Geert Wilders knijpt zijn lippen op elkaar en knikt naar de rechter. Die heeft dan net, maandagmiddag half vijf, de religieus leider Muhammed Ashraf Jalali uit Pakistan veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar. Volgens de rechtbank is bewezen dat Jalali zijn volgelingen, in Pakistan en ook daarbuiten, had opgeroepen om Wilders te vermoorden. Extra zwaar weegt mee voor de rechtbank dat Wilders politicus is, en dat Jalali dat wist. „Het ging hem”, zegt de rechter, „dus óók om zijn positie.”
Jalali is niet komen opdagen in de rechtbank, net zo min als de tweede verdachte Saad Hussain Rizvi, leider van een politieke partij, die wegens opruiing en bedreiging van Wilders wordt veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Twee keer zegt de rechter op maandag dat Wilders een week eerder „bewogen en indringend” heeft verteld wat de gevolgen van de bedreigingen zijn voor het leven van hem en van zijn echtgenote: „Hij is altijd waakzaam en kampt met gevoelens van onveiligheid. Hij weet niet of hij de vrijheid om te gaan en staan waar hij wil ooit nog zal terugkrijgen.”
Lees ook
Geert Wilders wordt soms ‘knettergek’ van de dreiging, zegt hij in de rechtbank
‘Historische uitspraak’
Buiten de rechtszaal zegt Wilders tegen journalisten dat hij blij is met de veroordeling. Hij noemt het vonnis „historisch”: „Het is niet eerder voorgekomen dat een imam, een geestelijke uit het buitenland, wordt veroordeeld tot veertien jaar voor het uitspreken van een fatwa. Ik ben daar tevreden mee.” Hij gaat ervan uit, zegt hij ook, dat „de Nederlandse regering alles in het werk zal stellen om ervoor te zorgen dat ze hun straf ook gaan uitzitten”. „Ik zal daar in elk geval mijn best voor doen richting het kabinet, dat zij dit met de autoriteiten in Pakistan opnemen.”
Wat hij precies kan doen? „Ik zal ernaar vragen bij debatten, en ook in Kamervragen. Ik moet er nog even over nadenken hoe en wat.” Volgens Wilders moet de regering „tot het uiterste gaan” om voor elkaar te krijgen dat het vonnis wordt uitgevoerd. „Politiek en diplomatiek. Ik zal niet loslaten tot ik alles heb gedaan om dat voor elkaar te krijgen.” Hij denkt dat alleen al de veroordeling mensen ertoe kan brengen dat ze „eerst nog eens achter hun oren krabben” voordat ze hem iets willen aandoen. „Maar als deze veroordeelden er nu mee weg komen en hun straf niet uitzitten, is die preventieve werking natuurlijk veel minder.”
In de zaal maakt Wilders een vermoeide indruk, het lijkt er soms op dat zijn ogen dichtvallen. In de gang van de rechtbank zegt hij: „Het gaat je ook niet in je koude kleren zitten, ik heb er heel veel last van, al jarenlang. En dit is geen afronding, maar wél een belangrijk moment voor mij. Dus vermoeidheid? Nee, ik vind het indrukwekkend.”
Lees ook
De spagaat van Wilders: Zelensky de hand schudden én kritisch blijven over Oekraïne
