Tv-recensie | Inflatie aan woorden die op de zenuwen werken

‘Graaiflatie’ vond ik al moeilijk te verteren; het woord zelf wellicht nog meer dan de betekenis ervan. Soms gebeurt dat: dat een woord je even onverklaarbaar als onontkoombaar op de zenuwen werkt. De rest van Nederland dacht daar anders over en verkoos graaiflatie in 2023 tot Woord van het Jaar. Soit: zo’n verlies heb je dan te nemen. Dat daarna ‘krimpflatie’ zijn opmars maakte, leek logisch – het vervolg op een succesnummer. Op het moment dat de Consumentenbond dinsdag de term ‘beknibbelflatie’ introduceerde kon ik dat nog net accepteren als slot van een ongelukkige trilogie. Maar toen Beau (van Erven Dorens) in Beau (RTL) de kijker ook nog wees op ‘A-merkflatie’, was ik toch écht even uitgeflatied: het woord figureert inmiddels in zo veel samenstellingen dat het zelf aan waarde inboet (inflatieflatie?).

Al moet gezegd dat Joyce Donat, woordvoerder van de Consumentenbond, de trits termen met de nodige schwung uitlegde aan Beaus talkshowtafel, waarop een flink aantal aan beknibbelflatie onderhevige producten stond uitgestald. Voor kijkers die de weg waren kwijtgeraakt in het inflatiedoolhof was er eerst een opfriscursus: van graaiflatie spraken we toen bedrijven de prijzen van producten stiekem meer verhoogden dan nodig was. Van krimpflatie toen verpakkingen werden verkleind om prijsverhogingen te verhullen.

Van beknibbelflatie spreken we nu wanneer fabrikanten op dure (belangrijke) ingrediënten bezuinigen. Donats favoriete voorbeeld: de lekkerbekjes van Albert Heijn bevatten voorheen 75 procent vis, nu 55 procent. En dan is er dus nog A-merkflatie, waarbij producenten de verpakking van kwaliteitsmerken even groot maken als die van huismerken, maar er minder product in stoppen. Dat klonk inderdaad behoorlijk schandalig allemaal en termen als ‘graaien’ en ‘beknibbelen’ bevestigden het beeld van de hebberige producent versus de arme consument. Wij tegen Zij: voer voor wantrouwen en verontwaardiging.

Psychiatrische problemen

Hoewel die gevoelens in dit geval aardig op hun plek leken, was het fijn dat er dinsdagavond ook twee programma’s te zien waren waarin nuance de boventoon voerde. Allereerst was daar documentairemaker Jessica Villerius, die in haar serie Verward (BNNVARA) onder meer stilstond bij de vraag wie nu precies verantwoordelijk is wanneer iemand met psychiatrische problemen een misdrijf begaat. In plaats van een eenduidig antwoord te formuleren op die schuldvraag, bracht Villerius knap en empathisch de complexiteit rond verwarde personen in kaart, die lang niet altijd op passende hulp kunnen rekenen.

Ook journalist Natascha van Weezel toonde zich op haar best in de eerste aflevering van het nieuwe seizoen Oorlog is erfelijk (EO), waarin ze intieme gesprekken voerde met de Nederlands-Oekraïense oud-voetballer Jevgeni Levtsjenko en de Joodse actrice Isa Hoes. Beiden spraken openhartig over de invloed die de Tweede Wereldoorlog op hun (groot)ouders had gehad. De trauma’s bleken groot en werden van generatie op generatie doorgegeven. Gedurende de aflevering herinnerde stichting War Child, die aan de serie meewerkte, de kijker er regelmatig aan dat ook nu kinderen opgroeien in oorlog en daar blijvende gevolgen van ondervinden. Die pijnlijke realiteit zal weinigen zijn ontgaan: je hoeft maar een willekeurig nieuwsbericht te kijken om er weet van te hebben.

Zo hebben nieuwskijkers dagelijks genoeg aanleiding om kwaad naar bed te gaan – of het nou om oorlog gaat, tekorten in de zorg, graaiende supermarkten of iets anders. Je kunt je soms ineens zo tekort voelen schieten wanneer al het onrecht dat van je tv-scherm spat, je krantje vult of je feed binnensluipt almaar meer van je boosheid opeist; haast nog meer dan je te bieden hebt. Kwaaiflatie, zou ik haast zeggen. Laat de Consumentenbond het niet horen.