Uitgedroogd Namibië teert op prehistorische ondergrondse watervoorraden. ‘Hoe het verder moet als die op zijn, weet niemand.’

Bergen en vlaktes in een eindeloze leegte van zand en steen. Zo nu en dan kranige, dorre boompjes en struiken, soms ineens onderbroken door een klein lint verrassend groene levendigheid, palmbomen zelfs.

Dat is Namibië, samengevat.

Als je denkt dat het droog is, blijkt het altijd nog droger te kunnen. Na een paar dagen reizen zijn je lippen en je huid als schuurpapier, je haar vlassig stro. Dat het niet altijd zo waterloos was, bewijzen de rivieren die je met enige regelmaat tegenkomt. Het zijn rivieren zonder water, met alleen nog bruggen, naambordjes en een lijntje op de kaart.

Bij dieren die langs de weg lopen zijn de botten goed zichtbaar, hun ogen diep in de kassen. Schapen wroeten tussen de steentjes naar een sprietje groen, terwijl geiten hun laatste beetje kracht gebruiken om met een sprong het onbereikbaar blaadje te bereiken. Aan het eind van de middag, terwijl de zon zijn goudgele gloed over het dorre landschap uitspreidt, gaan ook kuddes runderen met hun herder op weg naar huis. Hun tred is loom, vermoeid door de vele kilometers die ze moeten afleggen op zoek naar wat eetbaar groen.

„De afgelopen acht, negen jaar heeft het hier nauwelijks geregend”, verzucht boer Mario Nel in de zwaar door droogte getroffen provincie Kunene. Hij sluit de stalen poort van zijn erf in Kamanjab om zijn enthousiaste honden en tam gemaakte cheeta’s in bedwang te houden. „Ik had driehonderdvijftig runderen, nu nog tachtig. De rest heb ik moeten verkopen, zoals iedereen hier.” De prijs van een koe is bijna gehalveerd. 7.500 Namibische dollar krijgt hij er nog voor, nog geen 400 euro.

Ook voedsel verbouwen heeft bijna geen zin meer. Nel heeft nog het geluk dat zijn boerderij bovenop een onderaardse waterbron staat. „Daardoor is hier nog een beetje groen en kan ik wat water oppompen. Ik probeer daarmee nog wat te verbouwen, zoals maïs en mango’s, maar alle dieren hebben honger. Nauwelijks rijp eten de vogels het fruit op, waarna de bavianen de rest verorberen.” De enige optie is om te telen achter een elektrisch hek en dat is duur. En dus koopt Nel steeds meer uit Zuid-Afrika geïmporteerd veevoer. Zijn boerderij, met zevenduizend hectare volgens hem zelf „gemiddeld voor een grote boer in Namibië”, is nauwelijks meer rendabel.

Ik had driehonderdvijftig runderen, nu nog tachtig. De rest heb ik moeten verkopen, zoals iedereen hier

Mario Nel
boer

In een bergachtig marslandschap, op ruim twee uur rijden van Kamanjab, ligt het dorp Bergsig. Hier geen boeren met meerdere hectares land, maar semi-nomadische herders. Bij de dorpswinkel hangt Veraelee Kasaona rond. „Het is een ramp”, zegt hij. „De droogte maakt mijn dieren zwakker. Je ziet dat aan hun poten, bek en ogen. Ze worden ziek en leveren uiteindelijk veel minder vlees.”

Ook Kasaona heeft een groot deel van zijn veestapel verkocht voor een lage prijs. „Er is niet genoeg te eten voor mijn schapen en geiten. Ze grazen nu vijftien kilometer hiervandaan op een plek waar nog wat water en een beetje groen is.” Bij toerbeurt passen de dorpelingen op het vee. Ze hebben minder melk en vlees van hun eigen kudde, en ook veel minder werk.

Dan komt dorpsgenoot Steline Ernesis met haar baby op de arm aanlopen. Ernesis vertelt dat ze sinds een jaar volledig afhankelijk is van voedselhulp. „Via een steunfonds van de overheid krijg ik maïsmeel, vis in blik en kookolie”, vertelt de vrouw. Ondanks de historische droogte wil ze hier blijven wonen. „Zolang ik hulp krijg, blijf ik.”

Laatste tien jaar erger

Ook in hoofdstad Windhoek valt geen druppel meer. Naast de bijna levenloze botanische tuin is de meteorologische dienst van het land. gevestigd. „Namibië is altijd een droog land geweest, maar de laatste tien jaar is het duidelijk erger”, bevestigt adjunct-directeur Simon Dirkse. In zijn kantoor staat hij NRC te woord, samen met met Sieglinde Somses, die als ‘Meteorological Technician’ de weerdata van Namibië analyseert.

„De droogte is het gevolg van stijgende temperaturen”, legt Dirkse uit. „2024 wordt waarschijnlijk weer een recordjaar wat hitte betreft. Het is tot nu gemiddeld zo’n twee graden warmer dan normaal. En dat terwijl de temperatuur hier sinds de jaren negentig anderhalf tot twee graden is gestegen. Namibië kan dus zomaar vier graden warmer worden.”


Lees ook

Wetenschappers voorspellen nieuwe El Niño en tijdelijk extra opwarming

El Niño’s leiden tot extra droogte in grote delen van de wereld, onder meer het Midden-Oosten en Australië.

De reden dat Namibië, en ook andere delen van zuidelijk Afrika, harder getroffen worden, is dat de Benguelastroom, die koud water van Antarctica naar de kust brengt, zwakker is dan normaal. Daardoor stroomt er minder frisse lucht het continent op en koelt Namibië minder af.

„Dat leidt tot een verstoring van het ecosysteem, waardoor het ook droger wordt”, weet Somses. „Die droogte wordt de laatste jaren nog eens extra versterkt door het effect van El Niño. Waardoor er echt vrijwel geen regen meer het land in komt.”

„Namibië wordt, samen met andere landen in Afrika enorm hard getroffen door klimaatverandering”, verzucht Dirkse. “Dat is wrang, want onze eigen uitstoot is verwaarloosbaar met die van het westen, India en China.”

Prehistorische watervoorraden

Kunnen mensen nog wel blijven wonen in droge gebieden als deze? De Namibische overheid hoopt van wel, vertelt Somses. „We zijn begonnen met proefprojecten waarbij we pijpleidingen aanleggen en helpen met putten slaan. Ook leren we boeren om andere gewassen te telen die beter tegen droogte kunnen.”

Grote delen van Namibië overleven op dit moment dankzij de prehistorische ondergrondse watervoorraden die het land heeft. Deze bassins zijn ook de bron van het plotselinge groen dat je zo nu en dan in het landschap ziet. Maar die voorraad is niet oneindig. Het ligt er al miljoenen jaren en wordt niet natuurlijk aangevuld. Hoe het verder moet als dat water op is, weet niemand.

In Kunene kijkt boer Nel liever niet te ver vooruit. „Misschien is dit land over vijftig jaar helemaal uitgedroogd, maar waarschijnlijk leef ik dan ook niet meer.” Die rust heeft de kleine boer Kasaona niet: „Ik hoop echt dat we dit jaar in oktober weer een beetje regen krijgen.”