N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tweede Kamerverkiezingen Er zijn grote verschillen in de aandacht die cultuur krijgt in de partijprogramma’s, en ook de plannen met cultuur lopen fors uiteen: van stevige bezuinigingen tot extra geld. De meeste partijen willen een betere regionale spreiding van subsidies.
Om met de deur in huis te vallen: een van de meest concrete en ingrijpende voorstellen voor toekomstig cultuurbeleid staat niet in de verkiezingsprogramma’s. Als het aan de VVD en een aantal andere partijen ligt, zullen de ticketprijzen voor cultuur veel duurder worden. De partij wil dat het huidige btw-tarief op culturele producten van 9 procent verhoogd wordt naar 21 procent – dat zou de staatskas 400 miljoen euro moeten opleveren. Dit blijkt uit de doorrekening van partijprogramma’s door het CPB.
Van de acht partijen die hun programma hebben laten doorrekenen, willen alleen GroenLinks-PvdA en D66 níét het btw-tarief verhogen. Volt, CU, SGP, JA21, CDA en VVD dus wel. Dat staat bij geen van die partijen in de tekst van hun verkiezingsprogramma, maar wel in de gegevens die ze aanleveren aan het CPB: de manier waarop ze die plannen uit de programma’s denken te kunnen financieren. Van de partijen die niet hebben laten doorrekenen is niet bekend wat ze willen met het tarief, behalve van PvdD; die meldt expliciet in het verkiezingsprogramma dat ze het lage btw-tarief wil behouden.
Er zijn grote verschillen in de aandacht die cultuur krijgt in de partijprogramma’s. Sommige partijen zeggen in hun verkiezingsprogramma’s hoegenaamd niets over cultuur – Denk en 50Plus – of vermelden alleen dat alle cultuursubsidie moet worden afgeschaft: PVV en JA21 (al wil de laatste dat er wel geld gaat naar erfgoed). Twee partijen melden expliciet dat ze extra willen investeren in cultuur, D66 en GroenLinks-PvdA; het CDA blijkt volgens de doorrekening te willen bezuinigen.
VVD
Ondernemerschap en ‘volkscultuur’
De VVD heeft onverminderde aandacht voor het ondernemerschap, in een voorstel dat in de sector het spook van Halbe Zijlstra zal oproepen: gesubsidieerde instellingen ‘worden gestimuleerd’ meer te gaan ondernemen. Hoe, dat vermeldt het programma niet.
Spreiding van de cultuurgelden moet een belangrijk(er) criterium worden bij de verdeling van cultuursubsidie. De VVD omarmt de niet verder gespecificeerde ‘volkscultuur’; die moet volwaardig onderdeel worden van de zogeheten Culturele Basisinfrastructuur, dat wil zeggen de rijkssubsidies. Er moet worden geïnvesteerd in het behoud van regionale tradities, waarmee de partij gezien eerdere Kamerdebatten eerder fanfares, skûtjesilen en bloemencorso’s zal bedoelen dan bijvoorbeeld het Rotterdamse zomercarnaval. Verder wil de VVD dat de kunst meer uit de depots moet komen: vaker uitgeleend of verhuurd, en anders verkocht. De VVD wil daarnaast een bibliotheekvoorziening in elke gemeente.
NSC
Meer nationale en streekproducties
Historisch en cultureel besef wordt als eerste genoemd in de plannen voor het cultuurbeleid van het NSC. „Wij willen dat er meer aandacht komt in het cultuurbeleid voor (regionale) geschiedenis en voor mensen die zich hebben ingezet voor vrijheid en verdraagzaamheid.” Daarom moet er een nationaal historisch museum komen „dat alle facetten van onze nationale en regionale geschiedenis tot uitdrukking brengt”.
Cultuur moet in iedere regio bereikbaar zijn en daarvoor moeten de middelen voor kunst en cultuur worden herverdeeld: er gaat meer naar het „landelijk gebied”.
De totstandkoming van nieuwe nationale en streekproducties (toneel, musical en film) wordt bevorderd met een apart stimuleringsfonds – niet duidelijk wordt waarin dat zich onderscheidt van bestaande fondsen.
GroenLinks-PvdA
200 miljoen euro extra
De partij wil investeren in kunst en cultuur, meldt het GroenLinks-PvdA-programma. Uit de CPB-doorrekening blijkt dat er 200 miljoen euro extra naar cultuur moet. Niet alleen via het Rijk, ook via gemeenten en provincies.
De subsidieverlening wordt eenvoudiger, en mogelijk in sommige gevallen ook voor langer dan 4 jaar: vertrouwen in de sector is voor Groenlinks-PvdA het uitgangspunt.
Daarnaast wil GL-PvdA eerlijke beloning voor de makers: naleving van de Fair Practice Code wordt een subsidievoorwaarde, ook voor instellingen die door de provincie en gemeenten worden gesubsidieerd. De kosten daarvan worden gedragen door het Rijk en gaan dus niet af van bestaande subsidies. Ook naleving van de Code Diversiteit en Inclusie wordt een voorwaarde voor het ontvangen van subsidie.
De Nederlandse creatieve maakindustrie wordt gestimuleerd met fiscale voordelen en een fonds dat leningen verstrekt aan Nederlandse producties. Rijksmusea worden één dag per maand gratis toegankelijk.
D66
Investeren in kunstenaars
De partij wil door op de door het kabinet ingeslagen weg. Dat maakte 170 miljoen per jaar extra vrij voor cultuur, en D66 wil nog extra investeren: „Rijkssubsidies worden in de breedte verruimd.” Uit de doorrekening blijkt de partij daarvoor 200 miljoen euro uit te trekken.
Een groter deel van de middelen moet bij de makers terechtkomen: Fair Pay wordt een subsidievoorwaarde, én de partij wil daarvoor „de middelen beschikbaar stellen”.
Er moet volgens D66 een fonds komen voor erfgoed waarvan onderhoud en restauratie te duur is voor provincies of gemeenten alleen. Om te zorgen dat er ook toekomstige monumenten worden gebouwd, wordt het verplicht om bij de bouw van een publieke instelling 1 procent uit te geven aan design, kunst of cultuur.
Alle gemeenten moeten een bibliotheek hebben, en krijgen daarvoor ook een wettelijke zorgplicht (nu is dat vrije keus), maar daar komt wel meer geld voor beschikbaar.
Er moet op scholen ruim cultuuronderwijs zijn, de partij wil scholen helpen dat te organiseren. Ook wil D66 dat de muziekschool terugkomt „in de samenleving” – hoe, dat vertelt de partij niet. Moderne (pop- en urban) muziek wordt een eigen discipline in de Culturele Basisinfrastructuur.
CDA
200 miljoen euro minder
De korte cultuurparagraaf heeft als kop ‘Nieuwe gemeenschapszin / Cultuur en tradities koesteren’. Uit de doorrekening blijkt dat de partij 200 miljoen euro wil bezuinigen op cultuur.
Het cultuuraanbod moet breed en laagdrempelig zijn, en bovendien goed regionaal verdeeld. Niet concreet wordt in het programma hoe.
Ook moet een Nationaal Historisch Museum bijdragen aan verbinding en saamhorigheid.
BBB
Cultuur is sociale verbinding
De partij ziet cultuur als een belangrijk middel voor de versterking van de sociale verbinding en ‘noaberschap’ in de regio en streken. Daarom moeten cultuursubsidies evenredig over Nederland worden verdeeld.
Er moet meer geld naar kleine culturele organisaties „die niet door de bureaucratie van subsidieverlening heen komen”. Daar moet een speciale en eenvoudige subsidieregeling voor komen.
Er komt meer cultuuronderwijs op scholen over „de rijke Nederlandse cultuurgeschiedenis” zodat er beter begrip komt voor „onze tradities en waarden”.
PvdD
Aandacht voor toegankelijkheid
De partij wil dat het budget voor kunst, cultuur en erfgoed omhoog gaat , ook om de toegankelijkheid voor alle inwoners te vergroten – in heel Nederland, niet alleen de Randstad. Hoeveel geld de partij daarvoor wil uittrekken, staat niet in het programma. Museumbezoek moet financieel toegankelijk worden voor alle burgers.
Cultuurparticipatie wordt in de wet verankerd. Tot die tijd maken gemeenten en provincies cultuurparticipatie vast onderdeel van hun welzijnsbeleid.
Ook cultuur-, kunst- en muziekeducatie wordt in de wet verankerd en krijgt een vaste plek in de lesprogramma’s.
Archeologische vindplaatsen en cultuurhistorische elementen in het landschap worden beter beschermd en bij het publiek onder de aandacht gebracht.
Volt
Bestaanszekerheid voor makers
Openbaar erfgoed, musea en culturele instellingen worden als het aan Volt ligt gratis voor iedereen onder de 26 jaar. Om de bestaanszekerheid van culturele en creatieve makers te vergroten, moeten BIS-instellingen (die rijkssubsidie krijgen) verplicht, per 1 januari 2025, collectieve tariefafspraken maken voor alle werknemers en zzp’ers.
SP
Rijksmusea worden gratis
In een vrij beknopte paragraaf formuleert de SP stevige ambities. De Rijksmusea worden gratis, en regionale musea worden ten minste een dag per week gratis. Net als NSC en CDA wil SP een Nationaal Historisch Museum.
Nadruk ligt op de inkomens van kunstenaars: SP wil wettelijk vastleggen dat ze een eerlijk inkomen krijgen. Een investeringsfonds moet ervoor zorgen dat ook kleine podia open kunnen blijven, en er moet een betere regionale spreiding komen.
ChristenUnie
Regionale spreiding
Uit de uitgebreide cultuurparagraaf blijkt dat de partij onder meer een eerlijker verdeling wil van subsidies voor culturele instellingen over het land.
Er moet geld zijn voor kerkelijke monumenten. Daarnaast moet de staat rijksmonumenten blijven aanwijzen, ook modernere.
Nadruk op cultuureducatie voor ieder kind, op school en daarbuiten. Er moet een voldoende en voor iedereen toegankelijk aanbod zijn van muziekscholen voor kinderen.
Fair Practice moet een gezonde arbeidsmarkt in de culturele sector garanderen.