in de Kuip tegen Feyenoord, december 2023.
Foto Maurice van Steen / ANP

Niet veel later, begin januari op trainingskamp in Estepona, is hij op het oog weer de rustige, 60-jarige trainer die alles onder controle heeft. Hij gaat bij een training door zijn knieën, strikt bijna vaderlijk de veters van de rechterschoen van diezelfde Dest – bij wie ze wel erg vaak los schieten, vindt hij. „Daar zou ik me vroeger aan hebben kunnen ergeren. Nu niet meer.”

Bosz tikt een paar keer op tafel, op het terras van het luxueuze Gran Hotel Elba, pal aan de Middellandse Zee. Alles gewonnen in de Eredivisie, zestien duels op rij. Door in de Champions League. Drie duels in negen dagen tijd diep in de herfst – FC Twente-uit, Sevilla-uit, Feyenoord-uit – zijn bepalend geweest. „Als je dan wint, wint, wint. Dan denk je: wauw.”

De absolute leider

Luuk de Jong buigt zijn bovenlichaam ongeduldig over de middenlijn, als hij naar de arbiter kijkt: fluit hij al? Hij kan niet wachten, sprint dan weg, met Bakayoko en Teze in zijn kielzog – terwijl PSV nog moet aftrappen. Andere ploeggenoten dekken meteen fel door, in balbezit wordt direct de diepte gezocht.

Het is bijna een statement van PSV, de eerste twee officiële minuten van dit seizoen, in de Johan Cruijff Schaal in de Kuip tegen Feyenoord (1-0 zege). Zo duidelijk zijn de aanvallende intenties.

Wat na 25 seconden opvalt, is dat spits De Jong gebaart dat ze nóg hoger en feller druk moeten zetten op Feyenoord. Vóóruit, erop klappen – hoe fanatieker ze doorjagen, hoe beter. Zijn kompaan in het hart van de aanval, Guus Til, denkt er ook zo over, zegt De Jong in een terugblik op dit seizoen. „Wij zijn enorm gretig, willen die bal snel weer terug hebben.”

Precies dit verlangt Bosz van hem: verdedigen begint in zijn optiek helemaal voorin. Een cruciaal verschil met vorig seizoen. Onder Van Nistelrooij zakte PSV meer in, wachtte de tegenstander vaker op, speelde „compacter”, zegt De Jong. „Guus en ik hadden vaak het gevoel: we willen graag meer druk zetten, graag uitstappen.”

De Jong zat vast in een speelwijze die niet de zijne was. Dat seizoen was daarom „moeilijk” voor hem, zegt hij. Hoe het nu gaat, „past” beter. Volgens de aanvoerder is de komst van Bosz voor „bijna iedereen een hele goede stap geweest”. Bevrijdend – al gebruikt hij dat woord niet zelf.

Dat PSV nu agressiever druk zet, blijkt uit data die NRC opvroeg bij het bureau Stats Perform. De ploeg onderschept in de Eredivisie vaker de bal ‘hoog’ op het veld (binnen veertig meter van het vijandelijke doel): gemiddeld heeft PSV 11,8 keer per wedstrijd zo’n zogeheten ‘high turnover’, tegen 9,6 vorig seizoen. Het is kenmerkend voor het pressingvoetbal onder Bosz, waarin De Jong excelleert.

De spits wordt nu beter in stelling gebracht. Vorig seizoen positioneerde hij zich vaker lager op het veld: dan werd hij met een lange bal van achteruit gezocht, om van daaruit door te spelen. Hij moest in die tactiek grotere afstanden overbruggen, wat door zijn gebrek aan snelheid lastig is. Zijn heatmap (kaart met waar een speler aan de bal komt) over dit seizoen laat zien dat De Jong zich nu voornamelijk in het vijandelijk doelgebied beweegt: alleen daar kleurt het rood.

Schuif het witte balletje om het verschil in balcontacten te zien tussen dit en vorig seizoen bij spits Luuk de Jong:

Hij wordt constant gevoed in de zone waar hij het gevaarlijkst is: dicht bij het doel. Dat is waarom De Jong zo goed functioneert, zien ze intern bij PSV. Dat vertaalt zich naar zijn goede statistieken, met 27 doelpunten en 15 assists.

De Jong, 33 jaar en in zijn zeventiende seizoen als prof zegt: „Dit is misschien wel mijn beste seizoen, in de zin dat deze speelstijl echt bij mij past”.

De transformatie rond De Jong, onderstreept de tactische ontwikkeling van PSV. De superioriteit voelde hij op een decemberavond uit bij AZ – met een 3-0 voorsprong na een kwartier. De Jong zag AZ-middenvelder Jordy Clasie in paniek een bal de tribune in ziet schieten. „Die keek met zo’n blik naar een ploeggenoot: waarom speel je me de bal in? Dan weet je: we hebben het voor elkaar. Ze zijn het kwijt.”

Buiten het veld is hij als leider misschien net zo belangrijk als erbinnen. In het eerste gesprek met Bosz voor de eerste training, juli 2023, krijgt hij direct die verantwoordelijkheid. Door zijn eerste periode bij PSV (2014-2019), is De Jong onderdeel geworden van de identiteit van de club. Hij was nooit het meest gepolijste talent, eerder een perfectionist („ben ik altijd geweest”) die met discipline en slimheid de top haalde. Zo belandde hij bij FC Barcelona – en won hij de Europa League met Sevilla.

Hij weet precies wat er voor nodig is – de „paar procentjes” die het verschil maken, zoals hij het noemt. Als een speler niet op tijd is, krijgt die het te horen. „Je gaat nu ook niet op het veld te laat komen, hè?” Hij organiseert etentjes om de onderlinge band te versterken, soms bij spelers thuis, soms in de Eindhovense binnenstad – in wijnbar L’Avenue, of het Italiaanse restaurant Mangiare.

Met zijn serieuze toon weet hij de groep precies goed toe te spreken, kort voor wedstrijden, ziet Bosz. „Er is vandaag maar een ding: we gaan winnen, dat gaan we met elkaar doen.” En hij geeft een uitbrander als iemand even niet scherp is, zoals Bakayoko, wanneer die in het uitduel bij FC Utrecht een veel te hoge voorzet geeft.

„Je hebt nu alles gespeeld, ik zit er over na te denken om je de volgende wedstrijd niet te laten beginnen”, zegt Bosz tegen De Jong, ergens in de eerste seizoenshelft. Ze hebben een druk programma, hij wil hem sparen. Nu kan het, tegen een kleinere tegenstander. Dan wijst De Jong zijn coach subtiel op het feit dat hij vorig seizoen door blessures niet speelde in de uitduels tegen SC Cambuur, FC Emmen en FC Groningen (wel ingevallen). Drie keer verloren ze. „Meer zei hij niet.” Verdomme, denkt Bosz. Hij laat hem toch maar spelen.

De kern van de ploeg gevormd door Nederlanders, naast De Jong zijn dat Teze, Schouten, Veerman, Til en Patrick van Aanholt. Hoe goed ze het ook met elkaar kunnen vinden, ze raken elkaar kwijt, in het eerste half uur in de achtste finale van de Champions League bij Borussia Dortmund. Het middenveld wordt overlopen, Bosz ziet het fout gaan, probeert vanaf de zijlijn bij te sturen.

Pas als die aanwijzingen doorkomen – achterin gaan ze één op één spelen – krijgt PSV meer controle. Maar dan staan ze al achter, PSV verliest uiteindelijk. De ontnuchtering is groot, als De Jong in de perszaal gaat zitten. Hij baalt van zijn gemiste kans kort voor tijd. En dat ze het in het veld niet eerder wisten om te zetten. Toch zegt hij: „Ik heb nog nooit zoveel plezier gehad in een seizoen, door de manier van voetballen, de manier van domineren.”

PSV-spits Luuk de Jong na de uitschakeling in de achtste finale van de Champions League tegen Borussia Dortmund, maart 2024.
Foto Maurice van Steen / ANP

Epiloog

Kartonnen kampioensschalen worden massaal in de lucht gehouden, zondagmiddag diep in de tweede helft, als de overwinning op Sparta vrijwel zeker is. Het feest begint nu echt, gezang klinkt, rode fakkels worden afgestoken, vuurwerk knalt boven het veld. Coach Bosz staat voor zijn stoel, armen over elkaar, observeert, praat wat met een speler. De 25ste titel in de clubhistorie is binnen.

Eén keer verloren ze maar in de Eredivisie, uit bij NEC. Maar het kan nog steeds een uitzonderlijk seizoen worden: PSV gaat nog voor een evenaring van het puntenrecord (93 punten). Dat behaalde het grote Ajax (omgerekend) in het seizoen 1971-1972. Als kind, geboren in 1963, groeide Bosz op met dit elftal, met zijn voorbeeld Johan Cruijff als aanvalsleider.

Terwijl veel mensen rond de club al aan het aftellen waren richting de titel, probeerden hij en Brands tot het laatst geconcentreerd te blijven. „Je wil dat er een soort scherpte in de club komt die je vasthoudt”, zegt Brands. Laatst zei hij in een informatiesessie tegen het personeel dat ze uit hun dak mogen gaan bij het kampioenschap. „Maar daarna beginnen we allemaal weer op nul. En moet iedereen weer gaan laten zien wat diegene voor de organisatie kan betekenen.”

Bij het feest zal aanvoerder De Jong wodka drinken, Stewart een wijntje en Brands houdt het – waarschijnlijk, ook nu – bij een Cola Zero. En Bosz? Die steekt een sigaar op.

Blijdschap bij spelers en supporters van PSV, dat door de overwinning op Sparta kampioen is geworden

Foto’s: Maurice van Steen/ ANP en Olaf Kraak/ANP