Tv-recensie | Laat deelnemers aan ‘Wie is de Mol?’ minder praten en meer in actie zien

Er wás nog helemaal geen Mol. Spelleider Rik van de Westelaken vertelde dat aan een groep van tien bekende Nederlanders, die zich voor de gelegenheid hadden verzameld op een Cambodjaans helikopterdek. De kandidaten had net al onverwachts een test moeten doen. Die bestond maar uit één vraag: „Wie is de Mol?”

Heel gek natuurlijk, want ze waren amper aan het spel begonnen, en bovendien bestaan die tests doorgaans juist uit een heleboel vragen. Het beeld wisselde tussen het moment dat de kandidaten de test invulden en achteraf opgenomen monoloogjes, waarin de deelnemers reflecteerden op wat er die dag allemaal was gebeurd. Oud-commando Ray Klaassens „had er al wel een beetje over nagedacht”, actrice en presentatrice Nora Akachar werd „helemaal paranoia” en in het hoofd van acteur Teun Luijkx „gebeurden meerdere errors”.

Maar nu zaten ze dus op dat helikopterdek en meldde Van de Westelaken triomfantelijk dat de Mol nog gekozen moest worden – iets wat in het verleden altijd ruim vóór de opnames gebeurde. „Krankzinnig”, zou even later worden geoordeeld in napraatprogramma ‘MolTalk’ (AvroTros). En voor wie vreest dat we ook van dít krankzinnige moment niet exact weten welke gedachtes er bij de deelnemers door het hoofd schoten: geen zorgen. Dat weten we van elk moment in ‘Wie is de Mol?’ (AvroTros). Zo dacht actrice en zangeres Maaike Martens : „Wát?” Fotograaf en programmamaker Stijn de Vries dacht: „Dit programma is zó slecht voor je hoofd.” Luijkx dacht: „Alles kan omdraaien in dit spel, en dat vind ik het mooie eraan.” Akachar dacht: „Dit spel is één en al mindfuck.” En acteur Gabriel Martina dacht: „Ja. Lijp.”

Het zal tv-kijkend Nederland niet zijn ontgaan dat ‘Wie is de Mol?’ zaterdag weer is begonnen. Het programma, waarin een groep kandidaten door middel van opdrachten probeert geld in te zamelen terwijl één van hen stiekem de boel saboteert, blijft een jaarlijkse hype. Terecht: het is een gouden concept voor liefhebbers van listen, bedrog en intriges. Toch lukt het me de afgelopen jaren steeds minder om me aan die hype over te geven. Dat zit zo: driekwart van ‘Wie is de Mol?’ bestaat uit kandidaten die uitleggen hoe het is om mee te doen aan ‘Wie is de Mol?’ – terwijl ik gewoon graag wil zíén hoe ze meedoen aan ‘Wie is de Mol?’. Wat schiet je op met commentaar als: „Ooh, daar is Rik”, wanneer Rik van de Westelaken komt aanlopen? De gemiddelde kijker heeft zelf al gezien dat Rik daar is en is er reeds van op de hoogte dat het spel lijp is. Je kunt prima zonder dat commentaar.

Meestervervalser

In al zijn barmhartigheid hield AvroTros dit weekend ook rekening met kijkers die ‘Wie is de Mol?’ niet zo lijp vinden, maar wel graag programma’s kijken over goed doordacht bedrog. Zondagavond zond de omroep Ivo Niehes documentaire Het geheim van de meestervervalser uit, over de inmiddels 82-jarige schilder Geert Jan Jansen. Met zijn vele vervalsingen hield hij jarenlang niet alleen kunstexperts voor de gek, maar ook grote kunstenaars zelf: onder meer Karel Appel erkende een van Jansens vervalsingen als zijn eigen werk.

De documentaire presenteert Jansen als een nuchtere, innemende man; een ijverige anti-held die eigenhandig de kunstwereld op z’n kop zette en uiteindelijk wegkwam met zes maanden voorarrest. Ook Niehe zelf vermaakt zich duidelijk goed met het verhaal: hij giechelt zich bij vlagen door de (vrij aanwezige) voice-over heen en verliest zich op vreemde momenten in zijn eigen meligheid. „Jansen kreeg advies van een van zijn celgenoten!”, zegt hij bijvoorbeeld opgetogen. „Detail: die had de keel van zijn echtgenote doorgesneden. Die had de aanslag overigens wel overleefd. Maar die lieve celgenoot had wel een tip: neem een advocaat in de arm.” Hm. Ook van dit programma zou je kunnen zeggen: gouden concept, maar het commentaar mag een tandje minder.