
‘Is het een kwestie die misschien nog wat beter besproken had moeten worden?’, vroeg Jeroen Pauw. „Want er wordt gezegd: als Israël zo stevig optreedt, waarom mag dat land dan wel op het Songfestival zingen en Rusland niet, bijvoorbeeld.” Begripvolle blikken aan de ronde tafel van Bar Laat (BNNVARA), waarover dinsdag trots een rood-wit-blauwe vlag was gedrapeerd. „C’est la vie”, stond er in koeienletters op gedrukt: de titel van het lied waarmee Claude zojuist Nederland had vertegenwoordigd bij de eerste halve finale in het Zwitserse Bazel. En gezien de gunstige uitslag mag hij dat zaterdag nog een keer doen.
Voor Songfestivalfans is dat doorgaans onverdeeld goed nieuws: de droom van de grote winst blijft in leven, je mag je niet-Songfestivallievende vrienden een paar dagen langer op de zenuwen werken. Vooral van dat laatste kan ik erg genieten. Toch voel ik dit jaar weinig aandrang om onwillenden tot de Eurovisiekerk te bekeren en wist ik tot deze week vrijwel niets over de huidige inzendingen. Er bleek veel tussen te zitten waar ik meestal gelukkig van word: Belgen in rode latex, een Zweedstalige lofzang op de sauna. Maar ik kon niet hetzelfde enthousiasme opbrengen dat laat op de avond aan Pauws tafel wel voelbaar was.
Ook Pauw begreep dat er wolken boven Bazel hingen. In het reclameblok voor de uitslag had Oxfam Novib een sober spotje laten afspelen, dat enkel bestond uit tekst. Pauw liet het nog eens zien. „Meer mensen hebben jouw stem nodig vanavond. 2,1 miljoen Palestijnen in Gaza worden afgesloten van voedsel en water. Dit is onmenselijk. Spreek je uit. Trek die rode lijn. Sta op voor Palestina.”
Donderdag staat Israël gewoon in de tweede halve finale. Voor sommige Songfestivalfans is dat reden om niet te kijken. En hoewel niet iedereen voor een boycot is, vertegenwoordigen de afhakers geen marginale mening: van de 18.000 leden van het EenVandaag-opiniepanel vindt meer dan de helft dat Israël had moeten worden uitgesloten, maakte het AVROTROS-programma maandag bekend. Eerder ondertekenden oud-deelenemers al een brief van ‘Artists for Palestine’, waarin ze stelden dat de Israëlische publieke omroep „medeplichtig is aan Israëls genocide op de Palestijnen in Gaza”.
Verboden regenboogvlag
„Daarom voelde het misschien toch ook een beetje vreemd, deze halve finale”, dacht Jamai nu. „De wereld staat in feite in brand, en hier wordt alleen maar geglimlacht: er is niets aan de hand, we stomen gewoon met z’n allen verder.” Er ontstond een korte discussie in Bar laat. Edsilia Rombley wilde de liedjeswedstrijd als mogelijkheid tot verbinding blijven zien. „Dat was vroeger het mooie van het Songfestival: dat je allemaal verschillende culturen en geloven bij elkaar krijgt.” „Maar dan vind ik het heel raar dat de regenboogvlag – die staat voor gelijkheid, acceptatie – verboden wordt”, zei Paul de Leeuw, doelend op het besluit van de EBU dat artiesten alleen nog de vlag van hun eigen land mogen laten zien, dus geen Palestina- of Pridevlaggen.
„Goed”, zei Pauw voor de sfeer verder kon omslaan; „we gaan toch even naar vroeger. Toen was het allemaal misschien ook wel beter.” Het was tijd voor clipjes uit een steeds verder verleden: ‘Arcade’ uit 2019, ‘Hemel en aarde’ uit 1998, ‘De oude muzikant’ uit 1973.
Ik had de afstandsbediening al vast toen het late NOS-journaal begon. Netanyahu was van plan „de militaire operatie in Gaza de komende dagen uit te breiden”, zei de presentatrice, en ik bleef luisteren hoe de eufemismen steeds vager werden; nog vager dan „stevig optreden”. Het kabinet maakte zich zorgen over „de situatie in Gaza”. In die woorden hoor je geen geweld van genocidale leiders terug. Geen platgebombardeerde ziekenhuizen en verhongerde kinderen. Ze klinken als iets dat vanzelf komt en gaat, zonder aanwijsbare oorzaken of concrete slachtoffers. Als een ongelukkige samenloop van omstandigheden waar je van een afstand naar wijst en zegt: erg hè? Dat dat nou moet gebeuren.
Mijn huis klonk heel stil toen ik de tv eindelijk had uitgezet. Ongemakkelijk stil. En ik weet niet of het vroeger nou echt beter was. Misschien dat ik vroeger gewoon minder wist.
