Twee billen, één paal, zeven Oscars: Daniels en hun vrienden van ‘Riot CLub’

Daniel Kwan (links) en Daniel Scheinert na het winnen van de Oscar voor Beste Regie voor ‘Everything Everywhere All at Once’, tijdens de 95ste Academy Awards.

Daniel Kwan (links) en Daniel Scheinert na het winnen van de Oscar voor Beste Regie voor ‘Everything Everywhere All at Once’, tijdens de 95ste Academy Awards.

Foto EPA/Caroline Brehman

Interview

Daniels Regisseursduo De Daniels (Scheinert en Kwan) hebben een missie: films maken die geld verdienen, die ze zelf leuk vinden én die de wereld verbeteren. Gesprek over meta-postmodernisme en een baanbrekende vriendenclub.

Twee billen, één paal, zeven Oscars. Daniel Scheinert – één helft van regieduo Daniels – hangt op het eindfeest van animatie- en visuelecultuurfestival Playgrounds in een string aan een stripperpaal. In de lichtweerkaatsing van zijn bleke achterste dansen Daniel Kwan – de andere helft – en de overige leden van Riot Club: hun vriendengroep en collectief van baanbrekende visuele kunstenaars. Dit jaar presenteerde de club op Playgrounds zich voor het eerst publiekelijk.

Die ochtend zijn ze niet zo joviaal. De Daniels – ‘Daniels’ zonder lidwoord is de officiële naam van het duo – werken de Nederlandse pers werktuiglijk af, in de backstage-ruimte van de Maassilo in Rotterdam, waar het festival plaatsvindt. Het duo is inmiddels bedreven in het ontwijken van vragen over hun film Everything Everywhere All at Once, die zeven Oscars won. Daarom beginnen ze na één vraag al over Wopke Hoekstra. „That new European climate guy”, zegt Kwan. „He used to be an oil executive, right?” Daarna beginnen ze over een ‘non-profit’ die ze willen opzetten. „De superrijken zijn allemaal depressief. Wij willen ze helpen door ze van hun geld te ontdoen.”

Lees ook de recensie van ‘Everything Everywhere All at Once’: Beeldenchaos vol grappen en zelfspot

Riot Club

Als je unieke, oprechte antwoorden wilt, moet je vragen naar de Riot Club. Dat verhaal begon in Londen, in 2011. De Daniels waren toen nog een onbekend regieduo dat in Engeland een reclame kwam opnemen voor Weetabix: de stoelgang verbeterende ontbijtgranen. Vrij glansloos werk. Via YouTube en Vimeo hadden ze contact met David Wilson, woonachtig in Londen, een jonge aspirant-muziekvideo-regisseur die fan was Daniels’ korte filmpjes op internet.

Wilson en de Daniels besloten een korte film te vertonen op een filmavond van een vriend in Oost-Londen: ‘Short and Sweet’. Ook animators en illustrators Julia Pott (Golden Globe-genomineerd), Mikey Please (Oscar-genomineerd) en Tom CJ Brown vertoonden daar werk.

En toen begonnen de rellen. Mark Duggan, een zwarte man, werd doodgeschoten door de politie, tienduizenden mensen gingen de straat op. Vijf dagen rellen; de politie riep iedereen op om thuis te blijven. De Daniels, Pott, Please, Brown en Wilson trokken zich er niks van aan. „Je bent jong, begin twintig”, zegt Kwan. „Dan vind je dat wel spannend.”

Ze waren van plan een kijkje te nemen bij de rellen, maar aan het eind van ‘Short and Sweet’ barstte Londen bijkans uit elkaar. Auto’s werden omgekieperd, gebouwen stonden in de fik. Het gevaar met een mes op je keel beroofd te worden was reëel, aldus het nieuws en berichtjes op sociale media. Ze konden niet naar huis, wel naar het huis van Tom CJ Brown.

De hele nacht dronken ze en keken ze relnieuws. Kwan en Scheinert – ex-zomerkampbegeleiders – verzonnen spelletjes. Aan het einde was de Riot Club een feit. Twee weken later, toen de Weetabix-reclame af was en de Daniels teruggingen naar Amerika, gaven ze een afscheidsfeest. Daar maakten ze hun eigen versie van Terminator 2: Judgment Day: het hele collectief kende de dialogen uit het hoofd. De op Playgrounds vertoonde beelden daarvan zijn knullig en onnavolgbaar: vooral grappig voor wie meededen. De vriendschap is zichtbaar.

Tijdens een van de avonden scrolde Julia Pott op haar Facebook, en zag dat Kirsten Lepore een foto van Kwan en Scheinert geliked had. Kwan was direct enthousiast: „‘Ken je Kirsten Lepore? Ik wil haar ontmoeten!’ Twaalf jaar later zijn we getrouwd en nu hebben we een kind samen. De Riot Club heeft mijn leven veranderd.”

Post-postmodernisme

De Daniels maakten films met als uitgangspunt dat onze wereld een tsunami aan informatie is: straatgevechten, beleggingsadvies, porno, onthoofding, culinaire trends en nieuwsberichten over een zonderlinge man in Zuid-Spanje die zijn moeder met een bijl vermoordde. In veel films zou dat de basis zijn van een post-moderne filosofie: objectieve waarheid en betekenis zijn onvindbaar in zo’n wereld.

In Everything Everywhere All at Once vertegenwoordigt het multiversum die existentiële brij: oneindige mogelijkheden en versies van jezelf en je wereld. Maar de film gaat één stap verder dan het postmodernisme. Hij erkent dat er geen objectieve betekenis is, maar put dáár juist betekenis uit: als alles willekeurig is, wat is er dan belangrijker dan liefde tussen moeder en dochter? Ziedaar het post-postmodernisme. Of zoals Kwan dat zegt: „Meta-postmodernisme.”

De Daniels zijn een regieduo met een missie: films maken die geld verdienen, die ze zelf leuk vinden én die de wereld verbeteren. Want volgens de Daniels heeft de wereld meta-postmodernisme nodig.

De oorsprong van die missie ligt bij de Riot Club, en vooral bij Mikey Please, volgens de Daniels. „Hij heeft een van de briljantste breinen die ik ken; de perfecte combinatie van wetenschap, filosofie en gekte”, zegt Kwan.

Scheinert: „Hij gaf ons de boeken die ons hebben gevormd.” Zo lijkt Everything best op Please’ korte film Alan, the Infinite, waarin een kantoormedewerker de oneindigheid wil beteugelen door een oneindigheidsdeeltje te plastificeren.

Ook Kirsten Lepore, animation-director van de stop-motionkomedie Marcel the Shell with Shoes On, is van enorme invloed op het werk van de Daniels. Een scène van Everything in een wereld van denkende stenen was volgens Scheinert „een duidelijke poging van ons om een Kirsten Lepore-scène te maken”.

Inspiratie en vriendschap

„We sturen elkaar wel ruwe versies van ons werk”, zegt Kwan. „Maar eigenlijk is de vriendschap belangrijker. Als iemand een prijs wint, is de reactie niet jaloezie, maar: ‘O, dan hoef ik ’m niet te winnen’. Al zijn we wel jaloers op goed werk. Maar dat is ook inspirerend.”

Tijdens de reünie op het podium bij Playgrounds waren ze het er allemaal over eens: ze maken hun werk voor elkaar. Kwan: „Ik kan me niet voorstellen dat we zo succesvol waren geworden zonder deze groep.”

Al hebben de Daniels ook nog andere inspiraties. Scheinert: „Wij zijn zeker niet de eersten die post-postmoderne film maken. Dat deden makers met wie ik opgroeide ook. Maar wij waren er wel vrij expliciet in.” Kwan vult aan: „Het was een manifest.”

„Een voorbeeld waarover wij het vaak hebben is Michel Gondry’s Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Die film gaat over ex-geliefden die de herinnering aan hun relatie uit hun brein laten verwijderen. De implicatie is dat ze daarna weer verliefd worden, en zo in een eindeloze cyclus belanden. Maar de film eindigt niet zo: aan het einde accepteren ze dat ze dit telkens zullen doen, dat ze uit elkaar gaan, elkaar vergeten, elkaar hervinden. De liefde is dat waard. Dat geeft betekenis aan het betekenisloze. Dat doen wij ook.”

Everything leek de vervolmaking van de stijl van de Daniels: een manische film die barst van de ideeën. Een vollere film is niet mogelijk, toch? „In onze nieuwe film willen we nog meer stoppen. Meer ideeën én meer gevoel. Het is een uitdaging.”

Scheinert wil zich nog wel even verontschuldigen. Voor de naam: Riot Club. „Wij zijn maar een groepje geprivilegieerde mensen die elkaar ontmoetten in een enge tijd … Ik steun politieke protesten en rellen. En ik had nooit verwacht dat deze naam openbaar zou worden.”

The Riot Club Wie horen er nog meer bij

David Wilson,videoclipregisseur

Als je, tien jaar geleden, een hippe videoclip nodig had, kwam je terecht bij drie regisseurs: Hiro Murai, Daniels of David Wilson. Murai maakte rapvideo’s, de Daniels maakten video’s die viral gingen, Wilson was er voor de indiemarkt: Arcade Fire, Arctic Monkeys, Metronomy. Zijn video’s waren ingewikkelde collages, mixjes van tekeningen en camerabeelden. Met creatieve edits: een vrouw in badkleding met gespreide benen wordt een ijsje – waar ze dan zelf aan likt.

Via YouTube en Vimeo viel Wilson op met zelfgemaakte video’s. Met dank aan nieuwe digitale hulpmiddelen. „Hier heb je een twintigjarige met Photoshop! Hij is een genie!”, grapt Wilson. Zijn lidmaatschap van de Riot Club hielp hem vooral toen hij naar LA verhuisde om voor grotere artiesten te werken. De Daniels hielpen hem zich te vestigen en een netwerk te bouwen.

Nu is hij terug in Engeland. Na zijn grote succes in de jaren tien raakte Wilson een beetje uit zicht. „In mijn tijd moesten muziekvideo’s een narratief hebben. Een hook om ze te verspreiden via blogs. Het waren korte films.

Nu gaat het meer om beelden die gedeeld kunnen worden. Dat is anders. Ik wil mijn eigen projecten blijven maken, dus betaal ik met reclamewerk korte films met dragqueens, cabaret, bondage.” Wilson verzorgt ook liveshows; bij Playgrounds waren er strippers (onder wie Daniel Schreinert) en sensuele drag: een mix van beelden, dj-muziek en performance art.

Aan de overstap naar films of series heeft hij vooralsnog geen zin. „Dit is een stressniveau dat beter bij mij past”, lacht hij.

Kirsten Lepore, animator

Kirsten Lepore was er bij toeval niet toen de Riot Club ontstond, tijdens de Londense rellen van 2011. Daar heeft ze nog altijd moeite mee: officieel was zij dus geen lid van de Riot Club. Tot de reünie op het Playgrounds-festival: op het podium kreeg zij eindelijk volwaardige Riot-status. „Ik ben getrouwd met Daniel [Kwan] omdat ik jaloers was op de Riot Club”, grapte ze.

Ze is een fascinerende toevoeging. Al jaren maakt Lepore unieke korte stop-motionfilms op YouTube. Van Hi, Stranger over een naakt, kaal mannetje met héél ronde billen die je vertelt hoe erg hij je gemist heeft.

Tot National History Museum, een video die een museum van de toekomst toont.

Filosofische, grappige, intelligente filmpjes, vaak met de focus op relaties. In 2022 werd Kirsten Lepore tegelijkertijd met haar man Daniel Kwan genomineerd voor een Golden Globe. Hij voor Everything Everywhere All at Once, zij voor Marcel the Shell with Shoes on, over een kleine, pratende schelp die zijn hele familie kwijt is, behalve zijn oma. De film ziet er subliem uit. „Dit had tien jaar geleden niet gemaakt kunnen worden”, zegt ze bij Playgrounds. Ze is de eerste uit de Riot Club die voor superheldenstudio Marvel aan de slag ging, met animatieserieI Am Groot.

Op het podium is duidelijk dat de Riot Club opkijkt naar Lepore. Julia Pott: „Ik ben diep, diep jaloers elke keer als Kirsten een film maakt.” Daniel Kwan: „Kirsten kookt uit het niks een fantastisch, elegant maal voor je, voedt je kind op en maakt je nieuwe favoriete film binnen één week. Terwijl ik met de handen in het haar zit: schrijven is zó moeilijk.”

Mikey Please, filmmaker/animator

„Ben je aan het opnemen? Laat ik beginnen met: fuck, shit, fuckity balls.” Mikey Please is het minst formele, meest aanspreekbare lid van de Riot Club. De rest is begrijpelijkerwijs op de hoede, Please begint bij het koffiezetapparaat over welke outfit hij aan zal trekken bij het eindfeest van Playgrounds.

omdat hij zijn dagen doorbrengt in stopmotionanimatiestudio’s, waar hij poppetjes millimeter voor millimeter verplaatst voor (veelal) korte films. „Je kan je geen ingewikkelder, langzamer en duurder proces voorstellen om bewegend beeld te maken”, lacht Please. „Maar waarom moeten dingen snel gaan? Ons wordt door kapitalisme verteld dat we constant sneller en meer moeten produceren. Voor wie? Het is niet alsof we het risico lopen dat de schermen leeg raken.”

Please wantrouwt de computer niet, verzekert hij. Hij houdt er echter van diep een ambacht „in te zinken”. Hij en zijn beste vriend Dan Ojari werken als regieduo Parabella bij Aardman Animations, bekend van films als Wallace & Gromit en Shaun the Sheep.

Zijn afstudeerproject draaide op honderd festivals en won een Bafta. Het is een geniaal, nihilistisch werk over een man die moet omgaan met een steeds snellere beleving van tijd. Please maakte het alleen, in zwart-wit, met schuim. De meeste van zijn modellen werden gesloopt toen de Riot Club hun versie van Terminator 2 maakte.

Please’ grootste succes was Robin, Robin: een kerstfilm over een roodborstje dat opgevoed werd door muizen. De film kreeg een Oscarnominatie, maar verloor in het jaar voor de Daniels zeven Oscars wonnen. Please: „Ik denk dat de kans klein is dat mensen decennia vanaf nu mijn werk nog kennen. Daar doe ik het niet voor. Ik geniet van het proces.” Volgend jaar brengt Please een kinderboek en een roman uit.