Unesco-stad Luang Prabang in gevaar door dam in de Mekongrivier

Reportage

Luang Prabang Laos wil ‘de batterij van Zuidoost-Azië’ worden en bouwt in een razend tempo tientallen waterkrachtcentrales. Een nieuwe dam in de Mekongrivier ten noorden van Luang Prabang brengt het voortbestaan van het Unesco-stadje in gevaar.

De vele nieuwe dammen in de Mekongrivier vormen volgens experts een bedreiging voor natuur en leefomgeving.
De vele nieuwe dammen in de Mekongrivier vormen volgens experts een bedreiging voor natuur en leefomgeving. Foto Manos Fikaris

In stilte lopen de boeddhistische monniken van het Laotiaanse Luang Prabang met hun bedelnap langs de gelovigen die in de vroege ochtend langs de weg pakketjes eten aanbieden. Een vrouw raakt uit eerbied haar voorhoofd aan voor ze haar offerande, een rijstmaaltijd gewikkeld in bamboeblad, in de bedelkom legt. Al eeuwen een dagelijks ritueel in deze idyllische omgeving. Het historische koningsstadje, in 1995 geplaatst op de Unesco-werelderfgoedlijst, wordt omringd door groene heuvels en is gelegen op de plek waar zijrivier Nam Khan de Mekongrivier instroomt. En nu is Laos, ondanks bezwaren van activisten en wetenschappers, vijfentwintig kilometer stroomopwaarts toch begonnen aan de bouw van een waterkrachtcentrale. In aardbevingsgebied. Experts vrezen een dambreuk. Met een allesvernietigende vloedgolf tot gevolg.


Na een laatste bocht over een smalle asfaltweg, diep in de Laotiaanse heuvels, doemt de brug over de Mekongrivier op. In de vallei verhogen kranen en tractoren de fundamenten van de Luang Prabangdam. Aan de overkant wonen dorpelingen die binnenkort hun huizen moeten verlaten. De bewoners willen ondanks het risico op ernstige represailles hun verhaal doen. Protesteren is gevaarlijk in Laos. Ook nieuwsgierige buitenlandse journalisten worden niet geduld. De brug blijkt bewaakt. Een gewapende man verspert de weg.

Lees ook: Extreme schulden duwen Laos steeds dieper in de armen van China

Laos wordt sinds 1975 geregeerd door de communistische Revolutionaire Volkspartij en vaart sinds de jaren 1980, net als buurman China, een staatskapitalistische koers. In de zoektocht naar economische groei zijn zeer omstreden afslagen genomen. Niet alleen heeft het land zich door investeringsprojecten, waaronder een onrendabele hogesnelheidslijn, diep in de schulden gewerkt, ook het energiebeleid pakt desastreus uit. Sinds 2005 heeft Laos de ambitie om ‘de batterij van Zuidoost-Azië’ te worden. Het land heeft inmiddels 78 dammen aangelegd. Nog eens 246 dammen staan in de planning. Een derde van de opgewekte stroom is voor eigen gebruik, de rest is bedoeld voor export naar Thailand, China en Vietnam. De Luang Prabang-waterkrachtcentrale maakt deel uit van een reeks dammen die Laos in de Mekongrivier wil bouwen. Gevolgen voor milieu en bevolking worden consequent opzij geschoven.

Zo stelt de Mekong Rivier Commissie (MRC), een intergouvernementeel adviesorgaan van Laos, Vietnam, Thailand en Cambodja, opgericht om de balans tussen natuur en industrie te bewaken, al in 2018 dat tegen 2040 de visstand tussen de 40 procent tot 80 procent verder afgenomen zal zijn. Daarbij houden de dammen de afzetting van vruchtbare klei tegen. Als er niets gebeurt, zal de vruchtbare grond aan de oevers van de Mekong-delta binnen vijftien jaar met 90 procent gereduceerd zijn. Een ramp voor de rijstteelt stroomafwaarts in Vietnam en Cambodja, waar zo’n zeventig miljoen mensen langs de rivier leven.

Liggend in een badkuip

En nu komt er ook werelderfgoed in gevaar. Omdat er ten zuiden van Luang Prabang al enkele dammen zijn gebouwd, ligt het stadje als het ware in een badkuip en fungeert de dam als een kurk. Bij een dambreuk zou het verzamelde water zich in een verwoestende golfbeweging uitstorten over de stad. Luang Prabang ligt in aardbevingsgevoelig gebied. Zo is er in 2019 een aardschok met een kracht van 6,4 gemeten. Het risico dat de dam een aardbeving niet zal doorstaan, is volgens de meeste experts te groot. Het zou niet de eerste keer zijn dat er in Laos een dam doorbreekt. In 2018 stortte de Xe Pian Xe Namnoydam in het zuiden van Laos in. Daarbij verdronken 71 dorpelingen, en ruim veertienduizend mensen raakten hun huis kwijt.

In 2021 stelde een Unesco-commissie dat de bouw van de dam „onverenigbaar” is met de bescherming van werelderfgoed. Waar de bevolking van Luang Prabang eeuwenlang leefde met een bewegelijke, soortenrijke rivier, zal het stadje in de toekomst liggen aan een levenloos meer, waarschuwde geograaf Philip Hirsch, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Sydney in de Thaise krant The Bangkok Post. De cultuur van Luang Prabang is nauw verweven met de natuurlijke omgeving.

Gedwongen verhuizing

Voor de komst van de dam moeten tienduizenden omwonenden worden verplaatst. In het dorp Samakkhixai, een uur rijden ten zuiden van Luang Prabang, weten ze hoe dat gaat. De zeshonderd huishoudens woonden ooit in twaalf dorpen langs de Nam Khanrivier. Twaalf jaar geleden kregen te horen dat ze moesten verhuizen voor de bouw van een dam. Vanaf een dorre heuvel kijken dorpelingen naar de tientallen eentonige rijen houten huizen onder hen. „We hadden het voorheen beter”, vertelt een man, die niet met zijn naam in de krant wil. „We hebben weliswaar nieuwe huizen, maar er is geen werk. We kunnen niet meer vissen en er is geen land om gewassen te verbouwen.” Zijn vrouw wijst naar de droge stekelstruiken naast het huis. „Daar kunnen we toch niets planten? Vroeger haalden we water uit de rivier. Nu moeten we ervoor betalen. We hebben nu wel elektriciteit, maar ook daarvoor moeten we betalen. Van welk inkomen?”

Wie profiteert wel van de dammen? Volgens geograaf Gary Lee van de organisatie International Rivers ontbreekt economische logica. „Het land steekt zich in de schulden om de waterkrachtcentrales te bouwen”, zegt hij aan de telefoon vanuit Bangkok. En vervolgens gaan de meeste inkomsten niet naar Laos, maar naar buitenlandse investeerders. Zo is de Luang Prabangdam grotendeels in handen van een Vietnamees en een Thais bedrijf. „Van de meeste damprojecten heeft Laos zelf slechts 10 tot 15 procent van de aandelen in handen”, stelt hij.

Omdat Laos niet aan zee ligt, is de Mekong cruciaal voor landbouw en visserij, transport en handel. Foto Sirachai Arunrugstichai/Getty

Levenloze stroomopwekker

Op de Mekongrivier in het gebied tussen Laos en Thailand is het ijzig stil. Er klinken geen vogels. Behalve een enkele waterbuffel die in het water verkoeling zoekt, is langs de oevers amper activiteit. Vijftien jaar geleden zouden over een afstand van honderd kilometer zo’n duizend vissers hun netten uitgooien. De ooit zo machtige rivier is door de vele dammen in China en Laos verworden tot een levenloze stroomopwekker.

Vierhonderd kilometer stroomafwaarts, in het Thaise Chiang Khong, zit activist Niwat Roykaew (62) in een leunstoel voor zijn houten huis, waarop kleurrijke spandoeken met teksten als ‘The Mekong is our Mother’ en ‘No Dams’ zijn gespijkerd. Al jaren ziet de oprichter van de lokale milieuorganisatie Mekong School Chiang Khong met lede ogen aan hoe het ecosysteem van de rivier verschraalt. In 2020 was Roykaew een van de activisten die een brandbrief stuurde naar Unesco over de bouw van de Luang Prabangdam. „Vijftien jaar geleden, toen de Chinezen hun eerste dam in de Boven-Mekong bouwden, kregen we voor het eerst te maken met de gevolgen”, vertelt hij. „Opeens steeg het water. Bleek dat ze als test de sluisdeuren hadden geopend. Sindsdien daalt en stijgt het water op de raarste momenten.” Door de jarenlange onnatuurlijke schommelingen is de ecologie van de rivier ernstig verstoord. „Vogels leggen hun eieren op de eilanden die bij laag water in de rivier verschijnen. Het is nu al een paar keer voorgekomen dat, doordat de waterkrachtcentrales plotseling water vrijlaten, de nesten wegspoelen voordat ze uitgebroed zijn.” Ook verstoren de dammen de voortplantingscyclus van vissen, die bijvoorbeeld niet meer stroomopwaarts naar broedplaatsen kunnen zwemmen. De activist hoopt dat de Mekong nog te redden is. Op overheden rekent hij niet meer. „Die denken alleen maar aan hun winsten.” Wel is hij optimistisch over de jonge generatie. „De Mekongrivier is een van de grootste rivieren ter wereld, met een biodiversiteitssysteem van mondiaal belang. Jongeren snappen dat. Ze zitten op internet. Ze begrijpen dat we maar één planeet hebben.”

Boeddhabeeld als huwelijksgeschenk

In Luang Prabang zijn de monniken teruggekeerd naar de tientallen tempels die het stadje rijk is, verspreid tussen traditionele Laotiaanse houten woningen en negentiende-eeuwse koloniale herenhuizen. De stad herbergt oude cultuurschatten, waaronder het beroemde Boeddhabeeld ‘Phra Bang’, ofwel ‘de Boeddha die angsten bezweert’. De Boeddha is een huwelijksgeschenk aan de koning van Laos toen hij in de veertiende eeuw een Khmer-prinses uit het huidige Cambodja trouwde. Het beeld staat nu in een speciale tempel van het Luang Prabang paleismuseum.

„We doen er alles aan om de gebouwen in de erfgoedzone te beschermen”, vertelt een werknemer van het Unesco-kantoor, dat wordt gerund door de Laotiaanse overheid. Hij wil NRC te woord staan, mits zijn naam niet in de krant komt. Hij beseft dat het internationale aanzien van de stad is verbonden met het toerisme. In 2019, voor de coronacrisis, ontving Luang Prabang achthonderdduizend bezoekers. „We hebben strenge regels opgesteld. De meeste inwoners willen hun huis moderniseren, maar in de historische zone mag dat niet. Als iemand toch iets aan zijn huis verandert, wordt dat gemeld door de buurtleider. En moeten wij ingrijpen.” Hij zucht. „Mensen worden vaak boos. We proberen uit te leggen waarom het zo belangrijk is. We hebben geen gemakkelijke taak.” De risico’s van de komst van de dam zwakt hij af. De ingenieurs weten wat ze doen, stelt hij. „Wel maak ik me zorgen om onze positie bij Unesco. Ik hoop niet dat we op de zwarte lijst terecht komen. We hebben de internationale steun hard nodig. Vooral om de verkoop van historische huizen aan buitenlanders, voornamelijk Chinezen en Vietnamezen, die er graag een hotel of restaurant van maken te voorkomen.”

Erfgoed beschermen

Een groepje bewoners zit in het hart van de oude binnenstad onder de houten luifel van hun huis. Op voorwaarde dat haar naam niet genoemd wordt, wil een van de vrouwen, een forse zestiger, de mouwen van haar blouse heeft ze opgestroopt, wel vertellen dat het een uitdaging is om in een traditioneel huis te wonen. „We snappen dat erfgoed belangrijk is, maar het onderhoud is duur.” Ze wijst naar de afbladderende houten muur. „We moeten het elk jaar verven. Veel mensen willen het liefst een nieuw huis bouwen. Maar dat is verboden.” En als je tegen het beleid protesteert? De vrouw verstart. Terwijl ze met een handgebaar aangeeft dat ze daar niets over kan zeggen, loopt een groepje Spaanse backpackers vrolijk voorbij. Ze verblijven in het Vietnamese guesthouse naast haar huis. „We willen de inkomsten van het toerisme niet verliezen. We weten dat de toeristen komen om de oude huizen te zien.” Is de dam wel eens onderwerp van gesprek? Ze schudt haar hoofd. „Ik denk niet dat de mensen weten wat het gevaar is.”

In september komt de Unesco-commissie weer bijeen en wordt een besluit genomen over het lot van Luang Prabang. Vermoedelijk zal de stad op de lijst van de bedreigd erfgoed worden geplaatst.Het is niet de verwachting dat Laos met de bouw van de dam zal stoppen.