Het licht ging uit in heel Nigeria op zondagnacht om twee uur, en sindsdien zit het West-Afrikaanse land zonder stroom. Dat alleen zou geen nieuws zijn: het nationale elektriciteitsnetwerk van Afrika’s grootste economie is zo verwaarloosd dat het geregeld uitvalt. Alleen dit keer is de stroomonderbreking opzet: Nigeria’s grootste vakbonden hebben het netwerk platgelegd om hun eisen voor een hoger minimumloon kracht bij te zetten. Met het huidige bedrag van omgerekend 19 euro per maand en zelfs met de door de regering voorgestelde verhoging naar 38 euro valt niet te leven, aldus de vakbonden. Dus kapten zij de naar schatting 200 miljoen inwoners van Nigeria af van de stroom.
Bankpersoneel, leraren in het openbaar onderwijs, verplegend personeel in de openbare ziekenhuizen, de transportsector en grondpersoneel van vliegvelden legden eveneens het werk neer in deze staking zonder einddatum. De actie treft iedereen. Desondanks is de sympathie ervoor opvallend groot.
De persen van Yakubu Salisa’s boekdrukkerij zwijgen sinds maandag. Ook is het stil bij de andere drukkers in het zanderige zijstraatje van Zoo Road in Kano, Nigeria’s grootste stad in het woestijnachtige noorden. Salisa’s bedrijf print romans in het Hausa, de noordelijke lingua franca, maar kan dat niet rendabel doen zonder stroom van het net. „Vroeger zette ik dan mijn generator aan, maar met de benzineprijzen tegenwoordig is dat geen doen meer. Dan kan ik de boel beter dichtgooien”, verzucht hij over de telefoon.
Inflatie
Geen inkomsten maar wel de huur moeten betalen, dat kan hij niet lang volhouden. Toch zegt de 62-jarige Salisa (62) achter de staking te staan. „Mensen zijn ten einde raad: alles is zó duur geworden! Ik mag God danken dat ik geen kinderen meer te voeden heb”, legt hij uit. Nigeria gaat gebukt onder een inflatie van dertig procent, vorig jaar verdubbelde de benzineprijs en onlangs die van stroom. Die laatste verhoging willen de bonden ook teruggedraaid zien. De lokale munt, de naira, verloor in die periode 70 procent van zijn waarde, terwijl de lonen niet meestegen. Salisa: „Eten is onbetaalbaar geworden. Daarom sta ik hier achter. Ik ben best bereid korte tijd te lijden, als het grote probleem maar wordt aangepakt en mensen het beter krijgen.”
In de zuidelijke kuststad Port Harcourt zit winkelier Susan Ekedi met lege vrieskisten. „Ik moet sinds gisteren al mijn klanten wegsturen”, zegt ze telefonisch. De zeven vriezers in haar winkel bij Navy Barracks zijn normaliter gevuld met kip en tilapia, maar zodra de 50-jarige hoorde dat de stroom was stilgelegd, bestelde ze geen nieuwe voorraad meer. Evengoed staat ze vierkant achter de vakbondsacties. Vorig jaar kon ze een kilo kip verkopen voor 2.500 naira (ongeveer 1,50 euro), maar nu moet ze diezelfde kilo verkopen voor minstens 4.500. „Al mijn klanten met een vast salaris klagen over de voedselprijzen. Ik vraag me serieus af hoe zij nog kunnen overleven.”
Eten is onbetaalbaar geworden. Daarom sta ik hier achter
In Ilorin, een grote stad zeshonderd kilometer ten noordwesten van Port Harcourt, zit cateraar Yinka Adeyemi (38) met de handen in het haar. Zij moet de komende vier dagen cateren voor 75 mensen, maar kan zonder koeling niets in bulk kopen. Dus moet ze iedere dag behalve koken en serveren ook naar de markt om verse producten in te slaan, zegt ze vanaf Offa Garage markt. „En al mijn batterijen zijn leeg! Je hebt geluk dat je me kunt WhatsAppen. Ik heb net mijn mobiel opgeladen in een winkel.”
Terwijl ze bij de viskraam wacht op een bestelling van heek voor 75 personen, legt ze uit waarom ze zich ondanks het ongemak kan vinden in de staking. Om een vierpersoons gezin een dag te voeden, heb je minstens 20.000 naira nodig, rekent de cateraar voor. „Maar het huidige minimumloon is 30.000 naira. Voor een maand. Daar kun je niet van eten, laat staan de vaste lasten van betalen. Volkomen belachelijk toch?” Zelfs de door de regering voorgestelde verdubbeling naar 60.000 naira is onvoldoende, wil ze maar zeggen. Vandaar dat ze de eis van de vakbonden begrijpt: „Give us a living wage”, een salaris waarmee je kunt rondkomen.
Benzineschaarste
Ondertussen is in Lagos, de economische hoofdstad aan de kust, benzine om je aggregaat mee te voeden inmiddels het meest begeerde en gezochte product. Door de transportstaking is er nu al een brandstoftekort en menig benzinestation op het vasteland zit zonder. Bij de pompen die nog wel verkopen staan honderden meters file en breken soms gevechten uit tussen de wachtenden, terwijl pompbedienden iedereen die wel aan de beurt komt om een steekpenning vragen. Bij de pomp van NIPCO aan de doorgaande weg die het vasteland van Lagos invoert, kost dat een klant dinsdagmiddag voor drie gevulde jerrycans 1.500 naira extra: een twintigste van het huidige minimum maandloon.
Vakbonden NLC en TUC verklaarden diezelfde middag de staking voor een week op te schorten omdat de regering heeft toegezegd dat er te praten valt over een verdere verhoging van het minimumloon. Maar stroom is er nog altijd niet. Het is de vraag hoe lang de solidariteit van de Nigerianen voortduurt als de schaarste toeneemt en langer aanhoudt.