N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Dit weekend zag ik hoe een Jon Stewart in topvorm in luttele minuten de vloer aanveegde met een Republikeinse senator uit Oklahoma. Zoals hij dat in zijn hoogtijdagen bij The Daily Show ook altijd kon: scherp, onderbouwd, woedend, maar bovenal: oprecht. Deze man, Nathan Dahm, diende al meerdere malen wetten in om wapenbezit te vergemakkelijken, maar wil tegelijkertijd shows met dragqueens verbieden voor minderjarigen – uit bescherming. „Wat is de belangrijkste doodsoorzaak onder kinderen? Ik ga je alvast zeggen: het is geen dragqueen die een kind een boek voorleest.”
„Ik neem aan dat je gaat zeggen: vuurwapens.”
„Nee, ik ga niets zeggen alsof het een mening is, het zijn vuurwapens.”
Ik heb me de afgelopen weken bijzonder opgewonden over het verbod op dragshows op openbare plekken in de Amerikaanse staat Tennessee. Ver van mijn bed, maar dicht bij mijn hart. De gemeenschap waartoe ik met zoveel trots behoor is een wapen geworden in een uitbreidende cultuuroorlog. Drag is wezenlijk onderdeel van die gemeenschap, een ultieme vorm van vrijheid en expressie, van rebellie tegen precies het soort mensen als Dahm, die de wereld in zwart-wit zien – en soms, maar dat terzijde, het liefst alleen in wit.
Ik stuurde een bevriende dragqueen, Heisa Jynx, een berichtje. Die leest ook voor aan kinderen. „Ze zien je als een soort superheld”, zegt Heisa. „Alle events die ik heb gedaan, gingen goed, de kids hebben plezier en een leuke dag.”
Tuurlijk, zegt Heisa, is niet elke dragshow geschikt voor kinderen, maar daarom zijn ze daar ook niet bij, zijn die ook niet voor hen bedoeld. „Om te denken dat dit allemaal gebeurt om de kinderen te beschermen, zou wel heel naïef zijn.”
Dat is natuurlijk de crux. Nog even los van het feit dat er niet alleen anti-dragwetgeving in de VS doorheen wordt gedrukt, maar meerdere anti-lhbti+-wetten: kinderen worden gebruikt voor een gevecht van volwassenen. En dat is niet iets Amerikaans, we zagen het laatst nog in Nederland gebeuren in de rel rond Pim Lammers en het kinderboekenweekgedicht. De oerconservatieve aanstichter van de rel ging het niet om pedofilie, maar vooral om – ik citeer mijn eigen NRC – „het gebruik van lesmateriaal over seksuele diversiteit en lhbti-onderwijs”.
De angst van volwassenen, over de rug van hun kinderen. Niets nieuws, dit gebeurde precies zo in de discussie rond Zwarte Piet. Snelwegen blokkeren uit naam van de kinderen. De schijnheiligheid. Omdat ze bang zijn, bang dat hun kinderen opgroeien met de empathie en acceptatie en de vrijheid die je toch iedereen zou gunnen. Met hun eigen identiteit, hun eigen keuzes. Omdat ze diep vanbinnen bang zijn zelf te moeten omgaan met een kind dat buiten de norm valt en dat moeilijk vinden, terwijl het voor dat kind altijd tien keer zo moeilijk is. Nee, het echte gevaar voor kinderen, en dat heb ik de afgelopen jaren van menig dragqueen mogen horen, is de intolerantie van hun ouders.