
‘Ík?” Nels wenkbrauwen gingen verbaasd omhoog en toen weer bedachtzaam omlaag; haar grijsblauwe ogen schoten van links naar rechts. Ze hield haar hand op haar borst en zei zonder woorden: vertrouw mij. Vertrouw alléén mij. „Neee”, zuchtte ze na die veelbetekenende stilte. „De buurman draait het nu om.”
Gedraaid wordt er altijd in De rijdende rechter (Omroep MAX). Als de betrokkenen het eens waren over waar de schuld lag, zouden ze meester John Reid immers niet hebben opgetrommeld. De buurvrouw zegt te worden geteisterd door de buurman, de buurman zegt dat de buurvrouw liegt en zélf overlast veroorzaakt. Zijn schutting is te hoog, haar tv staat te hard – de klachten zijn vaak varianten op dezelfde thema’s. Eigenlijk zou het programma eens een bevlogen psychoanalyticus moeten inschakelen om het onderliggende gevoel op te graven dat al die thema’s verbindt. Ik gok dat die dan uitkomt op iets als: ruimte innemen. Zien en gezien worden. Maar zo ver zal het niet komen: wegens bezuinigingen op de publieke omroep verdwijnt De rijdende rechter volgend jaar van tv.
Verdrietig nieuws vond ik dat, want ik gebruik het programma graag om mijn mensenkennis te testen. Vaak kom ik tot de conclusie dat beide partijen heel oprecht in hun eigen gelijk geloven, maar er zit wel eens een buur bij wiens intenties je gedurende de aflevering meer en meer gaat wantrouwen. Nel was zo’n geval. Ze hield de airco van buurman Dikran verantwoordelijk voor een hard geluid dat klonk als „dum dum dum” (vandaar de poëtische titel van deze aflevering: ‘Niet in je hum door dum dum dum’) en was boos dat Dikran rookte en soms barbecuede in zijn achtertuin. Dikran wilde gewoon graag met rust worden gelaten in zijn eigen huis en niet langer door Nel worden uitgescholden.
Met engelengeduld stond hij tegenover haar toen Nel tegen presentatrice Mascha de Rooij zei dat ze sinds de eerste opnames voor het programma een hoge schutting in haar tuin had gezet. Maar Dikran vond dat prima, hij ervaarde de laatste twee weken zelf minder hinder van Nel. Hij glimlachte naar haar: „Mooie schutting, trouwens.” Daarop schudde Nel ijzig zwijgend haar hoofd, armen over elkaar geslagen, terwijl ze direct oogcontant bleef maken met haar buurman. „Meneer geeft u een compliment”, probeerde De Rooij. „Ik zit daar niet op te wachten”, zei Nel. Verder had het programma sinds die eerste opnames een andere buurman gesproken: Henk, die meende dat Nel („een hele lastige tante”) al drie gezinnen had weggepest. Waarop Nel wederom reageerde met: „Ík?”
Pijlwagen
Soms is je imago er bij gebaat als je gewoon ruiterlijk toegeeft dat je fout zat. Neem Tom Waes: vorig jaar stapte de Vlaamse tv-persoonlijkheid dronken en gordelloos in zijn auto en reed hij tegen een pijlwagen aan. Nu maakt hij een excuusronde door talkshows om te redden wat er nog te redden valt (een contract bij zowel de VRT als de NPO). Dinsdag zat hij bij Eva (AvroTros), nadat hij maandag begripvol was geïnterviewd bij VRT Canvas. ‘Tom Waes moet ook in Nederland door het stof, en daar zijn ze harder dan hier’, kopte De Standaard verwachtingsvol. In de praktijk viel dat redelijk mee. Jinek speelde haar strenge rol met verve en benadrukte hoe onverantwoord Waes had gehandeld, maar je kunt een man niet meer neertrappen als hij zelf al op zijn rug is gaan liggen. Of hij daar ligt als onderdeel van een pr-strategie of uit oprechte spijt weet alleen Tom Waes – en misschien meester John Reid, wiens mensenkennis na bijna tien jaar burenruzies oplossen buitensporig goed ontwikkeld moet zijn.
Waes zal het echt nóóit meer doen, beloofde hij Jinek. Die bleef sceptisch kijken. Bijna net zo sceptisch als ik keek aan het eind van de aflevering van De rijdende rechter, nadat Reid had geoordeeld dat Dikran geen ‘dum dum dum’-geluiden maakte en Nel haar buurman niet langer mocht belagen. Zou ze zich daar braaf aan houden? „Jaaa”, zei Nel met grote ogen. „Túúrlijk.” Maar haar hoofd schudde alweer van ‘nee’.
