Twee Nederlandse Oscarnominaties: hoeveel kans maken ‘I’m Not A Robot’ en ‘Wander to Wonder’?

Victoria Warmerdam (1991) wordt als vierde Nederlander genomineerd voor beste korte film, John Fernhout viel die eer in 1967 voor het laatst te beurt met Sky over Holland. Bij bookmakers geldt zij als outsider.

I’m Not A Robot is een zwartkomische variant op een leidmotief van sf-auteur Philip K. Dick over robots met een nepgeheugen die denken dat ze mensen zijn. Dicks paranoïa is dagelijkse realiteit geworden nu je online routineus je menselijkheid moet bewijzen via CAPTCHA-tests, ofwel ‘Completely Automated Public Turing test to tell Computers and Humans Apart’. U weet wel: klik de vakjes aan waarop een auto staat of reproduceer een serie warrige letters en cijfers. Wat als je daarin faalt? Ben je dan een robot?

Dat idee hangt in de lucht: recentelijk verschenen meerdere korte films met de titel I’m Not A Robot waarin mensen na een mislukte CAPTCHA-test in een existentiële crisis belanden. In I’m Not A Robot van Nate Stranzl en Brian Durkee (2022) duikt een AI in het brein van een bejaarde man die faalt voor CAPTCHA om zijn menselijkheid te testen. In I’m Not A Robot (2023) van Jason Speir raakt ene Max er dankzij CAPTCHA van overtuigd dat hij een robot is.

Victoria Warmerdams I’m Not A Robot onderscheidt zich door uit de hand lopend alledaags absurdisme: ze sprokkelde er 65 filmprijzen en 29 nominaties mee binnen. Muziekproducent Lara (Ellen Parren) faalt herhaaldelijk voor een CAPTCHA, belt geïrriteerd een helpdesk en krijgt te horen: „Zou het niet zo kunnen zijn dat u een robot bent?” Uit een zelftest blijkt die kans 87 procent, haar vriend Daniël (Henry van Loon) arriveert met de nerveuze functionaris Pam (Thekla Reuten) op haar kantoor voor een slecht-nieuws-gesprek. „Ga eerst even zitten.”

Warmerdam laat veel open, en dat maakt het extra interessant. Zien we Lara’s beleving of de realiteit? Zweren alle mensen tegen robots samen? Zijn haar collega’s ook bots? Wordt haar geheugen gewist nu ze het weet? Daniël erkent dat hij haar bij de fabriek bestelde, maar zij is echt, haar baan is echt, heus waar! Maar wat is dan ‘echt’? Haar geheugen niet; heeft Lara überhaupt een eigen wil? Griezelig veel van die vragen kunnen wij onszelf ook stellen.

Wander to Wonder’ is de achtste Nederland nominatie voor een Oscar voor korte animatiefilm.

Wander to Wonder

Bij de Oscar voor korte animatie staat Nina Gantz in een trotse traditie: Nederland werd achtmaal genomineerd en won er vier, in 2000 met de beeldschone tranentrekker Father and Daughter van Michael Dudok de Wit.

Gantz schreef in deze krant een leuk dagboek over de Nederlandse première van haar stop motion-short Wander to Wonder op IFFR en haar Rotterdamse jeugd: ze is de dochter van actrice Loes Luca. Het kostte Gantz, woonachtig in Brighton, acht jaar om de korte film te financieren en ruim twee jaar om hem te maken.

Stop motion vereist geduld, maar het is het waard: na de wereldpremière in Venetië verdiende Wander tot Wonder 40 filmprijzen en 18 nominaties. Bookmakers beschouwen hem én de Franse 2d-animatie Yuck! als rivalen voor de Vlaamse Oscarfavoriet Beautiful Men van Nicolas Keppens, over vrienden van middelbare leeftijd die in Istanbul zijn voor een haartransplantatie.

In Wander to Wonder moeten drie poppetjes uit een jaren 80-kindershow op tv – Mary, Billybud en Fumbleton – het zelf zien te rooien. De showmaster is dood: we zien zijn schoenen op de studiovloer en veel vliegen. Het trio worstelt met het wegvallen van dat veilige vaderfiguur, maar als de laatste pot augurken leeg is, wordt het gewoon survival: van dode vliegen kan je niet leven.

Het mooi morsige Wander to Wonder is morbide grappig én aangrijpend: over verlies, vinden van eigenwaarde en autonomie. Bruut geweld blijkt daarbij onontbeerlijk, een wellicht iets te harde, vrolijk-cynische en Rotterdamse conclusie voor het brave Hollywood.