Jeroen van der Linden liep op zijn handen door het Vondelpark. Kleine stapjes, zuchtend en hijgend; met zwarte handschoenen over het grijze wandelpad. En zijn petje bleef ook nog gewoon op zijn hoofd zitten. Het ding leek even onverstoorbaar als zijn eigenaar, die inmiddels als een van de weinige parkgangers wist hoe de hoge bomen eruitzagen als de wereld op z’n kop stond.
We zouden hem al kunnen kennen „van zijn records twintig kilometer koprollen of vijfentwintig kilometer radslagen”, zei de voice-over. Maar kende je hem nog niet, dan was er nu weer een geschikte aanleiding: Van der Linden liep een kilometer op zijn handen door het Vondelpark, om aandacht te vragen voor de mentale gezondheid van jongeren. En die kilometer was gelijk een goede oefening. Over twee maanden wilde hij er zeven lopen. Op zijn handen. Een wereldrecord.
Van der Linden deed zijn verhaal bij NH Nieuws, de regionale omroep voor de provincie Noord-Holland. Als de grote ontwikkelingen even niet te behappen zijn, zo beredeneerde ik dinsdag, dan kun je je maar beter even bij de kleine houden. Daarom hield ik niet bij welke decreten de nieuwe president van de Verenigde Staten allemaal afvaardigde en zapte ik in plaats daarvan volhardend heen en weer tussen regionale zenders, van een handstand in het Amsterdamse Vondelpark naar stilstaande roltrappen bij het Rotterdamse station Dijkzigt, tot de wereld weer een beetje overzichtelijk werd. Zo’n tijdelijk regiodieet zou ik iedereen aanraden.
„Ja ja”, zeg je dan. „Jij hebt makkelijk praten. Als jij de hele dag Omroep Brabant kijkt heet het werk. De gemiddelde mens kan zich dat niet veroorloven.” „Goed punt”, antwoord ik die hypothetische lezer, terwijl ik mijn blik niet afwend van een reportage over vastelaovend. „Maar laat me dan op z’n minst enkele lokale highlights voor je op een rijtje zetten.”
Zo werd op een schoolplein in Almere Laila Youssifou ontvangen door juichende scholieren (Omroep Flevoland). De olympisch roeier bezocht haar oude basisschool om de kinderen aan het sporten te krijgen en leende voor de gelegenheid zelfs vier roeimachines van haar oude roeivereniging. Zo’n machine was zwaar, maar best leuk, liet een kind desgevraagd weten. Buiten gym om sportte ze niet echt. „Dat zou wel wat meer kunnen, misschien”, suggereerde de verslaggever optimistisch. „Hm”, zei het meisje. „Nee. Liever niet.”
Rivierkreeft en Haags hopje
In Bleskensgraaf losten kompanen Arjan van Dalen en Michael van ’t Hoff de rivierkreeftenplaag op door de arme beestjes te verwerken tot frituursnacks (Rijnmond). De eerste bedacht het idee, de tweede het recept. „Deze bitterbal is een ode aan mijn moeder”, zei Van ’t Hoff. „Ik heb van mijn moeder vroeger altijd de meest lekkere dingen mogen eten, en zeker schaal- en schelpdieren.” Daarna serveerde hij de snack met een tartaar van wortel en een kerriekoekje in de vorm van een rivierkreeft. Het meest eervolle einde waar je op kunt hopen, als je dan toch verwerkt wordt tot bitterbal.
En een snoepfabriek in Breskens in Zeeuws-Vlaanderen biedt hoop voor liefhebbers van het Haagse hopje (Omroep Zeeland). De officiële variant verdwijnt uit de schappen omdat de Zweedse producent de productie stopzet, maar in de snoepfabriek in Breskens blijven ze lekker doorgaan met hopjes maken. Deze hopjes heten niet Haags maar Hollands, en in plaats van vierkant zijn ze langwerpig – maar wees gerust: ze smaken nagenoeg hetzelfde.
Daar zal ik vandaag aan denken als het Trump- en Musk-nieuws weer binnenstroomt. We hebben tenminste het hopje nog. En als zelfs dat verdwijnt, dan rest ons Van der Linden, ondersteboven in het Vondelpark. Hij zei: „Als je het gevoel hebt dat de wereld op z’n kop staat, is het belangrijk dat je – ook als het heel zwaar is – nog steeds kleine stapjes vooruit kunt zetten.”