Het Israëlische leger heeft begin december militairen teruggeroepen uit Nederland. Niet uit veiligheidsoverwegingen, zeiden anonieme bronnen uit het leger tegen de Israëlische nieuwswebsite Ynet, maar uit angst dat ze „aangehouden zouden kunnen worden” voor oorlogsmisdaden. Volgens Israëlische kranten heeft dat te maken met juridische procedures die pro-Palestijnse actiegroepen zijn begonnen tegen militairen. Minstens acht militairen die in Nederland, Cyprus en Slovenië verbleven, zouden de instructie hebben gekregen deze landen per direct te verlaten omdat aangifte tegen ze was gedaan.
Ook waarschuwde het Israëlische leger (IDF) zo’n dertig andere militairen om niet naar het buitenland te reizen. De IDF zouden volgens een rapport in handen van Times of Israël „risico-inschattingen” uitvoeren voor militairen met buitenlandplannen, en hen adviseren niet hun locatie in het buitenland te delen.
De IDF hebben de waarschuwing niet officieel bevestigd of ontkend. De Israëlische ambassade in Nederland wilde niet inhoudelijk reageren op vragen van NRC.
Juridische procedures
De pro-Palestijnse juridische actiegroep Hind Rajab Foundation (HRF) uit België is de drijvende kracht achter een aantal van deze procedures. De HRF verzamelt bewijsmateriaal van Israëlische militairen in Gaza en klaagt hen wereldwijd aan, samen met lokale advocaten. Eind november deed de organisatie aangifte tegen drie Israëlische militairen die in Nederland op vakantie waren, en tegen één militair op Cyprus. Ook in Slovenië werd aangifte gedaan, maar door wie is niet bekend.
Volgens de oprichter van HRF, de Vlaamse schrijver en activist Dyab Abou Jahjah, zijn de militairen in Nederland inmiddels vertrokken. De militair op Cyprus werd enkele dagen na de aanklacht teruggebracht met hulp van onder meer de Israëlische ambassade, schreven Israëlische media.
Nederland heeft geen pro-actieve houding als het gaat over het vervolgen van Israëlische soldaten
HRF heeft in Nederland zo’n vijftien aanklachten ingediend, zegt Jahjah. Veel daarvan zijn geseponeerd of nog niet behandeld. „Nederland heeft geen pro-actieve houding als het gaat om het vervolgen van Israëlische soldaten”, zegt Jahjah. Terwijl Cypriotische autoriteiten na hun aanklacht „onmiddellijk” een onderzoek begonnen, had Nederland een week na de aanklacht van eind november nog geen stappen ondernomen. Pas nadat HRF de aangifte op 11 december opnieuw verstuurde, werd deze geregistreerd door het OM.
De drie soldaten zouden volgens HRF, dat zich baseert op beelden op sociale media, met hun bataljon betrokken zijn geweest bij het vernielen van huizen in Gaza-Stad en gebouwen van de grensovergang bij Rafah, die de IDF in mei blokkeerden. Volgens mensenrechtenorganisaties en VN-hulporganisaties raakt de Gazaanse burgerbevolking door dit soort acties ontheemd en afgesneden van hulpgoederen.
In rapporten en rechtszaken over mensenrechtenschendingen in Gaza speelt beeldmateriaal op sociale media een belangrijke rol. Dat geldt bijvoorbeeld voor de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof. Het Israëlische leger verbiedt militairen daarom belastend beeldmateriaal online te plaatsen. Toch gebeurt dat regelmatig. Militairen die daarin voorkomen, worden maar sporadisch geschorst.
De angst van de IDF voor vervolging van lage militairen hangt samen met de zaak van het Internationaal Strafhof, dat een arrestatiebevel uitvaardigde tegen de Israëlische premier Benjamin Netnayahu, zegt Allard de Rooi. Hij is woordvoerder van mensenrechtenorganisatie The Rights Forum, die een rechtszaak tegen de export van Nederlandse F-35-onderdelen naar Israël aanspande. Als het Strafhof online beeldmateriaal als bewijs aanvaardt, wordt het ook makkelijker om dit soort bewijs in andere rechtszaken te gebruiken, zegt De Rooi. „Als het Internationaal Gerechtshof met de uitspraak komt dat Israël genocide pleegt, komt de bewijslast van die zaak ter beschikking van het Strafhof.”
Lees ook
Hoe Israëlische soldaten met hun selfies de tegenstander niet meer als mens zien
Geen gehoor
Israëls militaire parket zegt volgens nieuwswebsite Ynet dat lagere militairen minder risico lopen op vervolging in het buitenland, omdat zij hun instructies krijgen van hogerop. Maar de IDF maken zich wel degelijk klaar om militairen bij buitenlandse hoven te verdedigen. Het zou volgens Ynet bijvoorbeeld de geheime diensten Shin Bet, Mossad en lokale juristen inzetten om het risico op buitenlandse arrestaties te monitoren. De IDF raadden daarnaast hogere legerfunctionarissen af om naar het buitenland te reizen. Ynet noemt dit het „Den Haag-effect”.
Ook als militairen het land al zijn ontvlucht, kan een buitenlandse veroordeling verstrekkende gevolgen hebben, zegt De Rooi. „Dan komen ze op de lijsten van bijvoorbeeld Europol en Interpol. Visa krijgen ze niet meer, en bij de grens worden ze opgepakt. Op een dag kan je dan niet meer vrij reizen.”
En in het geval dat militairen worden aangehouden en moeten getuigen, kan dat gevolgen hebben voor de legerleiding, stelt De Rooi. Zeker als militairen onder ede moeten verklaren waar een bevel vandaan kwam. „Daar is de legerleiding doodsbang voor. Het komt niet alleen vanuit de zorg om lage militairen, maar vanuit de zorg om zelf buiten schot te blijven.”
Brave burger
De HRF heeft in oktober ook een klacht ingediend bij het Internationaal Strafhof, los van de procedure van Netanyahu. Die bestaat uit duizend casussen van verschillende hoog- en laaggeplaatste IDF-militairen die oorlogsmisdrijven zouden plegen in Gaza, voor een belangrijk deel op basis van sociale media.
Gezien de omvang van die zaak en het lopende proces tegen Netanyahu, is de kans klein dat het Strafhof spoedig uitspraak zal doen. Toch blijft het doel van HRF volgens Jahjah dat al deze militairen worden vervolgd. Processen bij het Strafhof voor misdaden tegen de mensheid verjaren niet. „Het is een project voor de langere termijn. Ons uiteindelijke doel is rechtvaardigheid. We willen dat niemand boven de wet staat, dat niemand na een massale slachting gewoon op vakantie kan gaan en als een brave burger op een terrasje naast je kan gaan zitten.”