
Hans Wiegel hield van de televisie en de televisie hield van hem. Ook na het overlijden van de voormalige VVD-leider konden de nieuwsrubrieken en talkshows geen genoeg van hem krijgen. Wel steeds dezelfde filmpjes. Wiegel als 25-jarige corporaal student op een terras. Wiegel maakt premier Den Uyl uit voor Sinterklaas. Wiegel hapt een haring. Wiegel rookt een sigaar.
Talkshow Eva (NPO 2) verloor zich in het bewieroken van de VVD en had daardoor de minst interessante bijdrage. Bij Renze (RTL 4) gaf journalist Frits Wester de beste analyse, waarin ook ruimte was voor kritiek. „Geen groot staatsman maar een hele goede politicus”, oordeelde hij.
Steeds weer hoorden we dat Wiegel zo „markant” was en dat hij van de VVD een „brede volkspartij” had gemaakt. Is dat zo? Arme mensen stemden al nooit op de partij en de rechtse arbeiders zijn naar de PVV vertrokken. Het ging er vooral over dat hij zo goed was geweest voor zijn eigen partij. En dat hij zo goed was in het bespelen van de tribunes. Hij pakte graag de camera om de „mensen in het land” rechtstreeks toe te spreken. Dat deed hij in gewonemensentaal, helder en met humor. Leuke man, gangmaker, pestkop. Wat echter niet duidelijk werd, was hij nu eigenlijk voor „de mensen in het land” had gedaan.
Duistere kanten van reality
Hoe het inmiddels de mensen in het land vergaat, die ook naar televisieroem hengelen, is dagelijks te zien in de vele realityshows. Gerekend vanaf Big Brother bestaat het invloedrijke genre nu 25 jaar. Daar zou je een interessant programma over kunnen maken. Filemon Wesselink heeft weliswaar het programma Back to Reality (NPO3) maar dat is vooral bedoeld om de meest hilarische fragmenten nog eens te herhalen, becommentarieerd door bekende Nederlanders, die er door cosmetisch ingrijpen uitzien alsof ze door AI zijn geschapen.
Voor de duistere kanten van reality is minder ruimte. Ze worden soms wel getoond, maar dienen dan vooral als lachsucces. Toegegeven, ik rolde ook weer van de bank toen Louisa de arm brak van Esmee in Echte Meisjes in de Jungle (2011-2025). Reality haalt het slechtste naar boven in deelnemer én kijker.
Interessant is de casus van René le Blanc uit Ik geloof in mij (2020-2021). In dat programma werd hij neergezet als volkszanger wiens torenhoge ambities niet strookten met zijn geringe talent. Bekend is het fragment waarin een rolstoelbejaarde in slaapt valt tijdens zijn optreden in een verzorgingshuis. Le Blanc vertelt nu in Back to Reality dat het beeld was gemanipuleerd: „Dat strookt niet met de realiteit.” Hij betreurt het dat hij als sukkel werd neergezet – „Ik ben René le Blanc, niet Pipo de Clown” – maar hij heeft ook veel aan het programma te danken. Er is één ding erger dan op televisie komen, en dat is niet op televisie komen.
Voor sommige mensen. Dat geldt niet voor Rogier van het programma Paleis voor een prikkie (2018-2019). Hij vormde met zijn partner Frank een flamboyant duo kringloopwinkeljagers. Maar ze zijn inmiddels uit elkaar. Het succes was Rogier in de bol geslagen, volgens Frank: „Televisie heeft me veel gegeven maar het heeft me wel mijn relatie gekost.”
Na het tonen van wat krantenkoppen waarin de woorden „afkickkliniek” en „bizar nazi-gescheld” opvielen, kwam Rogier in beeld. Ook Rogier leek door AI geschapen. Een leren handschoen om zijn twee labradors in bedwang te houden, een flinke lila anjer in het knoopsgat, een enorme bril die steeds afzakte. De verhalen in de pers, dat zijn tv-succes had geleid tot „cokeverslaving en schreeuwen op straat” waren volgens hem zwaar overdreven: „Dat deed ik daarvoor ook al.”
Geef die man een eigen realityshow, zou ik zeggen. Of doe eigenlijk maar niet. Goed voor de kijkcijfers, maar slecht voor Rogier.
