In het centrum van Valencia lijkt het een normale warme dag. Toeristen fietsen door de stad, de winkels zijn open en terrasjes zitten redelijk vol. Een touringbus rijdt door de Carrer de Don Juan de Austria, de winkelstraat van Valencia. Maar in diezelfde straat hangen vlaggen halfstok en op sommige winkelruiten is een A-4tje geplakt met een zwarte strik daarop afgebeeld, ter nagedachtenis van de ruim tweehonderd dodelijke slachtoffers door de overstroming.
Hoe anders is het beeld in de voorsteden en omliggende dorpen. Daar zijn de straten modderig, de vernielingen enorm en overal intens verdrietige mensen op straat. Het contrast met het centrum van de bekende stad kan niet groter.
In de lobby van het Only You hotel aan de Plaça de Rodrigo Botet checken de twee Amerikaanse vriendinnen uit Washington Rachel en Amanda in. „De stad ziet er mooi uit”, zegt Rachel. „Ik heb nog weinig gemerkt van de overstromingen, maar ik ben hier maar net een uur”, legt ze uit. De reis annuleren was geen optie, want dan waren ze hun geld kwijt. „We’ll see”, zegt Amanda. „Misschien kunnen we wat liefdadigheid aan onze reis toevoegen en mensen helpen.”
Tegenover het hotel is een verzamelpunt opgezet voor donaties. Wie helpen wil, kan basisvoorzieningen zoals eten, drinken en kleding doneren. Ook bezems en andere schoonmaakspullen zijn welkom. „We halen wel wat boodschappen en brengen het daar langs”, zegt Rachel tegen Amanda. „Ja, goed idee”, roept Amanda. De dames verlaten even later het hotel, op zoek naar een supermarkt.
Wegen afgesloten
Veel reizigers moesten wél hun vakantie annuleren, omdat Valencia moeilijk te bereiken is. Zo lag een tijdje het vliegverkeer stil. Ook is er geen treinverkeer mogelijk, omdat het spoor bezaaid ligt met meegesleurde rotzooi en auto’s door de overstromingen. Toegangswegen tot Valencia zijn afgesloten behalve voor hulpdiensten. Vooral binnenlandse toeristen moesten door de onbereikbaarheid van de stad hun reis staken en dat terwijl de Spanjaarden een lang weekend vrij hebben vanwege de feestdag Allerheiligen. „Normaal zijn we tijdens dit weekend volgeboekt, maar ongeveer 40 procent van onze kamers staat nu leeg”, zegt receptioniste Alejandra.
Op het terras van brunchzaak Milk en Butter zit een groep Spanjaarden aangedaan aan hun maaltijd en koffie. „Dit voelt surreëel”, zegt Sofía Martínez die in de getroffen buitenwijk La Torre woont. „Alsof ik in een totaal andere wereld ben, terwijl nog geen tien kilometer verderop mensen zijn overleden door de overstroming. Ik denk dat ik gek word”, zucht ze. Voor de deur van het restaurant staan toeristen uit verschillende landen te wachten op een tafel: Zweden, Britten en Italianen. De serveerster komt koffie brengen en mengt zich in het gesprek. „Hoe is het met jullie? Zijn jullie je spullen kwijt?”, vraagt ze aan Martínez en de rest van de tafel. „Alleen de auto, verder geen grote schade gelukkig. En jij?”, vraagt Martínez terug. „Nee, gracias a Díos. Mijn familie en ik wonen in Sedavi op de derde verdieping, dus we zijn oké”, zegt de serveerster terwijl ze een dankgebaar naar boven maakt. „Het voelt wel gek om te moeten werken, terwijl de buren samen de straten schoonmaken. Maar er moet ook geld verdiend worden en ik kan het me niet permitteren mijn baan kwijt te raken”, zegt ze schouderophalend terwijl ze weer naar binnen loopt. De Zweedse toeristen die een tafel verderop zitten, kijken nieuwsgierig naar het gesprek.
Lange stoet vrijwilligers over de snelweg
Bij de Ciudad de las Artes y las Ciencias verzamelden zich zaterdagochtend duizenden vrijwilligers die samen naar getroffen dorpen gaan lopen om hulp te bieden. Ze wachtten in de enorme rijen geduldig op aanwijzingen van de Valenciaanse overheid die de vrijwilligers met bussen naar verschillende bestemmingen vervoert. Vrijdag nog riep regiopresident Carlos Mázon de inwoners juist op om thuis te blijven „om de hulpdiensten niet in de weg te staan”. Maar van die oproep trok niemand zich wat aan en dus besloot de Valenciaanse overheid de vrijwilligers naar een verzamelpunt te laten komen om de boel enigszins te coördineren. Maar niet iedereen heeft zin om op de bussen te wachten, dus loopt een groot deel op eigen houtje naar het rampgebied.
Met de massa lopen ook toeristen mee die hun vakantie een andere betekenis hebben gegeven. „Ik kan niet door de stad gaan slenteren en naar gebouwen staan gapen en bier drinken, terwijl ik weet dat zoveel mensen dood zijn of nog geen hulp hebben gekregen”, zegt de 24-jarige James uit het Verenigd Koninkrijk. Hij is samen met een groep buitenlanders die hij in z’n hostel heeft ontmoet. „Als dit in mijn land zou gebeuren en toeristen gewoon naar een museum zouden gaan en doen alsof er niets aan de hand is, dan zou mij dat ook enorm raken”, zegt hij. „Elkaar helpen moet de normaalste zaak van de wereld zijn.”
Lees ook
Na het water en de ravage is er nu woede over de gebrekkige coördinatie
De bruggen die de stad verbinden met de omliggende dorpen stromen weer vol met honderden vrijwilligers. Met de bezems in de hand marcheren ze voor de vierde dag op rij naar het rampgebied. Wanneer de avond valt, keren de meeste vrijwilligers terug naar het centrum van Valencia. Van top tot teen besmeurd met modder. Van de bezems die eerder op de dag boven de menigte uitstaken, is niets meer over. „Ik ben ook kapot, maar voldaan”, zegt de 37-jarige Lorena uit Alicante. Ze is sinds donderdagavond in Valencia om te helpen, samen met haar twee broers. „We hadden alle drie toch vrij”, zegt ze. „En alle Spanjaarden moeten hun armen uit de mouwen steken, niet alleen de hulpdiensten. Dit zijn onze mensen. Somos una familía. We zijn één familie.”
Restaurant Los Gomez, waar de specialiteit van het huis het traditionele Valenciaanse gerecht paella is, zit deze zaterdagavond vol. Er is Spaanse live muziek, er wordt gezongen en gelachen. Terwijl een paar kilometer verderop mensen hun hebben en houwen zijn kwijtgeraakt. Valencia is verworden tot een plek met twee compleet verschillende werelden.