Tv-recensie | Het probleem van de klein geschapen man zit meer in zijn hoofd dan in zijn broek

Matthijs Janssen vindt zijn penis te klein. Hij is daar zo onzeker over dat hij geen relaties durft aan te gaan. Hij durft sowieso van alles niet. Wat hij dan weer wel durft, is zijn probleem aankaarten op televisie voor 81.000 kijkers. Hij ziet zijn tv-optreden als onderdeel van zijn „reis naar zelfacceptatie”.

In de documentaire Short Dick Man (NPO 3) ensceneert regisseur Willem Timmers allerlei angstaanjagende situaties voor de onzekere Janssen. In decors met figuranten kan die zo oefenen met zich omkleden in de kleedkamer, plassen in een urinoir en zich in de slaapkamer uitkleden voor een date. Bloot douchen gaat hem te ver – hij houdt zijn wijde zwembroek aan. De meest bijzondere oefening is dat hij zijn moeder zijn haar laat wassen – in een poging terug te keren naar de jaren vóór de grote schaamte.

Grote geslachtsdelen zijn de norm. Zeker in de porno. Janssen liep zijn schaamte op door naar porno te kijken. In een kelder vol klassieke beelden vertelt een deskundige dat in de oudheid een kleine juist het schoonheidsideaal was. Teken van verfijning en beschaving. Een forse roede vonden ze barbaars. Het christendom veranderde dat. Het doel van seks werd voortplanting, niet genot, en dat zou beter gaan met een grote.

Dat Janssen het leed van de klein geschapen man bespreekt op tv, vermoedelijk voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse televisie, blijft me fascineren. Waarom delen mensen hun intiemste zaken met de natie? Halverwege zegt hij tegen Timmers dat hij niet wil doorgaan met de documentaire. Helaas gaan ze daar niet dieper op in. Verder mistte ik wat verbreding. Het zou een groter verhaal kunnen zijn over dwingende normen in schoonheid en seks.

Pas op driekwart van de uitzending gaat Janssen naar een uroloog. Die pakt zijn meetlat erbij en concludeert dat hij met dertien centimeter een gemiddeld lid heeft. Niets aan de hand. Het helpt, maar niet helemaal. Het probleem zit meer in zijn hoofd dan in zijn broek. Dappere man, Matthijs Janssen.

Klushuis

Veronique en haar broers gaan samen „een flipavontuur” aan. In het tweede seizoen van De Moeite Waard (RTL 4) kopen zij voor drie ton een klushuis in Utrecht. Dat willen ze samen opknappen en doorverkopen. In het eerste seizoen zagen we al dat je daar flink op kan verdienen.

Maar eerst komt aannemer Bob Sikkes langs. Hij zit in meer woonprogramma’s van RTL zoals Kopen zonder kijken. Zijn rol hier is bedenkelijk kijken en de overmoed van de flippers temperen. Vorsend kijkt hij rond in de bouwval. „Wat komt er tot je?” vraagt presentator Tijl Beckand aan de verbouwgoeroe. De zus en de broers hebben geen enkele kluservaring, dat baart Sikkes zorgen: „Als je het erover hebt van ‘ik heb wel eens een kastje in elkaar gezet’ en ‘ik heb ook wel eens een hamer vastgehouden’… ik weet niet of dat het uitgangspunt is.”

Dat wordt natuurlijk een ramp, denk je dan als kijker. Ook uit leedvermaak, laten we eerlijk wezen. Op tv verschijnen doorlopend mensen die veel avontuurlijker zijn dan ik, dan is het aardig als zo’n durfal op zijn bek gaat.

En er gaat van alles mis. Veronique kan nauwelijks de sloophamer optillen. Raak slaan is ook een probleem. Als ze een geiser willen verwijderen, moeten ze ter plekke googelen hoe dat zit met de leidingen. De verbouwing duurt langer dan beraamd, de kosten lopen op, een broer krijgt een burn-out.

Maar ze blijven van elkaar houden en het lukt wel degelijk. Zelfs Bob Sikkes vindt dat ze het goed hebben gedaan. Na een half jaar zwoegen kunnen ze het huis verkopen voor 4,4 ton. Hoera! Enigszins laat vraagt Veronique zich echter af: „Staat dit wel in verhouding tot wat we erin hebben gestoken?” Per persoon hebben ze er 15.000 euro aan verdiend. Zes maanden werk, dat is 2.500 bruto per maand. Beneden modaal. De bescheten tv-kijker kan weer tevreden terugzakken in zijn bank.