Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber (PVV) moet afzien van het idee om borden bij asielzoekerscentra te plaatsen met daarop de boodschap dat er wordt „gewerkt aan uw terugkeer”, vindt de Tweede Kamer. Een meerderheid stemde woensdagmiddag in met een motie van CDA-leider Henri Bontenbal die daartoe opriep. Coalitiepartij NSC gaf de doorslaggevende stem.
Faber had het idee voor het plan gekregen op werkbezoek in Denemarken, zei ze vorige week tegen RTL Nieuws. Ze had ook borden gezien, al kon ze niet zeggen wat daarop stond: „Mijn Deens is niet zo goed”. VVD-Kamerlid Queeny Rajkowski noemde het plan „smakeloos” en ook BBB-leider Caroline van der Plas vond het „vluchtelingen pesten”, maar beide partijen stemden niet voor de motie van Bontenbal.
Het was niet het enige opmerkelijke moment tijdens Fabers bezoek aan de Tweede Kamer op woensdag. Zo zei de minister ook dat er „hele prille gesprekken” lopen met Oezbekistan, om te kijken of dat land bereid zou zijn afgewezen asielzoekers over te nemen. Oezbekistan heeft sinds kort ook zo’n afspraak met Duitsland.
Spreidingswet
Op woensdagmiddag bleek bovendien dat Faber de spreidingswet, de wet die regelt dat de opvang van asielzoekers beter over gemeenten wordt verdeeld, toch op korte termijn wil intrekken.
De spreidingswet is sinds 1 februari van kracht. De wet moet de opvang van asielzoekers beter verdelen over gemeenten, om zo de overvolle aanmeldcentra in Budel en Ter Apel te ontlasten. Op die laatste locatie slapen sinds maart vrijwel iedere nacht meer mensen dan de 2.000 die wettelijk zijn toegestaan.
Fabers partij, de PVV, is een fel tegenstander van de wet. De partij heeft in het regeerakkoord laten opnemen dat de wet zo snel mogelijk wordt ingetrokken.
Lees ook
Terwijl Ter Apel overvol is, zijn er in 40 procent van de gemeenten nog altijd geen opvangplekken
In de tussentijd zijn gemeenten echter ‘gewoon’ verplicht om voor 1 november plannen aan te leveren waarin staat hoe zij voor genoeg opvangplekken gaan zorgen. Eind september hield Faber, drie maanden na haar aantreden, voor het eerst een overleg met lokale bestuurders en ambtenaren van het COA. Daarin hield ze hen voor dat het afschaffen van de wet „twee tot drie jaar” zou duren.
Niet scherp
Een woordvoerder van Faber zei daarop tegen dagblad Trouw dat „we eerst alternatieven in kaart moeten hebben voordat de spreidingswet ingetrokken kan worden” en dat de minister „er rekening mee houdt dat dat nog even duurt”.
Maar dat was een „fout” en een „verkeerde voorstelling van zaken”, aldus Faber woensdag. „Ik was op dat moment niet scherp, dat was niet de bedoeling.” Volgens Faber was de reden voor de verwarring „vermoeidheid”.
De oppositie reageerde ontstemd. „Ongekend en onverantwoord om zoveel ruis te laten ontstaan”, zei Tweede Kamerlid Kati Piri (GroenLinks-PvdA). „Als het echt zo is dat de minister kennelijk verkeerd geïnterpreteerd was, waarom wacht ze dan twee weken om dat te corrigeren?”
Lees ook
Asielprobleem is voor de PVV slechts een voertuig naar macht