Tv-recensie | Hartverscheurend om te zien dat Freek de pijn niet meer kan verdragen – hij wil zoveel en kan zo weinig

De documentaire Omarm me (NPO 2) is het meest aangrijpende uur televisie dat ik in lange tijd heb gezien. Het gaat over Freek, een aimabele jongen die een vrolijk jaar beleeft. We zien hem in een helikopter boven Manhattan vliegen, feesten op een dancefestival. Steeds omringd door liefhebbende, zorgzame vrienden en familie. Freek gaat op zichzelf wonen en geeft een groot feest voor zijn eenentwintigste verjaardag. Dat verjaardagsfeest is echter ook zijn afscheidsfeest.

Door zuurstofgebrek bij zijn geboorte heeft Freek cerebrale parese, hij kan zijn spieren niet aansturen. Hij zit in een rolstoel, heeft altijd pijn, kan niet praten. Met een laser op zijn bril kan hij wel een toetsenbord bedienen waardoor hij kan communiceren met de buitenwereld. Ook krijgt hij een spraakcomputer. We zien hem in de supermarkt rondrijden, hij zegt „goedemorgen” en „mooi weertje” tegen de andere klanten die daar nauwelijks op reageren. Communicatie blijft een probleem.

Hij typt sombere zinnetjes: „Machteloos eenzaam gevangen.” En: „Ik verlang naar de vrijheid dat ik los ben van mijn lichaam.” In het zwaar gehandicapte lichaam zit weliswaar een sprankelende, intelligente geest, maar de levenslust is er vanaf. Altijd pijn, hij wil zoveel en kan zo weinig. Lang hoopte Freek dat het beter zou worden, maar dat is niet zo. Nu wil hij euthanasie. Uit zijn lichaam.

Dat is hartverscheurend maar wel begrijpelijk, dankzij dit liefdevol portret van regisseur Wytzia Soetenhorst. Andere programma’s als Je zal het maar hebben laten doorgaans mensen met een beperking zien die een enorme levenskracht hebben. Die er wat van maken. Dat is natuurlijk geruststellend, en een tegenstelling die het goed doet op tv. Maar Omarm me laat zien: soms is alle liefde en schoonheid gewoon niet toereikend.

Dankzij de spraakcomputer kan Freek ook zelf de voice-over doen van de documentaire. Soetenhorst maakt er spaarzaam gebruik van. Liever laat ze zonder commentaar de zwijgende Freek zien in zijn dagelijkse leven. Ook mooi is de afwijkende interviewmethode die ze kiest: de neef van Freek probeert te verwoorden wat Freek voelt, die daar dan bevestigend „ja” op zegt. Ongeveer het enige woord wat hij kan zeggen.

Terug naar het woonwagenkamp

Ook Louisa voelde zich gevangen in haar lichaam. Maar voor haar was er wel een uitweg. Ze werd geboren als de jongen Lowieke in een woonwagenkamp in Venlo. Als transmeisje werd zij daar niet geaccepteerd, ze moest het kamp verlaten en was een tijdje dakloos. Samen met haar man Rowan heeft zij sinds 2014 haar eigen serie op vrouwenzender TLC. In de nieuwe reeks Louisa & Rowan: Terug naar het kamp keert Louisa voor het eerst sinds jaren terug naar de gemeenschap van ‘reizigers’ die haar verstootte. Het duo gaat tijdelijk in een caravan wonen om rondrijdend de reizigerscultuur te onderzoeken.

Bovenstaande inleiding geeft misschien de indruk dat dit een serieus programma is over transgenderisme en gemarginaliseerde groepen. Louisa & Rowan is echter puur amusement waarin het duo van alles onderneemt louter omdat het vermakelijke tv oplevert. Het ongemak van een caravan in de winter is daarin belangrijk, alsmede de bonte aankleding. Louisa en Rowan lopen rond in huispakken waardoor ze eruitzien als enorme knuffeldieren. Een priester komt met wierook en wijwater hun caravan inzegenen. Nicht Johanna, die tot de vaste entourage behoort, legt uit: „We zeggen al heel snel: wij zijn vervloekt, dus dan kan zo’n gebed geen kwaad.”

Dikke pret, maar terloops krijg je zo wel een kijkje in het leven van reizigers. En er is ook ruimte voor serieuze gesprekken. Onder het genot van een kop „kamperssoep” vraagt Louisa aan het echtpaar Ben en Jaan hoe het zit met de acceptatie van hun zoon die gay is. Nou dat ging moeizaam, maar ze zijn bijgedraaid. Jaan zegt: „Vroeger was het een schande maar nu mogen de homo’s trouwen en is het normaal. Het zijn ook mensen net als wij ook.”

Louisa zegt dat ze liever gewoon een jongen was geweest, waarna Jaan haar geruststelt dat ze nu eenmaal zo geboren is. Dat doet Louisa zichtbaar goed: „Mijn vader dacht dat het door Jerry Springer kwam.”