Het dramatische vertrek van de populaire Poolse sopraan Malgosia werd breed uitgemeten in de vierde week van B&B Vol Liefde (RTL4). Ze werd verliefd op kasteelheer Albert in Spanje, deelde het bed met hem – kijk, zijn pakje sigaretten lag nog op het nachtkastje! – maar hij verloor zijn interesse toen nieuwe kandidate Joyce zich meldde. Op haar laatste avond schoffeerde Albert de doortastende diva doordat hij haar opera-aria’s wilde laten zingen op een jazzavond. Gekwetst liep ze weg.
Malgosia was populair bij de kijkers, ondanks, of misschien juist dankzij haar criminele verleden. Vorige week bevestigde de omroep, na vragen van RTL Boulevard, dat Malgosia in de gevangenis had gezeten. Wat ze had misdaan vertelde RTL er niet bij. Ook niet hoe ze door de screening was gekomen.
De Belgische versie van het programma heeft ook per ongeluk een ex-gedetineerde in de cast. De Nederlandse b&b-houder Jelmont zou volgens Het Laatste Nieuws als fysiotherapeut een beroepsverbod en gevangenisstraf hebben gekregen wegens ontucht met twee cliënten. En hij lag al zo slecht in het programma. Twee gevluchte dates noemden hem „een grove boer, die hen geen aandacht gaf en vaak dronken was”. „Gedegouteerd” verlieten zij het pand, aldus Het Laatste Nieuws.
Reality-tv kent wel meer controverses rond deelnemers die een strafblad hebben of die zich misdragen. Maar die schandalen vinden meestal plaats in een andere hoek van het genre, in programma’s als Temptation Island en Big Brother die trachten het slechtste in de mens naar boven te halen. Een gemoedelijke datingshow als B&B Vol Liefde kan ook niet zonder sociaal onaangepaste types, maar het draait om de schutterige, oprechte zoektocht naar vriendschap en genegenheid van min of meer sympathieke personages.
Cruciale raad
Albert, de hotelier die Malgosia dumpte, had het al verbruid bij de kijker toen hij onthulde dat hij zijn geslacht ‘Sjaak’ noemde. Ook Marcel, liefdeskandidaat van b&b-houder Mirjam in Zuid-Afrika, kreeg veel haat op X. De kokkin Thapsi gaf hem in de keuken cruciale raad: hij moest minder over zichzelf praten en meer vragen naar Mirjams leven. Tot verbijstering van de kijkers sloeg hij deze wijze raad in de wind. Na een desastreuze sushi-avond is hij nu op weg naar de uitgang. Veel over zichzelf praten en weinig belangstelling tonen voor de ander is een kwaal die meer mannelijke kandidaten hebben in B&B Vol Liefde. Daarbuiten trouwens ook. Zo zij wij mannen opgevoed, vrees ik. Dat krijg je er moeilijk uit.
De oude hippie Thijz lijkt nu ook te dalen in de populariteitspoll door de horkerige wijze waarop hij zijn liefdeskandidaten wegstuurt van zijn achenebbisj natuurcamping. Deze week ergerde hij zich dood aan de enige overgeblevene Mariël. Eerst kibbelden ze over het schoonmaken van de wc. Mariël vond de dweil te smerig, Thijz vond dat gezeur. „Zwijg! Vrouw!” zei hij achter haar rug om tegen de camera. Later wilde hij haar schilderen maar ze vond het koud in zijn atelier en vroeg of hij de houtkachel kon aansteken. Nog meer gezeur, vond hij. Ook meende hij dat ze niet goed stilzat bij het poseren.
Donderdag gooide hij Mariël eruit. ’s Avonds hadden ze een meningsverschil gehad over de wereldproblematiek, aldus de voice-over. Verder kregen we niet te horen of te zien waar dat over ging; een opvallend hiaat in een programma waarin juist alle botsinkjes breed uitgemeten worden. Volgens de podcast Reality Check is Thijz een antivaxxer. De makers vermoeden dat hij ook andere wappie-denkbeelden onder de leden heeft. Wellicht ging de ruzie daarover.
Thijz bleef alleen achter met zijn boezemvriend Ruben, een ronde kabouter met een lange baard en net zo’n gele rooksnor als de campingbaas. Die vriendschap zag er zo vredig en hecht uit dat er eigenlijk geen vrouw tussen paste.
Een uitje van de jonge asielzoekers uit het Friese Sint Annaparochie naar de Efteling gaat niet meer door. Na kritiek van minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber (PVV), heeft het Centraal Orgaan Asiel (COA) besloten op een andere manier invulling te geven aan de dag. Dat laat de organisatie weten aan persbureau ANP en omroep NOS.
Aanleiding voor de trip naar de Efteling waren ongeregeldheden die vorig jaar plaatsvonden tijdens een jaarlijkse kermis in het Friese dorp. Er waren problemen tussen jongeren uit de omgeving en bewoners van het asielzoekerscentrum: drie jonge mannen raakte gewond bij een steekpartij en drie bewoners van het asielzoekerscentrum werden opgepakt, meldde Omrop Fryslan destijds.
Vast potje voor activiteiten
Om incidenten te voorkomen werd daarom op 17 mei, de drukste dag van de kermis, een uitje naar de Efteling gepland voor de jongste bewoners van het asielzoekerscentrum. „Ze hebben jaarlijks een uitje”, zei een woordvoerder van het COA eerder op vrijdag tegen NOS. „Dat hebben we nu op de drukste dag van het dorpsfeest gepland. Vorig jaar is daar veel onrust geweest. Dat willen we niet weer. Zie het als een voorzorgsmaatregel.”
Hoewel het een jaarlijkse activiteit betrof, en het uitje volgens het COA betaald werd uit een vast potje voor activiteiten, sprak minister Faber op X donderdagavond van „een snoepreisje” op „kosten van de belastingbetaler”. Ze vond het „on-uit-leg-baar” en kondigde aan met het COA in gesprek te gaan.
Of dat gesprek daadwerkelijk heeft plaatsgevonden is niet duidelijk. Het COA laat middels een verklaring aan ANP weten „gezien de huidige aandacht” op een andere manier invulling te zullen geven aan het uitje. Verder is het COA „terughoudend met de communicatie” om de „jongeren niet langer onderwerp van het nieuws” te houden.
Het zijn huiveringwekkende verhalen, die de afgelopen maanden uit de VS komen. Zonder enige vorm van proces worden mensen door de Amerikaanse overheid opgepakt, ontvoerd in feite, en weggestopt in een overzeese martelgevangenis. Het is niet de bedoeling dat ze daar nog uitkomen. De Cecot-gevangenis in El Salvador heeft niemand ooit verlaten, aldus de justitieminister van het land. „Behalve in een doodskist.” En als de deportatie een foutje is, jammer dan. De Amerikaanse overheid heeft geen bevoegdheid om iets aan de situatie in El Salvador te doen, claimt de Trump-regering.
Schokkend, ja. Maar voor sommigen ook: een déjà vu.
Wat er nu gebeurt „zou niemand moeten verbazen”, zegt J. Wells Dixon, advocaat bij het Amerikaanse Center for Constitutional Rights (CCR). De zoektocht naar een plek om gevangenen buiten het bereik van het rechtssysteem te houden is niet nieuw. „Dat gebeurt al twintig jaar in de Verenigde Staten.” Samen met zijn collega’s heeft hij de afgelopen twee decennia zaken aangespannen wegens schendingen van het recht in de war on terror. „En we zijn nu nauw betrokken bij immigratiezaken uit het Trump-tijdperk.”
Na de aanvankelijke verbazing over hoe snel de situatie onder Trump geëscaleerd is, komt in Amerikaanse media steeds meer aandacht voor de overeenkomsten met eerdere periodes. Lijkt dit op de kampen voor Amerikanen van Japanse afkomst in WOII, bijvoorbeeld, of het massa-deportatiebeleid van president Hoover begin jaren dertig, waarbij bijna twee miljoen Mexicanen en Amerikanen van Mexicaanse afkomst zonder eerlijk proces werden uitgezet? Is wat Trump doet nieuw? Of staat hij juist in een typisch Amerikaanse traditie?
Vijand in ons midden
Van oudsher, zegt Beatrice de Graaf, terrorisme-expert en hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen, heeft het land een obsessie met vijanddenken. En vooral met ‘the enemy within’. „Op gezette tijden, als de nood zogenaamd hoog is, richt het beleid zich keihard tegen Amerikanen die dan niet meer als Amerikaans worden gezien. Ook al hebben ze een visum, green card, of zelfs staatsburgerschap: dat telt niet meer. Dan worden ze buiten de orde verklaard en de president wordt een soort oppersheriff, die iedereen van zijn erf mag knallen.”
Ze somt op: na de Burgeroorlog projecteerden Amerikanen hun problemen op Ieren, Italianen en katholieken. In de 20e eeuw maakte McCarthy tijdens de Red Scare jacht op communisten. J. Edgar Hoover, sinds de jaren twintig directeur van de FBI, had het gemunt op de Black Panthers en Students for a Democratic Society. „Wat sommigen nu ‘woke’ zouden noemen.” En onder Nixon gingen wat betreft CIA en FBI-operaties tegen ‘subversieve elementen’ uit de eigen bevolking „allgates of hell open”, zegt De Graaf.
Op gezette tijden wordt de Amerikaanse president een soort oppersheriff, die iedereen van zijn erf mag knallen
De recentste oprisping van de Amerikaanse paranoia zag je tijdens de regering-Bush. Na de aanval op de Twin Towers werd de Patriot Act ingevoerd, die de president weer bevoegdheden gaf die na Nixon juist waren ingeperkt. De Graaf: „Er zijn daarna echt heksenjachten geweest op Amerikanen met islamitische of Arabische achtergrond.”
Wells Dixon heeft de gevolgen van de war on terror van dichtbij meegemaakt. Hij vertegenwoordigt al jarenlang gedetineerden van Guantánamo Bay en andere black sites – geheime buitenlandse CIA-gevangenissen waar mensen die verdacht werden van Al-Qaida-lidmaatschap werden gemarteld. En hij ziet opvallende overeenkomsten tussen de strategie van Bush toen en Trump nu.
Zo probeert ook Trump de presidentiële macht te vergroten door voortdurend te praten over „nationale veiligheid, buitenlandse zaken en oorlogsbevoegdheden”. Trump spreekt over immigratie in termen van een invasie, „met vergelijkbare oorlogsterminologie”.
Zelfde doel
In Bush’ zoektocht naar onbeteugelde presidentiële macht speelde de militaire gevangenis op Cuba, Guantánamo Bay, een sleutelrol, vertelt Wells. „Toen Guantánamo in 2002 werd geopend, moest dat een plek zijn die volledig buiten de wet viel. De regering-Bush noemde dat het juridische equivalent van outer space.”
En dat is precies wat Trump nu in Cecot zoekt. Al gaat het hier om migranten en ‘bendeleden’ in plaats van terroristen, het doel van Bush en Trump is volgens Wells Dixon hetzelfde: mensen buiten het bereik van de rechtbanken brengen. „Naar een plek waar ze nooit de mogelijkheid hebben om de aanklachten tegen hen aan te vechten, waar ze geen toegang hebben tot een advocaat.”
Lees ook
142 decreten, 1 wet en 9.600 miljard dollar verdampt: dit waren de eerste 100 dagen van Trump
Het is in dat licht ook volkomen logisch dat Trump in februari de eerste groepen gedeporteerde immigranten aanvankelijk naar Guantánamo Bay bracht. Hij sprak de ambitie uit er uiteindelijk 30.000 mensen gevangen te zetten. Zijn ‘grenstsaar’ Tom Homan gebruikte voor de gedeporteerden migranten dezelfde woorden als voormalig vice-president Dick Cheney gebruikte voor de gevangenen in Guantánamo: deze mensen zijn the worst of the worst.
Er zat echter één fatale zwakte in het Guantánamo-plan van Trump. Ironischerwijs bleek Guantánamo minder rechteloos dan Trump dacht, en Bush ook al eerder had ondervonden.
Niet rechteloos genoeg
De zoektocht van de regering-Bush naar juridisch niemandsland is namelijk mislukt, dankzij de rechtszaken die werden aangespannen door Wells Dixon en zijn collega’s bij het CCR.
Een belangrijke eerste overwinning kwam in 2004, toen de advocaten van het CCR voor het eerst toegang kregen tot de gevangenis. Wells Dixon was geschokt, weet hij nog. „Het is de deprimerendste plek die ik ooit heb gezien. Een afschuwelijke plek. Het effect op de levens van de mensen die er zitten is verwoestend, ook als ze na tussenkomst van een hof worden vrijgelaten.”
De grootste juridische overwinning kwam in 2008. Het Hooggerechtshof bepaalde definitief dat de gevangen in Guantánamo zich konden beroepen op het Habeas Corpus-principe: ze konden hun zaak aanhangig maken bij de rechter. Guantánamo viel niet buiten het bereik van de Amerikaanse jurisdictie.
Gedetineerden in de Cecot-gevangenis in El Salvador, tijdens een rondleiding voor media eind april.
Foto Secretaria de Prensa de la Presidencia via REUTERS
Dus Trump moest iets anders: de migranten waren in Guantánamo niet rechteloos genoeg. Toen hij zich dat realiseerde, veranderde Trump van koers, denkt Wells Dixon. Hij haalde mensen terug uit Guantánamo, en vlak daarna beriep hij zich op de Alien Enemies Act, „een wet uit de 18de eeuw die de president oorlogsmacht geeft”. Zo kan hij „mensen zonder al te veel procedures uit de Verenigde Staten verwijderen”.
En dan naar een plek waar – anders dan bij Guantánamo – de Amerikaanse overheid niet het heersende gezag is. Dat is de aantrekkingskracht van El Salvador. En daarom kon minister Pam Bondi claimen dat ze niets kon doen om de ten onrechte gedeporteerde Kilmar Abrego Garcia terug te halen. Die is volgens de regering nu écht op een plek buiten het bereik van het Amerikaanse rechtssysteem.
Wells Dixon: „Nu hebben ze het erover dat ze hetzelfde willen doen met Amerikaanse burgers.” Een ontwikkeling die hij ziet als „de natuurlijke evolutie van de wereldwijde war on terror”.
Lees ook
De Amerikaanse democratie sterft niet in de voorspelde duisternis, maar op klaarlichte dag
Ook Beatrice de Graaf ziet een rechtstreekse lijn naar de Bush-jaren. Ze merkt op dat de juristen die voor Bush de Patriot Act opstelden, nu zelfs terugkeren naar Washington om Trumps beleid te rechtvaardigen, zoals Viet Dinh en Jennifer Newstead.
Dat die juristen onder Biden en Obama niet welkom waren in de overheid, betekent overigens niet dat de wens om onwelgevalligen in rechteloze detentie te houden het Witte Huis ooit heeft verlaten. Wells Dixon: „Ook de afgelopen jaren, onder Obama en Biden, hebben de Verenigde Staten buitenlandse regeringen of groepen ingezet om mensen namens hen te arresteren. Je ziet dat in Syrië, waar de Syrische Democratische Strijdkrachten vermoedelijke leden van ISIS voor de VS gevangen houden. Wederom met het doel om mensen weg te houden bij Amerikaanse rechtbanken. Proxy-detentie is nooit verdwenen.”
Angst aanjagen
Toch zet Trump wel degelijk nieuwe stappen, vindt de advocaat. De regering-Bush opereerde aanvankelijk in het diepste geheim. Trump allesbehalve. „De regering-Trump gebruikt de beelden en symboliek van Guantánamo juist actief om immigranten angst aan te jagen. Ze posten erover op sociale media.”
Ook de relatie met rechters is volgens Wells Dixon fundamenteel anders. De regering-Bush probeerde weliswaar de rechtbank ervan te overtuigen dat ze geen bevoegdheid hadden in Guantánamo, maar toen de rechters hun macht eenmaal uitoefenden, verzette Bush zich daar niet tegen. Trump wel. „Die zegt: het maakt niet uit wat de rechters zeggen, we gaan het niet doen.”
Ik denk dat het negeren van rechterlijke uitspraken de ondergang van de Trump-regering zal betekenen
Het wrange is: voor het individu maakt het niet altijd uit of er lippendienst wordt bewezen aan de hoven. Want ook toen er wel gerechtelijke toetsing kwam in Guantánamo was het voordeel voor de gevangenen daarvan beperkt, vertelt Wells Dixon. Zelfs de regering-Obama – die per decreet vastlegde dat Guantánamo Bay binnen een jaar gesloten zou worden – heeft niet voor elke gevangene gerechtigheid gebracht. Sterker nog: er zitten nog steeds vijftien mensen vast uit de periode van de war on terror.
Ook een cliënt van Wells Dixon, een Somaliër waar de Amerikaanse rechter jaren geleden al over oordeelde dat hij geen bedreiging vormt en vrijgelaten moet worden, zit er tot zijn frustratie nog steeds. De VS willen hem niet naar Somalië terugsturen en hebben onvoldoende diplomatieke inspanningen geleverd om hem in een derde land te vestigen. „Ik koester daarover net zoveel wrok tegen de regering-Biden als tegen de regering-Trump. Niemand heeft iets gedaan om hem te helpen.”
Publieke opinie
Maar Wells Dixon put hoop uit de escalatie van de laatste weken. Dat Trump gerechtelijke uitspraken naast zich neerlegt, noemt hij „een enorme strategische fout”. „Ik denk dat het de ondergang van de Trump-regering zal betekenen.”
Met de regering-Bush ging het net zo. Toen de wereld weet kreeg van de misstanden in de black sites, in Abu Graib, en in Guantánamo, zorgde dat voor een verschuiving in de publieke opinie. Nu blijkt uit de peilingen dat 54 procent van de Amerikanen vindt dat Trump zijn bevoegdheden overschrijdt, en zegt 76 procent dat een president geen uitspraken van het Hooggerechtshof mag negeren.
Trump overspeelt zijn hand, denkt Wells Dixon. „En misschien, heel misschien, zal er daardoor eindelijk enige verantwoording komen voor deze jarenlange poging van opeenvolgende Amerikaanse presidenten om mensen buiten de rechtsstaat te plaatsen, waar ze de vrije hand hebben om deze mensen te terroriseren, te martelen of eindeloos gevangen te houden.
Het sinds de eerste neo-Mini wild uitdijende Mini-gamma deed denken aan de familie Flodder, de televisieserie over een tokkiefamilie in een kakbuurt. De Flodders waren leuke vreemde eenden in de villawijk waar ze niet, maar als verdwaalde paradijsvogels toch weer een beetje wél thuishoorden. Evenzo werd Mini onder BMW-vlag voor de hoofdprijs stoute underground in elitekringen. Je had de Cabrio, claustrofobisch zonne-oventje op wielen. De Clubman, poging tot stationcar met de schattige dubbele achterdeurtjes van het originele transport-Mini’tje. De Coupé was een soort mobiele honkbalpet en de mislukte Paceman een tweedeurs-suv met het weggedrag van een martelwerktuig. Beide waren snel van de baan.
Helaas deden de blijvers hun bescheiden naam steeds minder eer aan. Ze groeiden ongeremd. Het is de tijd. Alles moet groot en vet. Horloges, huizen, sneakers, suv’s. De huidige Countryman, in zijn elektrische variant 2.000 kilo zwaar, deelt zijn platform met de volumineuze BMW X1.
Zoom in voor details van Mini Aceman SEKlik op de punten voor uitleg over de details.Merlijn Doomernik
Dan nu de Aceman, groter dan de driedeurs Mini maar veel kleiner dan de Countryman. In een autowereld waarin soortnamen steeds minder betekenen zou je hem een semi-suv kunnen noemen. Vorm en maatvoering vullen een alleen door Mini waargenomen niemandsland tussen het crossovergenre en de vijfdeurs hatchback die ze je bij Mini ook verkopen, zij het met microdeurtjes waar uitsluitend graatmagere socialites doorheen komen. Met de fysieke toegankelijkheid is het bij de Aceman weinig beter gesteld. Die is ook zijn zorg niet. Waarom hij kwam moet je niet vragen. Leuk is bij Mini het enige criterium. De Aceman ís leuk, in de zin van apart. De felle kleuren zijn dolletjes. Aan de voorzijde afgeronde en aan de achterkant hoekige beschermingsplaten rond de wielkasten trekken de vorm speels uit het lood. Zwarte megadorpels snijden als klemmen in het Mini-vlees.
Binnen beknelt hij jou. De rechterknie van de bestuurder raakt irritant hardnekkig het spijkerharde bedieningspaneel met startknop en schakelhevel. Een opgetrokken linkerknie past net aan in het gat tussen stuur en deur. Het deurpaneel is genereuzer met stof bekleed dan dat van de Countryman-deuren, die voor de helft bestaan uit onverbloemd goedkoop zwart plastic. Mini zal berekend hebben dat meer deurbekleding op de kleine Aceman toch geen drol zou kosten. Het plastic plateau onder de voorruit blijft een pauperdingetje, maar voor premiumgevoelige kniesoren is er genoeg vrolijke afleiding. Het baldadig ronde infotainmentscherm is zo spectaculair en onhandig als in andere Mini’s. Over het met blauw-oranje stof beklede dashboard lopen knotsgekke retro-kofferriempjes en de onderste stuurspaak is een soort horlogebandje. Het is informele exclusiviteit om te stelen, Ikea voor de rijken.
Goedkoper geworden
Dat prikkelverdienmodel stuit nu wel op zijn grenzen. Ruim 65 mille voor de duurste stekkerversie van de Countryman werd getuige de verkoopcijfers zelfs de Mini-klant te gortig. Daarom verlaagde Mini fors de prijzen. De goedkoopste Aceman daalde met bijna 5.000 euro naar 34.490 euro, de geteste Aceman SE kost met een basisprijs van 37.990 euro 3.667 euro minder dan voorheen. De Countryman devalueerde navenant. Of die onverwachte bereikbaarheid je overhaalt, hangt van je stijl van leven en waardering voor klassieke Mini-deugden af. Die heeft de Aceman heus. Hij scheurijzert aanstekelijk als echte Mini’s en de stekker-tech van BMW werkt adembenemend efficiënt. De (hallo!) 1.785 kilo zware Aceman is zelfs zuiniger dan mijn jammerlijk gemiste BMW i3. Onder de tien graden met alleen snelwegritten 15,6 kWh per honderd kilometer halen is meesterlijk. Dat kan onderweg naar de zomer alleen maar beter worden en in de winter niet veel slechter, want daar stond de test-Aceman door late nachtvorst nog met één been in. Snelladen gaat met 95 kW redelijk, niet meer.
De aan de voorkant rond lopende beschermplaat om de wielkasten maakt een hoek achter.Die onderste spaak van het stuur is inderdaad een soort horlogebandje.Patroon van de Britse vlag in de achterlichten – links de ene, rechts de andere helft. S staat voor het snelste model met 218 pk, uiteraard veel meer dan genoeg.
Foto’s Merlijn Doomernik
Wat als ze bij Mini eens iets nuttigs zouden maken, denk je dan. Een auto die, zoals de oer-Mini van de onsterfelijke constructeur Sir Alec Issigonis, nieuwe maatstaven zou stellen op de paradedisciplines van gewichtsbesparing en doordachte benutting van beperkte ruimte? Wat als ze met een simpele, krachtige vorm de spartaanse aantrekkelijkheid van de eerste Mini nieuw leven konden inblazen? Mini is als nichemerk een van de weinige fabrikanten die zich voor goed geld zo’n gok kunnen veroorloven. Ik zie de maren. Mini wordt gegijzeld door thrillseekers. Het laat zich in steeds onmogelijker bochten wringen om leuk gek hun eeuwige verveling te verdrijven. Maar het speelkwartier houdt een keer op. Terwijl constructieve genialiteit onsterfelijk is. Zonder Issigonis’ meesterschap had het nieuwe Mini niet bestaan.