Op donderdagmiddag, om dertien minuten voor vijf, werd de missie tot een succesvol einde gebracht. Het bewijsmateriaal verscheen op de olympische liveblog van de NOS. ‘Tijdens de Olympische Spelen heeft het Scheepvaartmuseum in Amsterdam de deuren geopend voor roeifans’, stond in het bijschrift van een net geplaatst filmpje. ‘Supporters die niet afreizen naar Parijs kunnen op een groot scherm de Nederlandse verrichtingen volgen.’
In de beelden zaten voornoemde roeifans – een clubje van zo’n twintig enthousiastelingen – vanaf oranje TeamNL-strandstoeltjes naar een projectiescherm te kijken, waarop de roeifinales live werden vertoond. Ze leunden ver voorover, hun ogen groot en hun mond een beetje open, tot de gespannen ‘aaah’-s en ‘oooh’-s overgingen in uitgelaten gejuich – de gouden medaille was binnen voor de vrouwen vier-zonder. Dat wil zeggen: een boot zonder stuurman, waarin vier vrouwelijke roeiers ieder roeien met één riem.
Misschien is dat algemene kennis, maar tot een dag of twee geleden had ik me er nooit van op de hoogte gesteld dat je één, twee, vier of acht roeiers in een boot kwijt kunt, die dan met één of twee riemen hun werk kunnen verrichten, of dat er óók nog onderscheid is tussen het wel of niet aan boord hebben van een stuurman. Sport volgen is een sport an sich, en daarmee knap lastig als je geen geboren sporter bent. Maar wanneer de Olympische Spelen de hele programmering overnemen, is het in een tv-rubriek ook niet houdbaar om hardnekkig over sport te blijven zwijgen. In de olympische geest van ambitie en wilskracht besloot ik me daarom een hoog doel te stellen: erkend sportliefhebber worden. En wel binnen 24 uur.
Trainingsschema
Speciaal voor sportvrezende lezers volgt hieronder het gevolgde (zeer haalbare) trainingsschema. Met nog een ruime week aan Olympische Spelen te gaan, is er tijd zat om zelf het roer om te gooien.
1) De oriëntatiefase: leen de mening van een kenner
Vraag een kenner om oriëntatiepunten. Schroom niet om die vraag zo open mogelijk te formuleren: kijk gewoon eens wat er gebeurt wanneer je begint met een aftastend „Wat vind jíj dat ik moet vinden van de Olympische Spelen?”. Dat loont vooral als je de mazzel hebt een kantoor te delen met een voltallige sportredactie, die je er dan bijvoorbeeld op kan wijzen dat sommige commentatoren – met name oud-judoka Henk Grol – eerder bezig zijn met het supporten van Oranje dan het semi-neutraal duiden van de wedstrijd.
Is zo’n sportredactie niet in zicht, dan volstaat het vanzelfsprekend om de meest overtuigende sportfanaat in je omgeving te benaderen.
2) De selectie: kies de sport die je wil liefhebben
Tijd om te bepalen welke sport jouw speciale interesse verdient. Houd je doel haalbaar: eén sport liefhebben is voldoende om jezelf met recht een sportliefhebber te noemen. Check voor je de knoop doorhakt eventueel waar nog medailles worden verwacht (in dit geval leek roeien een voor de hand liggende optie). Een succesvolle sport liefhebben is toch net een beetje leuker.
3) Het kenniskwartier: verzamel de feiten
Stel een lijstje op van belangrijke namen en termen (bijvoorbeeld ‘Marloes Oldenburg’ en ‘vrouwen vier-zonder’). Leer bij voorkeur minstens drie namen uit je hoofd zodat je je aantekening er niet bij hoeft te pakken als iemand vraagt wie je favoriete sporter is.
4) Het uur U: word één met sportliefhebbers
Het moment is aangebroken om je bij andere sportliefhebbers te voegen, gezamenlijk de commentatoren te becommentariëren en onderdeel te worden van hun ‘aaah’-s en ‘oooh’-s. Die medesportliefhebbers vind je bijvoorbeeld op watchparty’s, net als afgelopen donderdag in het Scheepvaartmuseum.
En heb je écht veel geluk, dan legt de NOS die watchparty vast, en kun je de beelden laat in de middag terugkijken op een liveblog. ‘Roeifans genieten in Scheepvaartmuseum’, stond er boven het filmpje. Een roeifan zou ik wel een sportliefhebber durven noemen. Ja – mijn doel was behaald.