Tv-recensie | Voorbijgangers knuffelen in het Berlijnse nachtleven

„Je moet weten dat je het moet weten, en dan weet je het. Wist je dat?” De Duitse jongen was heel dicht op de camera komen staan om met wazige ogen zijn wijsheden te delen, met een vanzelfsprekende overtuiging. De mini-speech werd afgewisseld met beelden waarin hij onder meer een hondje en een onbekende voorbijganger knuffelde, terwijl zijn kompanen verontschuldigend lachten op de achtergrond. „En als je het weet…” Hij schudde zijn hoofd, glimlachte sereen. „Dan is het goed om te weten.”

Al een paar seizoenen lang trekt Raven van Dorst in Nachtdieren (BNNVARA) na middernacht de stad in om te zien wat de nog wakkere medemens zoal uitspookt. Aan het eind van dit zesde seizoen waren de Nederlandse steden uitverkend, dus trok Van Dorst de grens over: vorige week naar Londen, nu naar Berlijn. Daar nam het nachtleven de gedaantes aan van een jongen met xtc-oogjes, een worstelaar die haar oogballen rood had laten tatoeëren, een furry die zich liefst verkleedde als husky of hyena, een groepje goedgemutste hare krisjna-aanhangers, en zo ging het lijstje nog even door.

Dat Nachtdieren nog steeds zo goed werkt zit hem vooral in het charisma van de presentator. Van Dorst benadert alle extravagante nachtdieren die (toevallig?) diens pad kruisen steevast met een geloofwaardige dosis verwondering en enthousiasme, zonder ze ooit weg te zetten als curiositeit. Ook in deze laatste aflevering van het seizoen was de sfeer gemoedelijk en waren de geïnterviewden zo openhartig, dat het haast zonde voelde om al hun verhalen in een halfuur te proppen. Wanneer een man in hyenapak terloops refereert aan een furryreligie, is het wel bijzonder jammer dat er geen tijd is voor vervolgvragen.

Wel was er tijd om, geheel op z’n Berlijns, lang te wachten in de rij voor een exclusieve nachtclub. Mocht je alleen naar binnen als je hip genoeg was bevonden, vroeg Van Dorst aan een feestganger. Maar volgens hem werden alleen mensen geweerd die al te ver heen waren of anderszins negativiteit uitstraalden. Oftewel: „Ze checken je vibe.”

Vibecheck

De uitslag van zo’n vibecheck was zondagavond waarschijnlijk niet al te gunstig geweest voor Frans Bromet, al zal dat de eigenzinnige documentairemaker niet deren. In de 2Doc Scootmobiel (NTR) leek hij er vooral op gebrand om zo veel mogelijk mensen met scootmobiels te vragen of ze ongelukkig waren. Een paar andere dingen die hij van de (veelal invalide) geïnterviewden wilde weten was of ze het leven nog de moeite waard vonden en of ze eenzaam waren.

Zijn vrijpostigheid werd vaak beloond met eerlijke antwoorden, maar bij sommige geïnterviewden vielen Bromets vragen in minder goede aarde. Bij de negentigjarige Riet, bijvoorbeeld. „Hoe is het dan, als je niet meer kan lopen?”, vroeg Bromet haar. „Erg, heel erg”, zei Riet, tot ze zich ineens bedacht: „Wat heeft dit eigenlijk te maken met mijn scootmobiel? Alles wat ik tot nog toe gezegd heb, vind ik helemaal niet leuk.”

Bromet wilde achterhalen wat het hebben van een scootmobiel nu precies betekende, zei hij tegen Riet. „Waar je allemaal afscheid van hebt moeten nemen.” Maar hij kreeg de sceptische dame niet uitgelegd waarom hij al die persoonlijke dingen van haar wilde weten. Soms valt dat ook niet overtuigend uit te leggen. Misschien weet je dan gewoon dat je het moet weten, en als je het weet… dan is het goed om te weten. Wist je dat?

Amber Wiznitzer en Wilfred Takken zijn vanaf deze week de vaste tv-recensenten van NRC. Zij vielen al tijdelijk in voor Rinskje Koelewijn en zullen voortaan de rubriek Zap om de week verzorgen.