Uitzonderlijke stap: in Senegal verschenen dinsdag veel kranten niet, en gingen radio- en televisiezenders op zwart

Moussa Wade is dinsdagochtend toch naar zijn vaste stek gekomen. Maar in plaats van dat hij zoals gebruikelijk met een stapel kranten in zijn hand zwaait naar de passerende auto’s bij dit drukke kruispunt in de Senegalese hoofdstad Dakar, zit hij op een bankje bij zijn buurman die bekertjes Nescafé verkoopt. „Er zijn geen kranten vandaag”, verontschuldigt de krantenverkoper zich. „Misschien morgen weer.”

Een patstelling tussen Senegals nieuwe regering en de bazen van private mediahuizen over omgerekend tientallen miljoenen euro’s aan belastingschuld loopt steeds verder op. Dinsdag gingen kranten, radio- en televisiezenders over op hun ultieme pressiemiddel: een ‘journée sans presse’, een dag zonder pers. Geen kranten, geen nieuwsuitzendingen.

„Het is een extreme maatregel in een democratie als de onze”, zegt Mamadou Ibra Kane, voorzitter van een koepelorgaan voor uitgevers en distributeurs. Máár, zegt hij ook, hun sector verkeert in een diepe crisis. Zo moest Kane recent zelf de publicatie van zijn twee sporttitels stopzetten, vanwege geldproblemen. „Meermaals hebben we de autoriteiten gevraagd met ons in gesprek te gaan. In plaats daarvan nemen ze maatregelen die ons de nek om draaien.”

Denk: het bevriezen van bankrekeningen. En: het plots schrappen van alle contracten voor advertenties van overheidsinstellingen, voor velen een belangrijke inkomstenbron.


Lees ook

President stort schijnbaar stabiel Senegal in diepe politieke crisis met uitstel van verkiezingen

President Macky Sall (midden) spreekt vorig jaar tijdens een bijeenkomst in het Republikeinse Paleis van Dakar.

Belastinginspecteurs

Centraal in de ruzie staat een openstaande rekening van omgerekend zo’n 60 miljoen euro aan belasting die de mediahuizen verschuldigd zijn. Vlak voor gespannen verkiezingen eind maart, kondigde toenmalig president Macky Sall aan die schuld kwijt te schelden. Dit op aandringen van Kane en zijn collega’s, die Sall wezen op de nog altijd grote verliezen die hun sector lijdt sinds het uitbreken van Covid-19.

Zover kwam het niet: Senegals nieuwe leiders, president Bassirou Diomaye Faye en diens premier Ousmane Sonko, twee voormalig belastinginspecteurs, willen er niets van weten. Sonko, wiens partij onder Sall werd opgeheven en die samen met honderden militanten (onder wie Faye) maanden in de gevangenis zat – waarschuwde in een felle toespraak in juni dat „al diegenen die de staatskas hebben geplunderd, zullen betalen”.

De politicus doelde deels op Salls regering, die hij beschuldigt van corruptie. Maar hij haalde ook uit naar de Senegalese pers voor het „verspreiden van desinformatie” en „verduisteren van publieke middelen”, wijzend op hun belastingschuld. Enkele dagen eerder konden de eerste mediahuizen plots niet meer bij hun bankrekeningen.


Lees ook

‘Plan B’ is nu president van Senegal: ‘een historisch moment’

Bassirou Diomaye Faye (44), een voormalig belastinginspecteur zonder ooit een publieke functie te hebben bekleed, wordt dinsdag beëdigd als president van Senegal.

Kane noemt dit een afrekening. „Ze willen af van de media die tegen hen zouden zijn geweest toen ze in de oppositie zaten. Daarbij gooien ze iedereen op één hoop.” Eerder onder oud-president Sall voelden media zich ook een doelwit. In de laatste jaren van zijn regime nam de repressie van journalisten fors toe. Telefoontjes en berichten van NRC aan woordvoerders van de huidige regering bleven onbeantwoord.

Laatste redmiddel

Enkele kranten, waaronder het populaire Walf Quotidien, dat onder de regering-Sall werd weggezet als pro-Sonko en recent zijn rekening ook bevroren zag worden, verschenen dinsdag toch. Een persloze dag mag alleen een allerlaatste redmiddel zijn, schreven zij op hun voorpagina. „We willen niet verstrikt raken in tegenstrijdigheden door rechten op te eisen, terwijl we daarmee tegelijkertijd mensen hun recht op informatie ontnemen.”

Ook op de redacties van de stakende media steunt niet iedereen hun baas. „Dit is hún strijd”, foetert een journalist, die zegt onlangs na twee maanden „een kruimel” van zijn salaris te hebben ontvangen. „Wij zijn, zoals altijd, de dupe.”