Meteen na aankomst van Ali B in de rechtbank ging het los. Telegraaf-verslaggever Saskia Belleman, gepokt en gemazeld in strafzaken, reeg met 44 tweets in een uur (replies niet meegerekend) een gedetailleerd verslag aan elkaar. Minder zakelijk commentaar, racistisch (over de verdachte) en misogyn (over de slachtoffers), kolkte toen al door de sociale media.
Het tekent de opgekookte opwinding over de zaak rond de 42-jarige tv-persoonlijkheid, beschuldigd van aanranding en verkrachting. De showprogramma’s waarin hij jarenlang een graag geziene en besproken gast was moesten toen nog, ongedurig knauwend op hun bit, op hun beurt wachten.
Maar ‘s avonds was het zover. In het showbiz-vlaggenschip van RTL, RTL Boulevard, werd de zaak een half uur lang van onder tot boven bekeken, om niet te zeggen betast. Vraag van Boulevard-verslaggever aan Ali B, die ochtend in de Haarlemse rechtbank: „Vind jij jezelf een seksueel roofdier?”
In de studio steeg de psychosociale diagnose daarna naar grote hoogte. Met termen als „grootheidswaanzin”, „schaamteloos”, „wel emotie, maar geen tranen” (waar was dat zakdoekje voor nodig?) en waarnemingen als „ik zag een man die veel is vreemdgegaan”. Gelardeerd met anatomische details uit de aanklachten. Sporadisch klonk een nuchterder geluid (nee, het was niet zijn idee om vlak voor de rechter te gaan zitten, dit was gewoon de opstelling in die zaal).
Kort voor aanvang van het evenement had Ali B de media die zich bij de rechtbank om hem verdrongen nog een veelzeggend quid pro quo gevraagd: „Ik heb altijd respect gehad voor jullie, mag ik dan nu ook een beetje respect.”
Het leidde tot een ontroerend moment van journalistieke zelfreflectie aan de Boulevard-balie: „Het moet allemaal voor mij nog een beetje bezinken”, deelde een van de verslaggevers zijn gevoelens. „Ali” had in de gangen van de rechtbank als gedaagde nog familiair met hen staan praten, kón dat wel? „Ontzettend ongepast”, vond de Boulevard-man die de roofdiervraag had gesteld. „Hij wilde mij ook spreken, maar ik ben weggelopen.” Knetterende kortsluiting in het entertainment-universum: van knuffel-coryfee tot paria, hoezo even goeie vrienden? Ja, de media geeft (geven) en de media neemt (nemen). Een collega zocht naar de balans: „Wij hebben het tweeëneenhalf jaar over hem gehad, dan mag hij toch ook iets tegen ons zeggen?”
Recht op een eerlijk proces
Je hoort geregeld praten over trial by media, onlangs nog hier en daar in de ophef rond Ronald Plasterk, de afgeketste premier. Vaak wordt met die uitdrukking dan bedoeld ‘heel veel negatieve media-aandacht’ voor een persoon (waar de spreker het niet mee eens is), wat toch iets anders is. De term slaat eigenlijk op premature veroordeling van een verdachte door media en opinie tijdens een lopende rechtszaak, en dan vooral een met jury.
Typisch voorbeeld: de rechtszaak van sekteleider Charles Manson in 1970, over wie president Nixon alvast het schuldig uitsprak, bijna aanleiding voor een nietigverklaring. Of het spektakelproces tegen O.J. Simpson (1995) en, recenter, de smaadzaak van acteur Johnny Depp tegen zijn ex-geliefde Amber Heard, die op zittingsdagen online weerzinwekkende golven vrouwenhaat over zich heen kreeg.
Ali B vond dat ook hem onrecht werd gedaan. Hij had niks misdaan, zei hij, maar was „al twee jaar veroordeeld voor de suggestie”. In de rechtszaal klaagde hij, treurig verongelijkt: „Ook een BN’er heeft recht op een eerlijk proces.”
Wij kennen geen jury-systeem, maar zoals Belleman twitterde: rechters „baseren zich niet op wat er in de media wordt geschreven, maar op de informatie in het dossier en wat Ali B hier in de rechtbank zegt.”
Fleur Agema had plannen met het ziekenhuislandschap. Ze ging het beter inrichten, spreiden, veranderen en aanpassen. Een nieuw landschap creëren. Dat ze de kans kreeg dat te doen was heel erg bijzonder. Daar was ze dan ook zeer dankbaar voor. Ik hoorde het haar zondagmorgen zeggen in Buitenhof (AVROTROS/BNNVARA) en vroeg me af of het aan mij lag dat ik niet begreep wat de zorgminister bedoelde; dat me hetzelfde gevoel bekroop als wanneer ik tien generieke LinkedIn-posts lees van mensen die super dankbaar zijn dat ze aan abstract klinkende uitdagingen mogen beginnen.
De vragen van presentator Twan Huys waren concreet genoeg. Hij wilde zijn gast laten reflecteren op twee zaken: de dreigende uitlatingen van Agema en haar partijleider die steeds het nieuws haalden en samenwerking met andere partijen bemoeilijkten, en de loze toezeggingen die de PVV in verkiezingstijd had gedaan. De partij beloofde toen de zorg in het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen op het huidige niveau te houden, maar nu moest Agema toch mededelen dat een deel van de spoedeisende zorg er niet behouden kon blijven.
Wat dat eerste punt betrof vond Agema het vervelend dat haar woorden als dreigend waren geïnterpreteerd. Dat ze na gemor uit de Eerste Kamer over het ingaan van het staatsnoodrecht had gezegd nog wel eens te willen zien „wie zo stoer is om het tegen te houden”, was natuurlijk niet dreigend bedoeld. Het speet haar dat anderen daar anders over dachten en het speet haar dat het nu over die uitspraak moest gaan, terwijl ze het liever wilde hebben over de zorg.
Want: „Wat wél gelukt is”, zei Agema, „en daar ben ik het ziekenhuis en de zorgverzekeraar heel erg dankbaar voor, is dat als op enig moment het personeelstekort wél wordt opgelost – daar gaat het ziekenhuis zijn enorme best voor doen, maar ook de plannen die ik heb met het landschap om de regio aantrekkelijker te maken om je te vestigen… als het wél lukt om de personeelstekorten op te lossen, wordt in de plannen – dus de nieuwbouwplannen, architectonische plannen en de grondaankoop – rekening gehouden met het bijbouwen van de benodigde gebouwen, en de zorgverzekeraar is dan bereid om de rekening op te pakken.”
Bilhoelahoep
Wat was er gebeurd met de partij van de klare taal? Met afnemend zelfvertrouwen spoelde ik het citaat zes keer terug. Een deel van de zorg moest weg vanwege het personeelstekort, maar mocht dat personeelstekort worden opgelost, dan konden er nieuwe gebouwen worden gebouwd. Klopte dat? Was m’n hoofd misschien al verzadigd van het rijke spelshowaanbod dat het weekend met zich meebracht? Op RTL mochten BN’ers elkaar elimineren (Expeditie Robinson) en executeren (De Verraders Halloween); op SBS6 probeerden semi-bekende Nederlanders zo snel mogelijk zonder handen zure matten op te eten (De Alleskunner: VIPS) en probeerden onbekende Nederlanders te raden of de wereldkampioen hoelahoepen haar eigen record bilhoelahoepen zou verbreken (JA of NEE). Het antwoord was overigens ja. Andrea M. hoelahoepte bijna een uur met haar billen. Het magische was dat ze tot vijf jaar geleden als wetenschapper had gewerkt aan de universiteit. Toen pakte ze plots een hoelahoep op – „And I never looked back”.
Ik had me eraan gelaafd met een overgave die niet goed voor je kan zijn, bedacht ik me zondagochtend somber terwijl Huys begon te citeren uit het PVV-verkiezingsprogramma: „Onze regering reageert op personeelstekorten door de zorg dan maar op te heffen. Dat is niet nodig!” Begreep hij goed dat dat in Heerlen nu wél nodig was? Nee, dat was te kort door de bocht, zei Agema. Bovendien ging zij „als eerste minister ooit onderdelen uit de marktwerking halen”. Ik kon janken van opluchting toen Huys antwoordde: “Wat betekent die zin?”
Goed eten, uitstekend weer en een driedaags programma dat de prominentie van het Europese voetbal viert. Terwijl competities een dag of tien pauzeren vanwege interlandwedstrijden, verzamelden vertegenwoordigers van honderden voetbalclubs uit heel Europa afgelopen week in Athene voor de jaarlijkse bijeenkomst van hun branchevereniging, de ECA.
Voormalig bondscoach van Engeland Gareth Southgate vertelde over leiderschap, de Nederlandse Harvard-professor Anita Elberse doceerde sportmarketing en Financial Times-journalist Simon Kuper had het over voetbal in een post-Messi-en-Ronaldo-tijdperk.
Een uitgebreide sessie over het voetbal ‘post-Diarra’ was misschien logischer geweest. Want niet Messi of Ronaldo, maar de relatief onbekende oud-profvoetballer Lassana Diarra heeft een schok teweeg gebracht die de verhoudingen tussen clubs onderling én die tussen clubs en spelers blijvend en ingrijpend kan veranderen. Daarbij hebben clubs, vooral die in de subtop en hogere middenmoot van de voetbalpiramide, op het oog het meeste te verliezen.
Nauwelijks anderhalf A4’tje
Ruim een week is verstreken sinds het Hof van Justitie uitspraak deed in de geruchtmakende zaak die Diarra bijna tien jaar eerder bij een Belgische rechtbank had aangespannen tegen de FIFA. Hij vocht de FIFA-regels aan omtrent „contractbreuk zonder geldige reden”. Die bepalingen, nauwelijks anderhalf A4’tje tekst, hadden voor Diarra zware consequenties.
De Franse voetballer kreeg een boete van 10,5 miljoen euro en werd voor vijftien maanden geschorst nadat hij zijn verbintenis met Lokomotiv Moskou had verbroken, volgens de FIFA zonder geldig excuus. Tegelijkertijd kon geen club hem in dienst nemen zo lang Diarra overhoop lag met zijn voormalig werkgever, op straffe van een jarenlang transferverbod én aansprakelijkheid voor de boete die Diarra moest betalen.
Diarra haalde uiteindelijk zijn gelijk, de hoogste Europese rechters oordeelden hard over de betwiste FIFA-regels. Ze stelden dat de vermeende doelstellingen weliswaar gerechtvaardigd kunnen zijn: enige stabiliteit garanderen in de selecties van clubs en daarmee van competities, een prikkel creëren om te investeren in de opleiding van jeugdspelers en voorkomen dat de internationale krachtsverhoudingen al te scheef worden. Maar de manier waarop de wereldvoetbalbond de regels poogt af te dwingen is volgens de rechters „buitenproportioneel” en „niet noodzakelijk”.
Saillanter nog, het Hof vermoedt dat de betwiste transferregels zijn opgesteld met het specifieke doel de mededinging te beperken en financiële belangen van clubs te dienen. Conclusie: ze zijn in strijd met Europees recht.
Hart van het transfersysteem
De FIFA reageerde laconiek. De „kernprincipes” van het transfersysteem staan overeind, stelt FIFA-jurist Emilio Garcia in een drieregelig statement. Slechts twee paragrafen van twee bepalingen uit de transferregels zijn „ter discussie gesteld”. Dat klopt, reageert hoogleraar sportondernemingsrecht Robby Houben (Universiteit van Antwerpen), „zoals het hart ook maar een klein onderdeel is van het menselijk lichaam. Maar haal je het eruit, dan is het lichaam dood”.
De spelershandel, hoeksteen van de voetbaleconomie waarin jaarlijks miljarden omgaan, drijft op de zekerheid dat spelers min of meer eigendom zijn van clubs en hun contract praktisch niet kunnen opzeggen. Zonder die garantie is het even zin- als roekeloos om transfersommen te betalen die kunnen oplopen tot tientallen, soms zelfs honderden miljoenen euro’s.
En zonder hoge transfersommen komt het bedrijfsmodel van talloze clubs direct in gevaar. Vooral ‘opleidingsclubs’ als Ajax, Feyenoord en PSV, maar ook Borussia Dortmund, Sporting Lissabon en Anderlecht, zijn bijzonder kwetsbaar wanneer ze geen geld meer kunnen verdienen met hun talenten.
Toch merkte Jaap van Baar, financieel directeur van PSV, nog geen paniek onder zijn collega’s in Athene. Al is het sentiment wel wat veranderd sinds de uitspraak, zegt hij. Daarvóór leken clubs zich niet echt druk te maken om de zaak, nu beseffen clubbestuurders en -juristen dat er „een oplossing moet komen”.
Maar hoe die eruit kan zien en tot stand moet komen? „Daar durft niemand uitspraken over te doen. Veel clubs verschuilen zich nog achter het argument van onzekerheid en onduidelijkheid rond de uitspraak.”
Vacuüm
Het is de vraag hoe lang dat nog kan. Over minder dan drie maanden begint de winterse transferperiode. Het is wachten op een ontevreden speler die zijn contract inlevert. Omdat een speler naar een club wil waar hij veel meer kan verdienen, of bijvoorbeeld omdat hij is teruggezet naar het reserveteam – van oudsher een effectieve methode om overbodige spelers tot een transfer te bewegen.
Zo’n voetballer straffen volgens de FIFA-regels is vanaf nu onmogelijk, zegt Houben, de sanctiebepalingen rond contractbreuk zijn door het Hof de facto doodverklaard.
Dus wat gebeurt er dan? Niemand durft het met zekerheid te voorspellen. Maar in eerste instantie is in elk EU-land het nationaal arbeidsrecht van toepassing dat ook geldt in andere bedrijfstakken. Dat betekent door de bank genomen dat werknemers compensatie verschuldigd zijn die in het niet valt bij de draconische sancties die voetballers tot vorige week vrijdag tegemoet konden zien bij contractbreuk. Ook hebben clubs die zo’n speler in dienst nemen normaal gesproken weinig meer te vrezen.
Als ik accountant was, zou ik al toevoegen aan de jaarrekening dat ik niet kan garanderen dat de boekwaarde van de spelers verzilverd kan worden
Of clubs in deze omstandigheden bereid zijn nog grote transfersommen te betalen, is zeer twijfelachtig. „We bevinden ons nu in een vacuüm”, zegt sporteconoom Kieran Maguire (Universiteit van Liverpool). Voor grote afboekingen op het spelerskapitaal van clubs vindt hij het nog te vroeg. „Maar als ik accountant was, zou ik al wel een opmerking toevoegen aan de jaarrekening dat ik niet kan garanderen dat de boekwaarde van de spelers verzilverd kan worden.”
De enige manier om het vacuüm te doorbreken, is door aanpassing van de regels. Bij voorkeur in samenspraak met clubs en spelers. Kom je tot gezamenlijke afspraken over een nieuw transfersysteem, dan ontsnappen die aan mededingingsbezwaren, net als cao-akkoorden in andere sectoren. Roy Vermeer, jurist van de internationale spelersvakbond FIFPro, zei onlangs tegen NRC dat zijn organisatie graag in gesprek gaat met de FIFA en vertrouwen heeft in een compromis.
Voor spelers is een ineenstorting van het transfersysteem dan ook niet per definitie goed nieuws. Als transfersommen min of meer verleden tijd zijn, blijft weliswaar meer geld over voor salarissen. Maar dat is vermoedelijk vooral goed voor voetballers in de absolute top, dáár worden immers de grote transferbedragen betaald.
Het zijn de (hoge) middenmoters en subtoppers die op dit moment het meest profiteren van het transfersysteem, wijst onderzoek uit. Die clubs – waaronder Ajax, Feyenoord, AZ en PSV – zullen zonder transfersysteem juist aanzienlijk minder geld overhouden voor salarissen, of om te investeren in jeugdopleidingen.
Bovendien is te verwachten dat clubs terughoudend worden met het aanbieden van langjarige contracten als die geen meerwaarde meer bieden, zegt Maguire. En juist die langere verbintenissen geven spelers een beetje zekerheid in een wereld van korte carrières en het voortdurende risico op blessures. Maguire: „Be careful what you wish for, zou ik spelers adviseren”.
Sterkere onderhandelingspositie
Dat neemt niet weg dat voetballers door Diarra een sterkere onderhandelingspositie hebben gekregen tegenover clubs. Straffen voor contractbreuk moeten hoe dan ook worden afgezwakt om acceptabel te zijn binnen het mededingingsrecht, valt af te leiden uit het arrest. Dat betekent, behalve waarschijnlijk lagere transfersommen, meer vrijheid voor spelers. Het Hof suggereert dat Belgische arbeidsregels op dit terrein kunnen volstaan. In dat geval zou compensatie ter hoogte van het resterende loon voldoende zijn om een contract eenzijdig op te zeggen.
Jaap van Baar van PSV gaat er voorlopig vanuit dat er een andere formule komt om compensatie te berekenen, die meer tegemoet komt aan de belangen van de clubs. „Niemand weet precies waar het naartoe gaat”, zegt hij. „Maar ik zie niet zo snel een scenario waarin wij erop vooruitgaan.”
Terwijl Europese regeringen onder druk van radicaal-rechts eisen dat de EU een harder migratiebeleid voert, blijkt in de praktijk dat dit allang gebeurt. Er waren al langer signalen, maar nieuw onderzoek van NRC, onderzoekscollectief Lighthouse en acht Europese mediapartners laat nu voor het eerst overtuigend zien hoe de EU in Turkije meebetaalt aan de gedwongen en vaak gewelddadige uitzetting van asielzoekers naar onder meer Syrië en Afghanistan. Een centrale rol hierbij is weggelegd voor de 32 detentiecentra die Turkije inmiddels rijk is. Naar vrijwel alle centra, zo werd vastgesteld, stroomt in meer of mindere mate Europees geld.
Daarmee wordt van alles gefinancierd: uitbreidingen, renovaties, de verhoging van hekken, spullen voor de inrichting. Wat de EU echter vooral doet, is de ogen sluiten. Vluchtelingen worden aangehouden en (waarschijnlijk ook) uitgezet met busjes waar een EU-logo op staat. In de centra leven ze in mensonterende omstandigheden, dicht op elkaar gepakt. Ze worden geslagen of bedreigd als ze niet meewerken aan hun „vrijwillige terugkeer”. Hun verklaring om ‘vrijwillig’ te vertrekken wordt vervolgens op camera vastgelegd. Vragen om een advocaat levert eveneens klappen op.
In 2016 sloot de EU een migratiedeal met Turkije. Het zou meer vluchtelingen opvangen in ruil voor financiële steun. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is echter nooit goed van de grond gekomen: de EU zou voor elke door Turkije opgevangen Syriër zelf ook een Syriër opnemen. Dat is maar mondjesmaat gebeurd, en in combinatie met de economische crisis in Turkije is het draagvlak voor asielzoekers ingestort. De nadruk ligt nu op uitzetting. De Turkse minister van Binnenlandse Zaken Ali Yerlikaya spreekt trots van „de grootste deportatiegolf aller tijden”.
Lees ook
Mishandeld in een Turks uitzetcentrum. ‘Dit project is gefinancierd door de EU’
De Europese Commissie ontkent niet dat er problemen zijn, maar legt de verantwoordelijkheid bij Turkije. Dat is te gemakkelijk, het gaat immers ook om EU-geld. Bovendien zijn er sterke aanwijzingen dat het beleid behalve mensonterend ook contraproductief is. De jacht op asielzoekers en het vooruitzicht van een gewelddadige uitzetting naar onveilige landen zorgt ervoor dat nog meer mensen snel naar de EU willen. Het wordt gezien als een belangrijke pushfactor naar Europa. Illegale migratie is geen ‘natuurfenomeen’, maar het resultaat van politieke keuzes.
Met het ontwikkelen van een migratiebeleid is op zichzelf niets mis, maar als het niet werkt of leidt tot grove mensenrechtenschendingen, dan wordt het tijd om iets anders te proberen. De EU vergrijst snel. Het opvangen van deze vergrijzing kan met meer of met minder migratie, maar in beide gevallen gaat het om keuzes met consequenties. Het is de taak van de politiek om dit uit te leggen. Als Europeanen menen dat ze zonder migratie kunnen, zullen ze (veel) langer moeten doorwerken of genoegen moeten nemen met een lager welvaartsniveau. Dat kan ook, in Japan is het zo gegaan, maar als er geen bereidheid is om offers te brengen, zal migratie waarschijnlijk nodig zijn.
In de eerste plaats is een slim migratiebeleid nodig. Niet met de ogen dicht, maar met de ogen open. Een beleid waarbij het toelaten van asielzoekers een gecontroleerde keuze is. Helaas gaat het debat een andere kant op. Voor de top van EU-leiders deze week, die onder meer over migratie zal gaan, is de denkrichting duidelijk: het falende EU-model in Turkije is wat veel EU-regeringen betreft juist de blauwdruk voor menig ander land rondom de Middellandse Zee.
Lees ook
‘Grove schendingen van mensenrechten met medeweten van Europese Unie zijn onacceptabel’