Hebben we een probleem met de integratie van Marokkanen? Van Kooten en De Bie lieten het veertig jaar geleden al onderzoeken. In een proefopstelling moesten „proefmarokkanen” laten zien hoe bedreven ze waren in „harinkie happen”, hagelslag strooien en de Vlooienmars spelen. Wie slaagde, kreeg een button met „Ikke OK”. De onderzoekers zijn echter geschokt door de magere resultaten: „Ze doen het neusvuil in een zakdoek in plaats van dat ze het als een echte Hollander onder een stoel smeren.”
Om het vijftigjarig jubileum van het satirische tv-duo te vieren (dat overigens 26 jaar geleden uit elkaar ging) maakte de VPRO de compilatiereeks Van Kooten en De Bie: Toen werd nu met iedere aflevering een andere expert die de sketches van weleer plaatst in een actuele context.
De eerste aflevering ‘Het onderbuikgevoel’ (vrijdag, NPO 3) werd aan elkaar gepraat door Lamyae Aharouay, politiek verslaggever van NRC. Eloquent en genuanceerd legde ze de verbanden tussen de sketches van weleer en het huidige heersende populisme. De sketches zijn inderdaad adembenemend visionair. Zoals die over de Nederlandse Volkspartij tegen Enge Buren („Ik ben niet eng. Alleen in mijn zwembroek ben ik eng”) en het plan van Jacobse en Van Es om apartheid in te voeren met „Blankstad” waar je alleen in mag met een pasje, en thuisland Turkenburg in Drenthe „vanwege de ruime mogelijkheden van schapen”.
Maar het is minstens zo interessant om naar de verschillen tussen toen en nu te kijken. Toen was bijvoorbeeld zo’n integratie-onderzoek in de ogen van de tv-kijkers vanzelfsprekend ondenkbaar. Dit onderstreepte het duo ten overvloede door de onderzoekers dr. Gobels en dr. Goring te noemen en ze te sieren met een hitlersnorretje. Nu is de Tweede Wereldoorlog te lang geleden en is het taboe op openlijk racisme verdampt.
Ook de Harvard-student Jur Deitmers weet niet meer wat de Tweede Wereldoorlog was of wie Sinterklaas is. Zo blijkt uit de driedelige documentaire De jongen zonder gisteren (NPO 1). Sinds hij een hersenontsteking opliep in Mexico, is zijn geheugen gewist en moet hij alles opnieuw leren, ook wie zijn ouders en zijn broer en zus zijn. Een angstaanjagend en tegelijk fascinerend lot, dat allerlei vragen oproept: ben je nog jezelf zonder geheugen, of ben je een nieuw mens? Een beter mens wellicht? Wat is aangeleerd, wat aangeboren? Angst, haat, omgangsvormen? Neuroloog Oliver Sacks zou er wel wat mee kunnen.
De documentaire is gemaakt door Ivo Niehe met Josephine van der Erve, WNL-journalist en studievriend van de hoofdpersoon. Van der Erve maakte eerder dit jaar de gelijknamige podcast over de kwestie. Onlangs verscheen ook het gelijknamige boek van Jur Deitmers zelf.
De interessante vragen die het lot van Jur Deitmers oproept, komen de eerste aflevering nog niet aan bod. Eerst krijgen we vrij uitgebreid het verhaal over zijn ernstige ziekte, de bange eerste weken in het ziekenhuis van San Diego. Een grote hindernis is de prominente rol van Ivo Niehe. Hij kauwt alles voor in de voice-over. In zijn beruchte interviewstijl zit het complete antwoord al in de vragen verwerkt, waarna de geïnterviewde alleen nog hoeft te knikken. In een interview met de vader van Deitmers wacht Niehe het antwoord niet eens af. Hij snijdt gewoon weg als zijn vraag is afgelopen.
Dat wreekt zich vooral op het potentieel meest dramatisch moment, als Deitmers in het ziekenhuis voor het eerst achter een piano plaatsneemt. De student is vergeten hoe hij moet lopen of naar de wc moet gaan, maar de muziek uit de film Amélie blijkt nog wel in zijn vingers te zitten. Aangrijpend. Maar helaas, Ivo Niehe praat er doorheen. De wals die Deitmers speelt heet ‘Kinderliedje uit een andere zomer, de middag’.