Van alles is anders bij deze verkiezingen in Suriname, maar verandert het land ook?

De geur van geroosterde kip en gebakken cassave hangt rondom een stalletje waar vrouwen in paars-witte T-shirts eten verkopen. Bussen rijden toeterend voorbij, paarse vlaggen steken uit de ramen. Voorzichtig, om niet uit te glijden op het modderige terrein, steekt Chantal Vyent over en loopt richting een tent waar een campagnebijeenkomst van de Nationale Democratische Partij (NDP) in volle gang bezig is.

De 21-jarige student aan de Anton de Kom-universiteit woont buiten de hoofdstad Paramaribo, in het district Para, in een van de dorpjes die gebouwd zijn op een voormalige houtplantage. Net als 43.000 andere jongeren mag ze dit jaar voor het eerst stemmen. Op welke partij? Dat weet ze nog niet. „Ik ben vorige week bij een bijeenkomst geweest van de NPS [Nationale Partij Suriname] waar oud-politieman Poetini Atompai sprak, hij is populair bij jongeren. Vrienden van mij gaan op hem stemmen, maar ik twijfel. Vanavond ga ik hier bij de NDP kijken. En ik ga een verkiezingsdebat volgen”, zegt ze .

De 400.000 kiesgerechtigde Surinamers die zondag naar de stembus mogen, doen dat onder hele andere omstandigheden dan bij voorgaande verkiezingen. Er is een nieuw kiesstelsel, dat de zetels representatief verdeelt. Voorheen was er een districtenstelsel waarbij minder stemmen nodig waren voor zetels uit regio’s als Para, waardoor het dunbevolkte binnenland en districten meer kans hadden op volksvertegenwoordigers. Oud-guerrillaleider Ronnie Brunswijk – met een grote achterban in het binnenland – dankt zijn politieke invloed aan dit districtenstelsel. Bij deze verkiezingen is voor het eerst overal hetzelfde aantal stemmen nodig voor een zetel.

Er is nog een grote verandering. Voor het eerst in 45 jaar speelt Desi Bouterse geen rol meer; de invloedrijke oud-president overleed zes maanden geleden. Hij was toen al een jaar voortvluchtig na zijn veroordeling voor de Decembermoorden van 1982. Het grootste deel van het Surinaamse electoraat heeft nog nooit een stembusgang meegemaakt waar Bouterse direct of indirect géén rol in speelde.


Lees ook

Suriname in extase door alle olie voor de kust

Tweede olieveld in ‘Block 58’

Zeker nu het Zuid-Amerikaanse land verwacht sterk te gaan profiteren van olievondsten voor de kust, hebben Surinamers hoop gekregen op een betere toekomst. Ze koesteren ook wantrouwen jegens de politieke klasse: is die in staat verantwoord om te gaan met de aanstaande olierijkdom?

Suriname is een jong land – in november viert het land vijftig jaar onafhankelijkheid – en heeft een jonge bevolking. Ook bij deze verkiezingen richten politici zich nadrukkelijk op de jeugd. President Chan Santokhi, die opgaat voor een tweede termijn, organiseert bijvoorbeeld een fietstocht met jonge kiezers, laat zich dansend zien op de verkiezingspodia en verschijnt in wijken waar hij zich buiten campagnetijd vrijwel nooit laat zien.

De Surinaamse president Chan Santokhi voert campagne in Paramaribo

Foto Ranu Abhelakh/Reuters

Weduwe

Op de bijeenkomst van Santokhi’s belangrijkste concurrent NDP grijpt men graag terug op het verleden onder voormalig partijleider Bouterse. „Laten we een minuut stilte houden voor onze grondlegger”, klinkt het vanaf het podium, en het publiek gaat staan. Daarna klinkt het volkslied en even later wordt Ingrid Bouterse-Waldring (64) aangekondigd, de weduwe van Desi.

Ze draagt een T-shirt met daarop een foto van haar overleden man als jonge legerleider, met haar lachend naast hem. Bouterse mag dood zijn – over de verkiezingen hangt zijn schaduw, die zijn weduwe duidelijk omarmt. Zij heeft ook haar eigen ambities: ze staat op de NDP-lijst weliswaar onderaan op nummer 51, als lijstduwer, maar met voorkeurstemmen kan ze in het parlement komen.

Ingrid Bouterse voert een gelikte en energieke mediacampagne, waarbij ze de wijken intrekt, zich tussen jongeren begeeft en diep het binnenland in reist naar inheemse en marrongroepen. Alles wordt live gestreamd op sociale media.

Terwijl ze naar het podium loopt, wordt ze toegejuicht en klinkt een swingend reggaenummer waarin verwezen wordt naar „Baas”, de bijnaam van Bouterse. „Jongeren, ik richt me tot jullie”, roept ze. „Jullie zien hoe moeilijk je ouders het hebben om rond te komen en om eten op tafel te krijgen. Als jullie gaan stemmen, help dan je moeder en stem op de NDP want alleen wij brengen ontwikkeling!” Er klinkt applaus en een oudere vrouw uitgedost in een paarse koto (traditionele jurk) met een angisa (hoofddoek) staat op en begint haar enthousiast toe te juichen.

Panshiva Sardjoe stemt op de VHP. „Het is traditie binnen ons gezin, dus ik zal dat ook doen.”

Foto Nina Jurna

Oranje olifant

Student Panshiva Sardjoe (21) mag voor het eerst stemmen en bij hem is de keuze snel gemaakt. „Ik ben een Hindostaan, en mijn familie stemt al generaties op de VHP, op de oranje olifant”, lacht hij, verwijzend naar het logo van de partij van president Chan Santokhi. Hoewel de partij een breder electoraat probeert te trekken, is de VHP van oudsher de partij van de Hindostaanse bevolkingsgroep in Suriname, dat een diepgewortelde etnisch ingedeelde politiek kent. „Natuurlijk zou ik niet per se op die partij hoeven stemmen, maar het is traditie binnen ons gezin, dus ik zal dat ook doen”, zegt Sardjoe.

Hij is op deze doordeweekse middag in het centrum van Paramaribo onderweg naar huis. De winkelstraten hangen vol verkiezingsposters en banners waar de lijsttrekkers lachend opstaan en een beter Suriname beloven. „Ik heb me aangemeld om mee te helpen in een stemlokaal. Ik vind het belangrijk om me als jongere in te zetten. Het gaat ook om mijn toekomst”, zegt Sardjoe, die afgezien van de sterke familietraditie niet onder woorden brengt waarom hij voor de VHP kiest.

Jonathan Vrede komt op voor jongeren in het binnenland. „We worden stiefmoederlijk behandeld door de leiders in Paramaribo.

Foto Nina Jurna

Wat Jonathan Vrede (21) betreft mag er een grote verandering en opschudding komen in het land. Hij woont in Pokigron, een dorpje in het binnenland, in het district Sipaliwini. Vrede heeft zijn eigen jongerenstichting en wil de achtergestelde positie van jongeren in het binnenland aanpakken. „Ik bedoel vooral dat opeenvolgende regeringen tot nu toe niet hebben omgekeken naar het binnenland. We tellen niet echt mee en worden stiefmoederlijk behandeld door de leiders in Paramaribo.”

Hij zit in de Jeugdraad, een inspraakorgaan van de overheid, en trekt regelmatig naar Paramaribo om politici te bewegen meer te doen voor het binnenland. „Ik maak me ook druk over het milieu in mijn district, de klimaatverandering is hier goed voelbaar met grote overstromingen die we hebben gehad. Maar ook de vele droogtes”, zegt hij.

NDP zonder Bouterse

Op het NDP-podium in Para belooft Jenny Simons (71) – die kans maakt de eerste vrouwelijke president van Suriname te worden – dat de districten meer zelfbestuur moeten krijgen. „Nu draait alles om Paramaribo, dat moet anders!”, roept ze en er klinkt hard applaus. Simons is lijsttrekker van de NDP en is voorzitter van de partij. Jarenlang was ze voorzitter van het parlement.

Simons is klaar voor het presidentschap, zegt ze na afloop tegen NRC, terwijl aanhangers haar omhelzen en kussen. Maar de ruim dertig jaar jongere Ashwin Adhin – een voormalig vicepresident onder Bouterse en nummer twee op de NDP-lijst – heeft óók ambities om president te worden. En Ingrid Bouterse, met haar solocampagne, is vooral populair bij de ‘boutisten’ binnen de partij.

Is er nog wel eenheid binnen de NDP nu de grote leider Desi Bouterse is weggevallen? En heeft Simons genoeg steun? „We hebben nog geen besluit genomen wie de presidentskandidaat is, we willen eerst een maximaal aantal zetels halen”, zegt Simons terwijl ze het zweet van haar gezicht veegt. „Ik heb wel grote ondersteuning, en ik zou president willen worden en ik heb genoeg bestuurlijke ervaring. Maar er zijn ook anderen binnen de partij met aspiraties om president te worden.”

Debora Rachel Ceder (28): „Ik weet nog steeds niet op wie ik moet stemmen. Ik laat het over aan mijn intuïtie.”

Eerste vrouw als president?

Als het aan Debora Rachel Ceder (28) ligt, is Suriname klaar voor een vrouwelijke president. En Jenny Simons is daar volgens haar de meest geschikte kandidaat voor. „Toch weet ik nog steeds niet op wie ik moet stemmen. Ik laat het over aan mijn intuïtie. En als ik eenmaal in het stemhokje sta beslis ik”, zegt ze.

Ceder heeft gemengde gevoelens bij deze verkiezingen. „Ik ga stemmen omdat ik er recht op heb en dit is mijn land. Maar eigenlijk vertrouw ik niemand.” Ze woont met haar kinderen en moeder in een huisje buiten de stad in de wijk Santodorp. Net als veel leeftijdsgenoten werkt Ceder bij een van de vele buitenlandse callcentra in Paramaribo, waar ze dagelijks mensen in Nederland of België aan de telefoon heeft als assistent voor een pakketdienst.

De afgelopen jaren zag Ceder prijzen almaar verder stijgen. De inflatie van 54 procent in 2024 hakte er ook bij Ceder hard in. „Als jongere een zelfstandig leven opbouwen lukt niet. Een liter benzine was een tijdje geleden 7 Surinaamse dollar en dat is gestegen naar 43 Surinaamse dollar. Ik ben niet rijk, ook niet arm, maar rondkomen lukt bijna niet.”

In de volksbuurt waar ze woont, hadden veel inwoners hun hoop gevestigd op een jonge politica uit de buurt, die in 2020 mee deed aan de verkiezingen. „De meeste mensen hebben toen op haar gestemd en ze kwam in de Nationale Assemblee. Maar sindsdien heeft ze nooit meer een stap in onze wijk gezet. Al haar beloftes was ze vergeten”, zegt Ceder. In aanloop naar deze verkiezingen trok de politica opnieuw naar de wijk op campagne. „We hebben haar weggejaagd. Mensen trappen niet meer in al die beloftes.”