Tv-recensie | ‘Kijkcijfernachtmerrie’: na klap in zijn gezicht stond deze Jesus niet meer op

In slow motion veranderde zijn gezicht even van vorm. Neus, lippen, wangen – voor fracties van een seconde rekten ze zich uit en trilden als gelatinepudding, alsof ze zelf kort vergaten welk lichaamsdeel ze moesten zijn. Jesus Gaspar-Diaz was net in zijn gezicht geslagen – heel hard, pats, met de vlakke hand. Vrijwillig, dat wel; al was er op de slowmotionbeelden weinig meer van zijn goede zin te zien. Toen zijn gezicht weer op een gezicht leek rolden Jesus’ ogen omhoog en zakte zijn lichaam naar beneden.

Hij viel blindelings achterover, recht in de armen van twee in het zwart geklede mannen die erop toe moesten zien dat hier niemand rechtstreeks naar het hiernamaals werd geslagen. Ze legden hem netjes op de grond terwijl de scheidsrechter tot zestig begon te tellen. Als Jesus binnen die minuut kon herstellen, was hij aan zet. Dan mocht hij zelf een klap uitdelen aan de getatoeëerde kerel die hem net had neergemept. Maar het mocht niet zo zijn: heel anders dan zijn beroemdste naamgenoot lukte het Jesus niet om weer op te staan.

Op vrijdagavond had ik er geen weet van dat dit alles zich afspeelde op Veronica. Ik wist überhaupt niet dat er zoiets bestond als een Power Slap-kampioenschap. Daar kwam ik zaterdagmiddag pas achter, via het Instagram-account van kijkcijferoloog Tina Nijkamp. Zoals vaker zocht zij de zwaarste bewoordingen om de laagste scores mee te omschrijven. Voor Power Slap kwam ze onder meer uit op „totaal gecrasht”, „komt niet meer goed” en „de allergrootste kijkcijfernachtmerrie van de avond EN 2025 tot nu toe”. Dat vond ik zo verdrietig dat ik besloot om het kampioenschap terug te kijken. Dat was toch weer één paar ogen erbij.

Vanaf dat punt zou het alleen maar verdrietiger worden, want het voornoemde paar ogen zag hoe vier setjes grote mannen elkaar hard in het gezicht sloegen in een zaaltje in Las Vegas, totdat één van de twee niet meer aanspreekbaar was. Dan kreeg de ander een kampioensgordel omgesnoerd, wat gepaard ging met gebrul en gezwaai met vuisten. Soms kreeg je zicht op het publiek: mensen die grijnzend achteroverleunden in hun stoeltjes, eventueel met een telefoon bij de hand. Samen vulden ze misschien een derde van de zaal. Veel stoelen waren leeg gebleven. Als de klap hard genoeg was deden de mensen die wel waren komen opdagen hun mond en ogen heel ver open. Hun gezichten herinnerden me aan de enige keer dat ik iemand een klets tegen zijn wang heb gegeven en zijn mond en ogen van verbazing drie perfecte cirkeltjes vormden (het spijt me nog steeds, Karel). Maar wij waren toen basisschoolkinderen. Dit waren volwassen mensen.

God

In een studio in Nederland leverden nog twee volwassen mannen commentaar bij de wedstrijd: presentator Mark Schaaf en voormalig kickbokser Remy Bonjasky. Ze kwamen niet veel verder dan dingen herhalen die de Power Slappers hadden gezegd in hun voorstelvideo’s. Jesus woonde met zijn moeder in een klein huis in een achterbuurt en hoopte met zijn deelname het nodige geld te verdienen om samen naar een fijnere plek te verhuizen. Zijn tegenstander noemde zichzelf K.O. Chris, had een vrouw en vijf zoons en achtte de kans aanwezig dat God deze sport speciaal voor hem had geschapen. „Een mooie tegenstelling”, vonden Schaaf en Bonjasky. „Een levensgevaarlijke vader tegen iemand die voor zijn moeder vecht.” Ja, dat vonden ze heel mooi om te zien.

Toen ik genoeg had van treurige dingen terugkijken ging ik over op leuke vooruitkijken en nam ik alvast het hele seizoen van Chateau Promenade (NTR) door. Ook Promenade worstelde meer dan eens met lage kijkcijfers. Nu filosofeerde Henry van Loon in een Frans bos: „Stel, je hebt een televisieprogramma – maar er kijkt niemand naar. Is het dan wel op tv geweest?” In het geval van Promenade zou ik zeggen: ‘ja’. Maar in het geval van Power Slap… nou, dan neig ik toch naar ‘nee’.