In juli vorig jaar liet de 26-jarige Ayanda Tom aan zijn familie weten dat hij weer „onder de grond” zou gaan. Zijn zus, Thandeka Zinzi Tom, wist wat dat betekende: twee à drie maanden zou ze niets van hem horen. In oude mijnen, diep onder het Zuid-Afrikaanse aardoppervlak, zoekt Tom al een paar jaar met eenvoudige middelen naar restjes goud. ‘Zama zamas’ worden de illegale mijnwerkers in Zuid-Afrika genoemd. Vrij vertaald uit het Zulu: gelukzoekers. „Honger maakt soms dapper”, zei Zinzi Tom in december over haar broer tegen radiozender Voice of America.
Drie maanden passeerden en Ayanda Tom kwam niet meer boven. Hij is een van de naar schatting vijf- tot zevenhonderd illegale mijnwerkers die nog vastzitten in de Buffelsfontein-mijn nabij het plaatsje Stilfontein, op zo’n 150 kilometer ten zuidwesten van Johannesburg. Of haar broer nog leeft weet Tom niet. Met hulp van mensenrechtenorganisaties deed ze vorige week een zoveelste beroep op de rechter. Het Hof in Pretoria stelde haar vrijdag in het gelijk: de Zuid-Afrikaanse overheid moet een reddingsoperatie mogelijk maken en financieren.
Uitgemergelde mannen
Die reddingsoperatie is in het weekend langzaam op gang gekomen en wat al gevreesd werd, is volgens de hulporganisaties werkelijkheid geworden: veel mijnwerkers hebben de lange periode onder de grond niet overleefd.
Op een gruwelijk filmpje dat volgens de organisatie Mining Affected Communities United in Action (Macua) in de mijn is gemaakt zijn tientallen in plastic gerolde lichamen te zien. Daarnaast: om hulp smekende uitgemergelde mannen die nog leven maar voor wie iedere seconde telt. Volgens Macua en industrievakbond Giwusa liggen in de mijn de stoffelijke overschotten van zeker 109 mensen.
Nadat maandag al negen lichamen naar boven zijn gebracht, kwamen daar dinsdag nog eens 42 slachtoffers bij. Dinsdagavond waren totaal 90 mensen met een kooilift aan een takel levend omhoog gehaald, melden waarnemers van Macua die terplaatse zijn aan NRC. Zij gaan vrijwel allemaal rechtstreeks naar het ziekenhuis, of worden in de boeien geslagen door de politie.
„Wat we hier zien moet je noemen wat het is: een massaslachting”, zei vakbondsleider Mametlwe Sebei van Giwusa maandag tegenover lokale media bij de mijnschacht. Volgens hem is dat de schuld van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten. De politie heeft maandenlang „leugens en verzinsels” verspreid over de mogelijkheden die de mannen hadden om zelfstandig uit de mijn te komen, zei Sebei. De mijn is bijna twee kilometer diep. „Je kunt niet uit een twee kilometer diep gat omhoog klimmen.”
Bovendien: twee weken geleden, net voor de jaarwisseling, heeft de politie de door de lokale gemeenschap ingestelde ‘lifeline’ verwijderd: touwen en katrollen die gebruikt werden om voedsel, water en medicamenten naar beneden te brengen, vertelt mensenrechtenactivist Tauriq Jenkins telefonisch. Hij werkte de laatste maanden nauw samen met de lokale gemeenschappen die probeerden familieleden boven de grond te krijgen. „De mannen konden geen kant op.”
En eigenlijk was dat precies wat de Zuid-Afrikaanse autoriteiten wilden toen ze in augustus vorig jaar operatie ‘Vala Umgodi’ (sluit het gat) lanceerden om een vuist te maken tegen de illegale mijnbouw. De schachten die toegang geven tot oude, door de grote mijnbedrijven gesloten mijnen zijn vanaf dat moment permanent bewaakt door zwaar bewapende politieagenten. Zo’n 12.000 mensen liepen zo in de val, maar overleefden het wel. De autoriteiten toonden geen genade voor de achterblijvers. „We gaan criminelen niet helpen”, zei minister Khumbudzo Ntshavheni in november over Stilfontein. „We gaan ze uitroken. Uiteindelijk komen ze wel boven.”
Dat leidde tot ontzetting bij mensenrechtenorganisaties, maar wat in de oude mijnen gebeurt laat veel Zuid-Afrikanen in de steden onverschillig – niet het minst omdat veel van de illegale mijnwerkers uit buurlanden komen. Regelmatig komt het tussen Zuid-Afrikanen en ongedocumenteerde arbeidsmigranten uit vooral Zimbabwe en Mozambique tot aanvaringen.
Zwarte markt
Mijnbedrijven vragen al langer aan de Zuid-Afrikaanse overheid om strenger op te treden tegen de zama zamas. De mannen die illegaal onder de grond naar goud zoeken, werken vaak voor zeer gewelddadige misdaadsyndicaten die een levendige zwarte markt voor goud en andere edelmetalen in stand houden. Volgens sommige schattingen is 10 procent van Zuid-Afrika’s goudproductie afkomstig van illegale mijnbouw. In de door de mijnbedrijven verlaten schachten maken mannen met AK47-machinegeweren vaak de dienst uit. De overheid loopt door de illegale productie ook belastinginkomsten mis.
Maar op deze wijze, zegt mensenrechtenactivist Jenkins, worden niet de syndicaten maar de desperate mijnwerkers zélf aangepakt. „Deze mijn is tien jaar geleden door het mijnbedrijf afgestoten zonder dat er een idee was wat de omwonenden dan moesten gaan doen. Arme mensen proberen hier een inkomen bij elkaar te sprokkelen. Zij zijn geen misdadigers.” Jenkins hoopt dat door de uitspraak van het Hof in de zaak over de broer van Zinzi Tom een andere wind gaat waaien. Operatie Vala Umgodi is in ieder geval niet langer houdbaar, zegt hij. „Mensen blijven dood gaan als er geen alomvattend plan voor afgestoten mijnen komt. Politici moeten inzien: je kunt als natie niet je eigen mensen vermoorden.”
Update (14/1): Het aantal dodelijke slachtoffers en het aantal mensen dat levend uit de mijn is gehaald is dinsdag om 19 uur geactualiseerd.