Adoptie is toch ook een verhaal van hoop en geluk, zei Lingo-legende Lucille Werner woensdag in Renze (RTL 4). Als adoptiemoeder verzette zij zich tegen het kabinetsbesluit van deze week om internationale adoptie per direct te verbieden. Haar woorden „hoop en geluk” zorgden een dag later in Sophie & Jeroen (NPO 1) voor een sterke reactie. Radiomaker Mischa Blok werd er onwel van, zei ze: „Deze houding heeft ervoor gezegd dat die misstanden al die jaren konden gebeuren.”
Wat Blok bedoelt: adoptie is zo lang en effectief als goed doel gepresenteerd dat de vele gevallen van kinderhandel, kinderroof, corruptie en fraude door de vingers werden gezien. We gingen toch een baby’tje uit een arm land redden? Nou dan! Maar adoptie is nooit een mooi verhaal, ook als de procedure wel ordentelijk verloopt. Hoop en geluk? Niet voor de moeder die haar kind afstond. En vaak ook niet voor de geadopteerde.
Drie van de vier geadopteerde vrouwen bij Sophie & Jeroen hadden een schrijnend verhaal over ondeugdelijk verlopen adoptie. De Koreaanse moeder van Mischa Blok kwam thuis van haar werk en ontdekte dat de vader haar kind had weggebracht. Kelly-Qian van Binsbergen heeft vervalste adoptiepapieren en heeft dus geen idee waar ze vandaan komt. In Nederland verzwegen haar Zeeuwse ouders hun drankzucht bij de adoptieaanvraag. De man van de kinderbescherming deed net alsof hij niet zag dat ze boven een seksshop zou opgroeien. Van Binsbergens documentairereeks over adoptie, De Afhaalchinees, is genomineerd voor de Nipkowschijf.
Gek genoeg zat er toevallig een sportpresentator aan tafel die besloot zich er ook in te mengen, terwijl duidelijk was dat hij tot vijf minuten daarvoor nooit over adoptie had nagedacht. En zonder hem waren er toch al te veel gasten. Hierdoor beroerde het gesprek alleen de oppervlakte van het probleem. De sportpresentator en de andere voorstanders van adoptie aan tafel wezen erop dat de kinderen die nu niet geadopteerd mogen worden, in een kindertehuis zullen blijven, waar ze vermoedelijk slechter af zijn. In plaats van een algemeen verbod zou je de misstanden kunnen tegengaan. Maar dat is tot nu toe niet gelukt, mede omdat de Nederlandse staat nooit echt kan controleren wat er in de geboortelanden gebeurt.
Freudiaanse club
Ook in Nederland kan het trouwens goed fout gaan, blijkt uit de tweedelige documentaire Peter en Erik van Jesse Bleekemolen. De Groningse aardappelboer Peter Anema ontdekte op zijn zeventiende dat hij een tweelingbroer had: de journalist Erik Hulsegge. Ze waren na de geboorte gescheiden en apart geadopteerd. Nu willen ze weten waarom ze gescheiden werden.
Met de hulp van onderzoeksjournalist Myrthe Buitenhuis ontdekken ze dat één lid van de Raad van de Kinderbescherming toentertijd zijn zin had doorgedrukt. Terwijl er ook in de jaren zestig al best wat verzet was tegen de beslissing. Het ging om psychoanalist Harry Koster die de theorie aanhing dat tweelingen zich ongezond ontwikkelen als ze samenleven.
De Amerikaanse documentaire Three Identical Strangers komt ter sprake. Daar werd een drieling gescheiden voor geheim nature-nurture-onderzoek. Zouden Peter en Erik hier ook slachtoffer van zijn? De freudiaanse club van Koster had banden had met de betrokken Amerikaanse kinderpsychiaters.
Helaas wordt dit deel niet opgehelderd. Mede omdat de kinderbescherming de kaken op elkaar houdt en de archieven gesloten. De tweelingbroers zijn niet de enige geadopteerden die op zoek naar hun herkomst tegen een muur van zwijgen en geheimhouding aanlopen. „Er zijn alleen maar slachtoffers”, zegt Erik. „Onze complete jeugd is ons ontnomen. Diegene die dit in gang gezet heeft, heeft veel kapot gemaakt.”