„Het voelt een beetje als een pakje sigaretten met van die hele vreselijke kankerlongen erop”, vond Rob Goossens. Hij leek erg trots op die vergelijking. Nu lijkt Rob Goossens sowieso vaak trots op de teksten die uit zijn mond rollen aan de RTL Boulevard-desk (good for him), maar donderdagavond was hij zo gelukkig met zijn vondst dat hij hem na een halve minuut nadrukkelijk herhaalde, wellicht hopend op iets meer erkenning. Of op een vette kop in de Mediacourant de volgende ochtend: ‘Heftig: MAFS-koppel Bjorn en Marcella doet Rob Goossens denken aan „vreselijke kankerlongen”’.
‘MAFS’, dat staat dan voor Married at First Sight, waarvan deze week alweer het tiende seizoen ten einde kwam. Donderdagavond werd de laatste aflevering uitgezonden op RTL 4 en wist de kijker eindelijk hoeveel van de deelnemende stellen nog samen waren, nadat ze elkaar in het begin van het seizoen aan het altaar hadden ontmoet. De score: twee van de zeven huwelijken hadden het gered. Het huwelijk van Bjorn en Marcella zat daar niet bij. Dat verbaasde Goossens niet. Op het scherm achter de mediaverslaggever verschenen de trouwfoto’s van de twee jonge dertigers: hand in hand, brede lach op hun gezicht, nog vol goede moed dat hun ja-woord terecht zou blijken. Toen konden ze ook nog niet weten dat die foto’s maanden later vergezeld zouden gaan van het weinig romantische woord ‘kankerlongen’ in RTL Boulevard.
„Het lijkt wel of ze Bjorn en Marcella hebben neergezet als: dit is hoe het gaat als je niet communiceert”, lichtte Goossens zijn vergelijking toe. Hij vond dat de liefdesexperts die bij het datingprogramma betrokken waren het stel beter hadden moeten bijsturen. „Ze hadden veel eerder kunnen zeggen: jongens, ga een beetje communiceren.” De twee Boulevard-presentatoren die naast hem aan de desk stonden, keken bedachtzaam. „Een waarschuwing vooraf, zou jij willen hebben gehad”, zei Vivienne van den Assem. Luuk Ikink vulde aan: „En voor het volgende seizoen, dat er misschien wel gaat komen.” „En misschien voor ons als kijkers ook”, zei Goossens. Stiekem is dat laatste natuurlijk het belangrijkst. Heel leuk als de deelnemers aan datingshows daadwerkelijk de liefde vinden, maar wat de makers uiteindelijk het hardst nodig hebben, zijn kijkers. Kijkers als Rob Goossens, die zo’n programma ziet en denkt: maar wat leer ík hier nou van. En in dit geval was het antwoord dus simpel. Communiceren.
Toverwoord
Dat toverwoord komt veelvuldig voorbij in datingprogramma’s, vooral binnen de subcategorie waarin relatiedeskundigen een rol spelen. Die moedigen de deelnemers dan aan om zich uit te spreken, hun gevoelens te delen. En als de liefde niet opbloeit en kijkers een reden zoeken voor dat jammerlijke gebrek aan een goede afloop, is die makkelijk gevonden: niet goed gecommuniceerd. Had je nou maar uitgesproken! Persoonlijk betwijfel ik of dat had geholpen in het geval van Bjorn en Marcella, of van de andere koppels die geen ‘lang en gelukkig’ beschoren was. Arme Marcella vertrouwde de experts al vroeg toe dat de warme gevoelens bij haar uitbleven. Dan kun je communiceren tot je een ons weegt – dat gaat het gebrek aan aantrekkingskracht niet compenseren. Maar dat het ook een mogelijkheid is dat je blind wordt gekoppeld aan iemand op wie je simpelweg niet verliefd kunt worden, geeft waarschijnlijk minder voldoening aan de kijkers thuis. Die moeten er lering uit kunnen trekken wanneer de MAFS-deelnemers in het eindgesprek hun trouwringen inleveren bij presentator Carlo Boszhard, met een dramatisch muziekje op de achtergrond.
„Nu hebben wij gewoon dat pakje ‘roken is dodelijk’”, zei Goossens weer, „en dat zijn Bjorn en Marcella.” „Als je niet communiceert, gebeurt er dát, bedoel je?”, vroeg advocaat Clarice Stenger vanaf een stoeltje naast de desk. Ja, dat was precies wat Goossens bedoelde. Van den Assem wendde zich nog een keer tot Stenger: „Verhelderend?” „Nee.” Toch niet goed gecommuniceerd.
‘LOVE’ staat er in koeienletters tegen een muur in het nieuwe Rotterdamse museum Fenix. Het zijn de iconische letters van Robert Indiana, die het woord tijdens zijn leven in vele soorten en maten verbeeldde. Indiana gaf met dit woordbeeld aan waar het om draait in het leven, „voor de mens, waar ook ter wereld”, luidt het begeleidende tekstbordje. Het is waar: iedereen kan in de wereld wel wat liefde gebruiken, dus het is gerust een universeel ideaal te noemen. Dat universele is waar het Fenix om gaat.
Vrijdag opende Fenix, een museum over migratie. Het was een moment waarnaar dankzij een geoliede publiciteitsmachine reikhalzend werd uitgekeken. Het is niet het eerste migratiemuseum, maar het unieke van Fenix is dat ze kunst als middel gebruiken om één van de politiek ingewikkeldste onderwerpen vorm te geven. Geen historische benadering dus, maar zes thema’s: migratie, identiteit, geluk, grens, vlucht en thuis. Het idee is daarbij dat de bezoeker zijn/haar/hun „eigen richting kiest” in de collectietentoonstelling Alle richtingen. Daarnaast is er nog een ‘Kofferdoolhof’, waar naar verhalen geluisterd kan worden die bij enkele koffers horen. Anders dan bij de tentoongestelde koffers in bijvoorbeeld Auschwitz zijn ze hier keurig opgestapeld: roze Samsonitekoffers staan netjes op elkaar tussen oude hutkoffers en kleine koffers van vluchtelingen. Naast de vaste collectie en het overzichtelijke kofferdoolhof is er nog de fototentoonstelling The Family of Migrants.
Enkele kunstenaars kregen van Fenix expliciet de opdracht een werk te maken dat op het thema migratie inhaakt, daarnaast hangen en staan er veel bestaande werken over het thema. Kunst als middel te gebruiken is een geweldig idee: goede kunst biedt andere perspectieven, confronteert de kijker of raakt die emotioneel op een andere manier dan nieuws of cijfers dat doen. Fenix wil de bezoeker meenemen op een „ontdekkingstocht langs verhalen die ons verbinden”. Kunst als verbinding, ook dat is een goed idee voor wie de confrontatie moe begint te worden.
Raquel van Haver, ‘Luz Brilhante e Cintilante’, 2023-2025. Foto Iwan Baan
Topwerken
De vraag is of het ook werkt. Om met het goede nieuws te beginnen: er zijn topkunstwerken van gerenommeerde kunstenaars, van Hans Holbein en Rembrandt tot aan Raquel van Haver en Steve McQueen waarbij kosten noch moeite zijn gespaard. En tussen die kunstwerken staan objecten die het thema van migratie vanuit verschillende kanten belichten. Daar zitten parels tussen: ontroerend zijn de cassettebandjes die werden opgestuurd toen videobellen nog niet bestond. En ook de tekst voor de buschauffeur in een boekje van een Surinaamse tante die in 1977 van Drachten naar Rotterdam reisde maar geen Nederlands kon, is heel mooi. Er ligt een vluchtelingenboot uit Lampedusa en een opgerolde UNHCR-familietent.
Daarnaast zijn er sterke foto’s te zien in The Family of Migrants. Nieuws- en documentairefoto’s met getraumatiseerde vluchtelingen, een vrouw die afscheid neemt van haar Oekraïense vriend die naar het front moet of groepen die de grens van Mexico over willen, laten niemand onberoerd.
Maar er is ook slecht nieuws: Fenix is overvloedig (‘on-Hollands’ wordt dat soms genoemd), maar dat is omdat er geen keuzes zijn gemaakt. De vluchteling onderweg wordt in The Family of Migrants gelijkgesteld aan een reiziger die het Vrijheidsbeeld fotografeert met het onderschrift ‘Welkom in New York’. Een foto van een Nederlandse emigrant die bijna klaar is om naar Brazilië te vertrekken hangt naast die van mensen op de vlucht voor de burgeroorlog in Libië. De reiziger wordt gelijkgesteld aan de vluchteling, vanuit het idee dat ook de eerste mens al op reis was. Wie migratie universeel wil aanpakken, maakt geen keuzes. Dat geldt voor zowel de fototentoonstelling, het kofferdoolhof als voor de vaste collectie en de objecten.
Niet elk museum hoeft politiek te zijn, maar wanneer het om een museum over migratie gaat, is dat onontkoombaar. Dat zoiets kan zonder dat dat ten koste gaat van de kunst is vaak genoeg bewezen: bij Biënnales in Venetië bijvoorbeeld kwam het thema uitgebreid aan de orde. Ook daar met grote namen, mikkend op een groot publiek. Bij die exposities werd de vluchteling echter geen moment verward met de migrant of de reiziger. Aan het debat over migranten en asielzoekers dat al decennia lang vergiftigd is en steeds meer vergiftigd raakt, had via kunst een bijdrage geleverd kunnen worden. De verbeelding had hier voorop kunnen lopen in de hoop aan te sturen op medemenselijkheid in plaats van afzijdig te blijven door het op één lijn zetten van verhalen.
Door migratie de ene keer af te beelden met een opgerolde UNHCR tent als object, en een paar stappen verderop met een reisboekje van het echtpaar Wheeler (dat Lonely Planet bedacht) op een sokkel, wordt de angst voor de vreemdeling gerelativeerd – terwijl die ongetwijfeld even oud is als de eerste mens op reis. En dat geldt evenzeer voor de Delftsblauwe vaas uit 1896 van Nederlandse boeren in Michigan die graag iets met koeien en molens in hun huis wilden hebben, die in de buurt staat van een vluchtelingenboot uit Lampedusa.
Er is indrukwekkend werk te zien, zoals het knallende hek – Untitled (Gate) (2009) – van de Indiase kunstenaar Shilpa Gupta. Het hek ramt zo hard dat het stuc op de muur steeds verder afbrokkelt. Gupta wil zo invoelbaar maken hoe meedogenloos de klap is die vluchtelingen bij gesloten grenzen ervaren. Maar wat moet je daarna met Willem De Koonings Man in Wainscott (1969) in dezelfde zaal, die verbeeldt dat migratie verbonden is aan heimwee? De Kooning schrijft aan zijn vader dat hij, ondanks zijn succes in New York, nog steeds aan zijn geboortehuis denkt wanneer hij in slaap valt: wat is het verband tussen een vluchteling voor een gesloten grens en een beroemde schilder die aan zijn vader over heimwee schrijft?
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Hana El-Sagini, ‘The Big Blue Slippers’ (2022). ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Hana El-Sagini, ‘The Big Blue Slippers’ (2022). ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/16154624/data132333254-0ff3b6.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/05/museum-fenix-wil-migratie-vooral-tot-een-weinig-confronterend-onderwerp-maken-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/JNxMmatzAyugdhIu8bV-ltRr_Uc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/16154624/data132333254-0ff3b6.jpg 1920w”>Hana El-Sagini, ‘The Big Blue Slippers’ (2022). Ugo Rondinone, ‘The Sun’, 2018. Collectie Fenix, Foto Iwan Baan
Slippers
Het probleem komt mede door de keuze van de thema’s. ‘Identiteit’ omvat zo veel meer dan migratie – en zo worden de getoonde (goede) werken in een mal gepropt. Klimaatcrisis en slavernij: het zijn veel te belangrijke onderwerpen om hier een dienstbare rol te spelen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit The Big Blue Slippers (2022) van de Egyptische kunstenaar Hana El-Sagini. Ze zijn geplaatst in de categorie ‘thuis’: schoenen uit, slippers aan, kopje thee en gezellig. Er zijn heel andere associaties denkbaar: slippers op het strand, achtergebleven van een boot vol vluchtelingen; is die betekenis nu verdwenen? Ook in 2022 stelde El-Sagini (in Zwitserland) blauwe slippers tentoon, in de installatie A Dialogue Between a Wooden Moth and Blue Slippers – daar vormden ze een potentieel moordwapen voor het insect.
Hoewel zeker in het deel ‘Vlucht’ effect niet wordt geschuwd, en bij enkele geweldige werken ook wordt bereikt, maakt Fenix migratie tot een weinig confronterend onderwerp. Alsof we niet mogen vergeten dat er ook heel gezellige kanten aan zitten, dat je ook succes kan hebben als je vlucht (neem Einstein of Erasmus van wie respectievelijk een foto en schilderij hangen). En voor wie dat geluk niet heeft, die kan kijken naar The Sun (2018) van de Zwitserse kunstenaar Ugo Rondinone: tien takken in een cirkel goot de kunstenaar in brons om ze met bladgoud te bedekken. „Rondinone herinnert ons eraan dat de zon elke dag opkomt, overal ter wereld, voor iedereen. Want we wonen allemaal onder dezelfde zon.”
Maar dat de een meer zon krijgt dan de ander, blijft in het midden, dat mag de bezoeker zelf invullen. Voor wie wil bijkomen van deze „reis”, kan nakauwen op wat er te zien was in restaurant O van „sterrenchef” Maksut Aşkar. En kan daar nog even terugdenken aan Robert Indiana die niet alleen ‘LOVE’ als adagium had, maar ook ‘EAT’ in iconische letters omzette.
„Het voelt een beetje als een pakje sigaretten met van die hele vreselijke kankerlongen erop”, vond Rob Goossens. Hij leek erg trots op die vergelijking. Nu lijkt Rob Goossens sowieso vaak trots op de teksten die uit zijn mond rollen aan de RTL Boulevard-desk (good for him), maar donderdagavond was hij zo gelukkig met zijn vondst dat hij hem na een halve minuut nadrukkelijk herhaalde, wellicht hopend op iets meer erkenning. Of op een vette kop in de Mediacourant de volgende ochtend: ‘Heftig: MAFS-koppel Bjorn en Marcella doet Rob Goossens denken aan „vreselijke kankerlongen”’.
‘MAFS’, dat staat dan voor Married at First Sight, waarvan deze week alweer het tiende seizoen ten einde kwam. Donderdagavond werd de laatste aflevering uitgezonden op RTL 4 en wist de kijker eindelijk hoeveel van de deelnemende stellen nog samen waren, nadat ze elkaar in het begin van het seizoen aan het altaar hadden ontmoet. De score: twee van de zeven huwelijken hadden het gered. Het huwelijk van Bjorn en Marcella zat daar niet bij. Dat verbaasde Goossens niet. Op het scherm achter de mediaverslaggever verschenen de trouwfoto’s van de twee jonge dertigers: hand in hand, brede lach op hun gezicht, nog vol goede moed dat hun ja-woord terecht zou blijken. Toen konden ze ook nog niet weten dat die foto’s maanden later vergezeld zouden gaan van het weinig romantische woord ‘kankerlongen’ in RTL Boulevard.
„Het lijkt wel of ze Bjorn en Marcella hebben neergezet als: dit is hoe het gaat als je niet communiceert”, lichtte Goossens zijn vergelijking toe. Hij vond dat de liefdesexperts die bij het datingprogramma betrokken waren het stel beter hadden moeten bijsturen. „Ze hadden veel eerder kunnen zeggen: jongens, ga een beetje communiceren.” De twee Boulevard-presentatoren die naast hem aan de desk stonden, keken bedachtzaam. „Een waarschuwing vooraf, zou jij willen hebben gehad”, zei Vivienne van den Assem. Luuk Ikink vulde aan: „En voor het volgende seizoen, dat er misschien wel gaat komen.” „En misschien voor ons als kijkers ook”, zei Goossens. Stiekem is dat laatste natuurlijk het belangrijkst. Heel leuk als de deelnemers aan datingshows daadwerkelijk de liefde vinden, maar wat de makers uiteindelijk het hardst nodig hebben, zijn kijkers. Kijkers als Rob Goossens, die zo’n programma ziet en denkt: maar wat leer ík hier nou van. En in dit geval was het antwoord dus simpel. Communiceren.
Toverwoord
Dat toverwoord komt veelvuldig voorbij in datingprogramma’s, vooral binnen de subcategorie waarin relatiedeskundigen een rol spelen. Die moedigen de deelnemers dan aan om zich uit te spreken, hun gevoelens te delen. En als de liefde niet opbloeit en kijkers een reden zoeken voor dat jammerlijke gebrek aan een goede afloop, is die makkelijk gevonden: niet goed gecommuniceerd. Had je nou maar uitgesproken! Persoonlijk betwijfel ik of dat had geholpen in het geval van Bjorn en Marcella, of van de andere koppels die geen ‘lang en gelukkig’ beschoren was. Arme Marcella vertrouwde de experts al vroeg toe dat de warme gevoelens bij haar uitbleven. Dan kun je communiceren tot je een ons weegt – dat gaat het gebrek aan aantrekkingskracht niet compenseren. Maar dat het ook een mogelijkheid is dat je blind wordt gekoppeld aan iemand op wie je simpelweg niet verliefd kunt worden, geeft waarschijnlijk minder voldoening aan de kijkers thuis. Die moeten er lering uit kunnen trekken wanneer de MAFS-deelnemers in het eindgesprek hun trouwringen inleveren bij presentator Carlo Boszhard, met een dramatisch muziekje op de achtergrond.
„Nu hebben wij gewoon dat pakje ‘roken is dodelijk’”, zei Goossens weer, „en dat zijn Bjorn en Marcella.” „Als je niet communiceert, gebeurt er dát, bedoel je?”, vroeg advocaat Clarice Stenger vanaf een stoeltje naast de desk. Ja, dat was precies wat Goossens bedoelde. Van den Assem wendde zich nog een keer tot Stenger: „Verhelderend?” „Nee.” Toch niet goed gecommuniceerd.
Zelden zijn mensen die vluchten zo met open armen ontvangen als de groep witte Zuid-Afrikanen die deze week in Washington aankwam. Niet alleen hun vliegtickets en onderdak zijn door de VS betaald, ze werden ook nog eens met alle egards door twee bewindslieden welkom geheten. Een van hen, onderminister Christopher Landau, legde op het vliegveld uit dat zijn eigen familie op de vlucht voor Hitler onderdak had gevonden in de VS. Het opnemen van de groep Afrikaners, afstammelingen van vooral Nederlandse kolonisten, was volgens Landau het bewijs dat de VS de „schandelijke vervolging van mensen op basis van ras” verwerpen. De Zuid-Afrikanen zijn volgens president Trump zelfs slachtoffer van een „genocide”.
Dit is absurd. Het met voorrang opnemen van Afrikaners als ‘vluchteling’ laat opnieuw zien dat de regering-Trump bereid is beleid te maken op basis van nepnieuws en complottheorieën. Dat beleid holt de betekenis van het woord vluchteling uit in een tijd waarin asielaanvragen van onder andere Afghanen, Irakezen en zwarte Afrikanen in de VS zijn opgeschort. Het grijpt bovendien verregaand in in de onderlinge verhoudingen van een land, Zuid-Afrika, dat na ruim 350 jaar koloniale onderdrukking nog maar net begonnen is het beladen verleden af te schudden.
In Zuid-Afrika wonen ruim 63 miljoen mensen. Ongeveer 7 procent van de bevolking beschouwt zichzelf als wit. Gemiddeld genomen telt het inkomen van huishoudens met een witte hoofdkostwinner ongeveer vier keer dat van zwarte huishoudens. De werkloosheid onder zwarte Zuid-Afrikanen ligt volgens statistiekbureau Stats SA op 46 procent, terwijl 9 procent van de witte Zuid-Afrikanen werkloos is. Als je bezit meerekent, dan is de witte bevolking volgens ongelijkheidsonderzoekers twintig keer vermogender dan de zwarte.
Het is waar dat het, dertig jaar na het eind van de apartheid, voor de witte minderheid minder makkelijk is geworden om aan werk te komen of anderszins een zorgeloos leven te leiden. Bedrijven, universiteiten en overheden hebben quota opgelegd gekregen om mensen uit voorheen achtergestelde groepen in leidinggevende posities te benoemen. Dat in Zuid-Afrika criminaliteit door de grote ongelijkheid een serieus probleem is, is ook waar. Het is niet onbegrijpelijk dat mensen als ze in angst leven een kans grijpen zich elders te vestigen.
Maar ook in relatieve zin zijn zwarte Zuid-Afrikanen nog altijd het vaakst slachtoffer van misdaad. Vele onderzoeken lieten zien dat bij zogenoemde plaasmoorde, aanvallen op geïsoleerd wonende witte boeren, huidskleur geen motief is. Om iets aan de ongelijke verdeling van landbouwgrond te doen, moet nieuwe wetgeving het makkelijker maken om ongebruikte grond te onteigenen, maar geen boer is zonder compensatie van zijn grond gezet. Witte Zuid-Afrikanen zijn hun wettelijke privileges kwijt. Maar hoe je de cijfers ook bekijkt, vervolgd worden ze niet.
Dat een kleine groep invloedrijke Zuid-Afrikanen rond Trump-fluisteraar Elon Musk de Amerikaanse president toch heeft wijsgemaakt dat Afrikaners stelselmatig gediscrimineerd worden en gered moeten worden, is de kroon op een jarenlange desinformatie-campagne van radicaal-rechtse groepen wereldwijd. Tot deze week, onthulde de FT, gaf Musks AI-platform Grok gebruikers ongevraagd informatie over de niet bestaande „witte genocide”. Dat zoiets in de VS nu in vruchtbare aarde valt, ondermijnt internationale afspraken over asiel en migratie. Het legt bovendien andermaal een racistische ideologie bloot waar juist in Zuid-Afrika, na de gruweldaden van het apartheidsregime, zo vakkundig mee was afgerekend.
Lees ook
Lees ook: Trumps controversiële vluchtelingenprogramma voor ‘vervolgde’ witte Zuid-Afrikanen is ‘politiek theater’