Van al dat bewegen en mediteren wordt het geheugen van senioren niet beter


Gezondheid Wat kunnen ouderen doen om hun brein gezond te houden? Een actieve leefstijl zorgt niet voor verbetering, zo blijkt.

Ouderen die veel bewegen verbeteren daarmee hun geheugen niet, al laten bevolkingsstudies vaak een verband zien tussen leefstijl en gezondheid.
Ouderen die veel bewegen verbeteren daarmee hun geheugen niet, al laten bevolkingsstudies vaak een verband zien tussen leefstijl en gezondheid.

Foto Getty Images

Flink bewegen en genoeg ontspannen. Dat is goed voor het ouder wordende brein, zeggen veel hersenwetenschappers. Maar een studie onder 585 Amerikaanse 65-plussers vond geen bewijs dat het geheugen hierdoor beter blijft.

Een uur mediteren per dag, 300 minuten per week bewegen of een combinatie daarvan leverde geen significant effect op. De studie verschijnt deze week in het wetenschappelijk tijdschrift JAMA.

De ouderen in Missouri en Californië, met een gemiddelde leeftijd van 71,5 jaar, waren weliswaar bezorgd over hun geheugen, maar hadden nog geen dementie of andere degeneratieve hersenziekten. Ze werden verdeeld over vier groepen die 18 maanden werden gevolgd. Eén groep volgde een intensief beweegprogramma met onder meer cardio-, kracht- en balansoefeningen, een andere mediteerde een uur per dag, deels onder begeleiding, de derde groep deed beide en de controlegroep kreeg alleen voorlichting over gezondheid. De deelnemers werden vier keer getest. Na zes maanden en aan het einde, na achttien maanden, was er geen duidelijk verschil in cognitief functioneren tussen de groepen.

Drie keer de scanner in

Allemaal maakten ze de testjes wel steeds iets beter – wat volgens de onderzoekers te verwachten is als je geoefend raakt. Maar beweging en mindfulness leverden geen significante verbetering op van het geheugen en het functioneren van de hersenen ten opzichte van de groep die niet actief aan de slag hoefde.

Ook gingen van elke groep meer dan tweehonderd mensen drie keer de scanner in. De hersenscans lieten niet zien dat het brein van de mensen in de beweeg- en mindfulnessgroepen minder achteruitging. Opmerkelijk genoeg – en zonder dat hiervoor een verklaring was – bleek de hippocampus van de mindfulnessgroep zelfs iets méér gekrompen dan die van de andere groepen.

Dat al dat bewegen en mediteren weinig deed, lag niet aan de inzet van de ouderen. Ze bleven hun oefeningen trouw doen en daar werd ook goed op toegezien. Bij de bewegingsgroep was bovendien te zien dat mensen lichamelijk fitter werden.

De onderzoekers spreken het vermoeden uit dat de deelnemers misschien nog te gezond en actief waren om optimaal te profiteren van de interventies (bewegen en mindfulness). Anderzijds, zeggen ze, deden de mensen die er fysiek duidelijk op vooruitgingen het bij de geheugentesten niet beter dan de rest.

Kleine subgroep

In Nederland deed Sara Galle aan de Vrije Universiteit onderzoek naar het effect van (intensief) bewegen op cognitie. Zij zag alleen verbetering in een kleine subgroep die intensief bewoog. De uitkomsten van de Amerikaanse studie, die volgens Galle goed is uitgevoerd, verbazen haar dan ook niet. „In verzamelstudies zijn wel kleine effecten te zien, maar de uitkomsten zijn niet altijd consistent.” Verschillende onderzoekers gebruiken verschillende interventies, kandidaten en onderzoeksmethoden. Dat maakt het lastig om er algemene conclusies uit te trekken.

Daar tegenover staan wel grote bevolkingsstudies die een verband laten zien tussen leefstijl (eten, bewegen, ontspannen) en de mate waarin het brein achteruitgaat. „Maar dat zegt niets over individuen. Het is een optelsom van factoren die de cognitieve gezondheid bepalen. Als je sterk erfelijk belast bent, kan leefstijl dat niet ongedaan maken.” Ook het omgekeerde kan gebeuren: beginnende dementie kan er ook toe leiden dat mensen zich terugtrekken en bewegen moeilijker wordt.

Galle vindt het goed dat de Amerikaanse studie een geluid biedt tegenover het idee dat je gezond oud worden volledig zelf in de hand hebt. Een gezonde leefstijl is aan te raden, alleen al voor hart- en bloedvaten, „maar gezondheid is niet 100 procent maakbaar. Dat laat deze studie goed zien.”