De Universiteit Twente verwacht in 2023 opnieuw een begrotingstekort, ditmaal van 17 miljoen euro. Dat is 2 miljoen euro meer dan het tekort dat de universiteit zelf verwachtte bij het opstellen van de begroting in 2022, laat een woordvoerder donderdag weten naar aanleiding van berichtgeving door regionaal dagblad Tubantia. Ook voor het jaar 2022 ging de universiteit uit van een gat op de begroting. Dat viel destijds óók hoger uit dan geraamd: ruim 11 miljoen euro, in plaats van de verwachte 7,6 miljoen euro.
Volgens de universiteit zijn de inflatie, hogere lonen en een lager aantal nieuwe studenten redenen voor de financiële tegenvaller. Per 1 augustus gingen de universiteitssalarissen met 9 procent omhoog. En het aantal nieuwe inschrijvingen van studenten neemt sinds 2021 af: in september dat jaar begonnen nog 3.350 nieuwe studenten aan de Universiteit Twente, vorig jaar ging het om 2.643 studenten. Afgelopen september zou de nieuwe instroom „zo’n 6 tot 7 procent” lager zijn geweest dan een jaar eerder, aldus de universiteitswoordvoerder. Ook voor de komende jaren heeft de universiteit de prognoses voor het aantal nieuwe studenten omlaag bijgesteld.
De Universiteit Twente zou genoeg „financiële buffers” hebben om de tegenvallers op de begroting op te vangen. „Maar we weten dat ook de komende jaren een uitdaging worden, dus we zijn direct aan de slag gegaan”, aldus de woordvoerder. Zo kijkt de universiteit „scherper” naar het verlengen van tijdelijke contracten en het opnieuw invullen van vacatures wanneer een medewerker vertrekt. Met hoeveel banen het personeelsbestand uiteindelijk moet krimpen, kan de woordvoerder niet zeggen. „Het is elke keer maatwerk om te bekijken welke banen wel nodig zijn en welke niet”, zegt hij. „Maar het is wel zo dat wetenschappelijke functies minder uitwisselbaar zijn. Een docent bouwkunde kan niet ineens het werk van een docent wiskunde overnemen.”
Maatregelen
Faculteiten en andere diensten binnen de Universiteit Twente moeten ook bezuinigen. Ieder voorjaar stelt de organisatie een voorlopige begroting op, die tegen het einde van het jaar opnieuw wordt beoordeeld, onder meer op basis van de daadwerkelijke cijfers van het aantal nieuwe studenten. In vergelijking met die ‘Voorjaarsnota’ moeten faculteiten volgend jaar 2 procent op de kosten besparen. „We vragen onze medewerkers bijvoorbeeld beter om te gaan met kleine uitgaven. Is die reis echt nodig, moet je die meeting echt in een café doen?”
Ook heroverweegt de universiteit „in algemene zin” het budget voor huisvesting en universiteitsgebouwen. „Dat betekent soms dat we minder kunnen renoveren of verduurzamen”, aldus de woordvoerder. „Soms zal dat ook betekenen dat we nieuwbouwplannen uitstellen.” De plannen van één nieuw onderzoeks- en onderwijsgebouw zouden al stilgelegd zijn. „Dat heeft er ook mee te maken dat we minder studenten verwachten de komende jaren, en een nieuw gebouw dan misschien niet meer nodig is.”
Waarom het aantal nieuwe aanmeldingen de afgelopen twee jaar is teruggelopen, weet de woordvoerder niet. Mogelijk is er een link met de discussie rond het inperken van het grote aantal internationale studenten op universiteiten, die sinds een aantal jaar woedt. „De minister heeft universiteiten gevaagd minder actief studenten te werven in het buitenland, wellicht heeft dat al effect gehad”, zegt hij. „Wij pleiten er in ieder geval voor het aantal studenten van technische opleidingen op peil te houden. De arbeidsmarkt heeft behoefte aan bèta’s.”