De Tweede Kamer heeft dinsdag met een ruime meerderheid ingestemd met een nieuw wetsvoorstel dat de inlichtingendiensten AIVD en MIVD meer macht moet geven om cyberaanvallen van andere landen zoals China, Rusland, Iran en Noord-Korea af te slaan. De nieuwe wet zorgt onder meer dat de inlichtingendiensten verzamelde gegevens langer mogen bewaren, namelijk anderhalf jaar. Die termijn kan jaarlijks worden verlengd, vanaf de derde verlenging wordt dat een stuk moeilijker, zo besloot de Kamer.
Ook wordt kabelinterceptie – het tappen van grote hoeveelheden digitale data via de kabel – makkelijker: onder de huidige regelgeving moeten inlichtingendiensten een verzoek indienen om te mogen tappen, een procedure die volgens het demissionaire kabinet zo lang duurde dat de diensten er überhaupt niet aan begonnen. Onder de nieuwe wet kan de toezichthouder tijdens de aftapoperatie het naleven van de regels controleren, en wordt de drempel om een tap op te zetten dus lager, zo meent het kabinet.
Volgens het demissionaire kabinet en de meerderheid van de Kamer is de wet nodig omdat de zogenoemde sleepwet uit 2018 achterhaald is. Die wet was destijds zeer controversieel, en in een raadgevend referendum stemde een meerderheid van de kiezers tegen. Het kabinet voerde de wet toch in, zij het met een paar aanpassingen. De sleepwet biedt volgens het kabinet tegenwoordig alweer te weinig bescherming tegen professionele hack-aanvallen op kritieke infrastructuur en energievoorzieningen. Ook belangrijke bedrijven als chipmachinefabrikant ASML en de Rotterdamse haven zouden volgens het kabinet doelwit zijn van buitenlandse hacks.
Niet controversieel
Het demissionaire kabinet had er bij de Tweede Kamer op aangedrongen dat de wet snel aangenomen zou worden. In september verklaarde de Tweede Kamer het wetsvoorstel niet controversieel, waardoor er nu zo snel over gestemd kon worden. Helemaal zonder mitsen en maren gebeurde dat niet: Kamerleden van GroenLinks-PvdA, D66 en Volt uitten tijdens een voorbespreking vrijdag hun zorgen over privacy van burgers, omdat de inlichtingendiensten onder dit wetsvoorstel gegevens langer mogen bewaren en makkelijker kunnen delen met buitenlandse veiligheidsdiensten. Kamerleden hebben de wet wat aangepast om het delen met buitenlandse diensten minder laagdrempelig te maken. Volgens demissionair minister van Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge (CDA) komen er meer fte’s om toezicht te houden op het bewaren en delen van gegevens.
Bij GroenLinks-PvdA rommelde het nog even vrijdag; leden van GroenLinks schreven een brief waarin zij de gedeelde Kamerfractie opriepen om tegen de wet te stemmen, omdat het geen „proportionele maatregel” zou zijn. De leden, onderdeel van het ledennetwerk ‘Netwerk Digitale Samenleving’, vrezen dat „verkiezingsbeloften voor de komende verkiezingen in november al vóór de verkiezingen gebroken worden”. Volgens de leden zegt GroenLinks-PvdA in zijn verkiezingsprogramma voorstander te zijn van ‘gerichte digitale surveillance’ en niet voor ‘massasurveillance’. Ook privacy-organisatie Bits of Freedom en journalistenvakbond NVJ schreven in oktober: „Voor ongericht massasurveillance is geen plaats in een democratische rechtsstaat”.
Lees ook
Tweede Kamer positief over aanpassingen Inlichtingenwet