N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Film
Documentaire In ‘All the Beauty and the Bloodshed’ blijkt keer op keer hoe bij Nan Goldin niet alleen haar werk en het persoonlijke altijd door elkaar lopen, maar ook kunst en activisme.
All the Beauty and the Bloodshed, de documentaire die er tijdens het afgelopen filmfestival van Venetië onverwacht met de Gouden Leeuw vandoor ging, voelt in eerste instantie als twee afzonderlijke films.
Er is het verslag van de activistische strijd van Nan Goldin (1953) samen met de door haar opgerichte organisatie P.A.I.N. tegen de Sacklerfamilie, de farmaceuten achter kalmeringsmiddel Valium en later pijnstiller OxyContin. Het was een doorn in het oog van de succesvolle fotografe dat wereldwijd kunstinstellingen de Sacklers lauwerden als mecenas terwijl deze farmaceuten miljoenen Amerikanen, onder wie zijzelf, verslaafd maakten aan verdovende middelen. Volgens Patrick Radden Keefe, journalist voor onder meer The New Yorker, stierven tot nu toe bijna een half miljoen mensen door de opiatencrisis in de VS.
Goldins strijd tegen de machtige Sacklers is een onderwerp dat je verwacht bij politiek filmmaakster Laura Poitras. Maar tussen die activistische acties van P.A.I.N. monteert ze dus een soort ‘tweede film’ waarin de kunstenares zeer persoonlijk en uitgebreid terugblikt op haar leven en carrière. In Poitras’ met een Oscar bekroonde verslag over de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden (Citizenfour, 2014) werden dit soort persoonlijke details juist vermeden.
Met een rasperige stem horen we Goldin vertellen hoe ze begon te fotograferen tijdens haar benauwende, traumatische jeugd – haar rebelse zus die door haar conformistische ouders werd weggestopt in een instelling pleegde zelfmoord. Nadat ze zelf als tiener uit huis was geplaatst, maakte Goldin midden jaren zeventig en tachtig naam met haar rauwe, schijnbaar spontane snapshots van zichzelf en haar vrienden.
De subculturen vol buitenbeentjes waarin de fotografe zich thuisvoelde, gaven zich schaamteloos over aan haar blik. Het leverde nu wereldberoemde, maar in een tijd van „zwart-wit liggende foto’s”, zoals Goldin het zelf omschrijft, baanbrekende beelden op. Intiem en confronterend portretteerde ze queerscènes, feesten badend in junky chic, seks, drugsgebruik, maar ook huiselijk geweld.
Langzaam beginnen de twee lijnen in All the Beauty and the Bloodshed zo steeds duidelijker één geheel te vormen en begrijp je Poitras’ aanpak steeds beter. Want steeds opnieuw blijkt hoe bij Goldin niet alleen haar werk en het persoonlijke altijd door elkaar lopen, maar ook kunst en activisme. Beelden van haar eigen gezicht, bont en blauw geslagen door een ex-partner, zijn niet alleen een herinnering dat ze weg moet blijven bij hem, maar ook een statement over onder meer de afhankelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Haar werk over de ravage die aids aanrichtte onder haar New Yorkse kennissen was persoonlijk – we zien op Goldins foto’s haar goede vriendin, actrice Cookie Mueller, euforisch feesten, trouwen en op veertigjarige leeftijd sterven aan aids. Maar diezelfde beelden waren ook extreem politiek, Goldin doorbrak via haar werk het stilzwijgen rond de aidsepidemie.
Goldins activistische strijd tegen de Sacklers wordt dan weer doorkruist met theatrale performances. Zo opent de docu met een bittere maar esthetische actie waarin ze samen met P.A.I.N.-leden de elegante vijvers van de Sacklervleugel van het Metropolitan Museum in New York verandert in treurige plassen vol oranje OxyContin-buisjes.
Het resultaat is dat All the Beauty and the Bloodshed niet alleen toont hoe activisme echt iets kan veranderen, door de film heen zien we de ene na de andere kunsttempel de naam van de Sacklers uit hun zalen halen. Of een uniek portret is van een kunstenares die zich in het hart bevond van maatschappelijke omwentelingen en crisissen en deze op eigenzinnige wijze vastlegde. Maar de film maakt ook duidelijk dat kunst geboren uit noodzaak en de drang naar verandering iets in gang kan zetten.
All the Beauty and the Bloodshed is zelf trouwens ook meer een activistisch kunstwerk dan een film die volledigheid nastreeft. Wie meer achtergrondinformatie zoekt over de Amerikaanse opiatencrisis of hoor en wederhoor verwacht over dit onderwerp, moet elders zijn. Ook ben je er continu bewust van dat wat Goldin vertelt over haar verleden subjectief en selectief is. In de openingsmomenten stelt ze al dat het „gemakkelijk is om verhalen van je leven te maken”. Maar de erkenning hiervan doet niets af aan de krachtige boodschap in Goldins werk en deze film.