Tv-recensie | Onze verdediging was niet op orde – ik zag het zowaar ook

„Je noemt dat Geertruida méér kan dan alleen maar langs die lijn stomen”, zei voetbalverslaggever Jeroen Stekelenburg tegen bondscoach Ronald Koeman. „Wat is dan de sleutel – is dat ook eronderuit kunnen spelen?” (Google: ‘Onder de hoge druk uit spelen betekent vaak dat de ruimtes groot zijn, tegen een tegenstander die met veel mensen voor de bal staat.’) „Is dat ook de reden dat Veerman speelt?” (Google: ‘Johannes Cornelis Maria Veerman is een Nederlands voetballer die uitkomt als middenvelder.’)

Het zijn moeilijke weken voor sportmijders. Op meerdere tv-zenders zorgt het EK voetbal voor een avondvullend program: voorbeschouwing, wedstrijd, nabeschouwing; oranjequizje hier, oranjequizje daar – en hee, had Johan Derksen eigenlijk nog een mening? Op andere zenders lijkt intussen (gelijktijdig met de weeromslag) de zomer nu echt aangebroken, en daarmee ook het herhalingenseizoen.

Herhaling of voetbal, herhaling of voetbal… dinsdag was er geen ontkomen meer aan, al helemaal gezien het de beurt was aan ‘onze jongens’. Die moesten het opnemen tegen Oostenrijk (ihre Jungs). Het mijden moe had ondergetekende zich erbij neergelegd: er moest over voetbal worden geschreven. Zo kwam het dat ik rond vijven op een leeglopende kantoorverdieping fanatieke pogingen deed om sportjargon te ontcijferen, met de voorbeschouwing (NOS) geopend in het ene tabblad en Google in het andere. Maar de moed begon weg te ebben tijdens een interview met Koeman, die vragen beantwoordde over de nieuwe opstelling.

„Veerman heeft tegen Frankrijk niet gespeeld vanwege de positie Griezmann”, zei Koeman. (Google: ‘Antoine Griezmann is een Frans voetballer die doorgaans als schaduwspits of vleugelspeler speelt.’) „En je hebt een tegenstander die vaak veel ruimte weggeeft; als je heel goed ziet wanneer je wel kort kunt spelen en opbouwen… maar als je niet kan: gooi ’m maar diep.” (Google: ‘?’)

En toen moest de eerste helft nog beginnen. Terwijl de commentator een lijst namen en termen opdreunde waar niet tegenop te googelen viel, weerklonk ergens de uitspraak die een gymdocent zo’n twaalf jaar geleden deed, toen hij me weer eens rood en ontredderd aan de zijlijn trof: „Jij bent vast ergens ánders heel goed in.”

Bij de receptie

Met stille trom vertrekken tijdens de rust was er ook al niet bij, want bij de receptie zat portier Dennis, die ik eerder op de dag (toen nog met enig zelfvertrouwen) op de hoogte had gesteld van de voornemens om voetbal te kijken. De wedstrijd was nog niet afgelopen, merkte Dennis op. Hij wees naar het scherm aan de muur, ingeschakeld op NPO 1. We konden hier toch samen kijken?

Dat kon. Dennis bleek commentator en Google in één, en niet te beroerd om het geheel een persoonlijke touch te geven. De eerste helft was weinig aan geweest, vond Dennis; de tweede was dan wel weer entertaining, ook al werden een paar mooie kansen niet benut. Onze verdediging was niet op orde, zag ik dat ook? Ik zag het zowaar ook. Ondertussen scoorde Polen gelukkig wel een doelpunt tegen Frankrijk – een meevaller voor Dennis’ Poolse buurman (tevens voetballiefhebber). Dat was ’m gegund. Ineens vloog de wedstrijd voorbij. 3-2 voor Oostenrijk: wel jammer, geen ramp. We waren toch door, legde Dennis uit.

„Ik zal zeggen dat jij me door de wedstrijd heen hebt geloodst”, zei ik rond achten. Er zou nog een avond van nabesprekingen volgen: Marco van Basten ging dingen vinden, Jaap Reesema ging de boel in een koddig liedje verwerken. Maar na Dennis’ bondige analyse was die hele fanfare overbodig. Hij leunde lachend op de balie. „Schrijf maar op dat je voetbal hebt gekeken met portier Dennis”, zei Dennis. Bij dezen.