Tv-recensie | Had Theo van Gogh zich overeind kunnen houden in vertrut Nederland?

Welmoed Sijtsma had Theo van Gogh: de hunkering (BNNVARA) alvast bekeken. „Ik vond het indrukwekkend om te zien in wat voor tijd we toen leefden”, zei Welmoed, „in vergelijking met nu. De wereld is veranderd in die jaren.” Yoeri Albrecht – baas van De Balie, Van Gogh-versteher en maandagochtend te gast in Goedemorgen Nederland (WNL) – knikte. „Zeker”, zei Albrecht, „de tijden zijn enorm veranderd. Vertrut, zou ik zeggen. Ik zou bijna zeggen, met een heel chic woord: een soort hervictorianisering van de tijd. We zijn preuts geworden. Als je de vrijheid en het gemak ziet van die jaren…”

Ik vond het lastig maandag, zal ik ruiterlijk toegeven. Toen regisseur, filmmaker en interviewer Van Gogh in 2004 overleed was ik acht; ik ben een oude gen Z’er of een jonge millennial, net welke kant je op wil. Dat maakt me vermoedelijk een van de voortrekkers van vertrut Nederland (mea culpa), en als jonge burgertrut is de haat-liefdeverhouding tussen Nederland en Van Gogh er eentje die me nooit echt heeft aangesproken. Tegelijkertijd is hij gruwelijk aan zijn eind gekomen en valt de impact van die moord niet te onderschatten. Op de doden katten is weinig chique en een nationaal trauma recenseren voelt ook nooit verstandig – dus wat schrijf je dan, met je vertrutte vingertjes, over de nieuwe documentaire over de provocatieve kunstenaar?

Ter voorbereiding keek ik ’s ochtends naar Goedemorgen Nederland, waar de docu (die ’s avonds zou worden uitgezonden) werd voorbesproken. Al gauw verschoof het onderwerp van het gesprek van persoonlijke anekdotes – Van Gogh belde Albrecht elke dag rond vijven om op hoge toon het nieuws door te nemen – naar de vraag hoe hij in het hier en nu zou gedijen. Niet goed, dacht De Telegraaf-verslaggever en medegast Silvan Schoonhoven. „Ik vraag me af wat er van Theo zou overblijven in deze tijd: zou hij zich anno 2024 overeind kunnen houden? Zou hij zich in zijn graf omdraaien als hij zou kijken naar deze tijd waarin alles gevoelig ligt en tenen langer zijn dan ooit?”

Strafrechtadvocaat Jillis Roelse dacht er hetzelfde over: „Je mag ook trots zijn op de westerse beschaving, met de gelijkheid tussen man en vrouw, daar mag je best voor opkomen” (nooit verkeerd om te benadrukken in een WNL-programma). Dat soort discussies mijden we nu in Nederland, vond Roelse, in verband met „discriminatie, enzovoorts”. Zo riep de aflevering uiteindelijk meer vragen op dan dat zij had beantwoord, met ‘heeft iemand deze mensen al op de hoogte gebracht van de verkiezingsuitslag’ als de meest prangende.

Katten en een wasmachine

Omdat het ’s ochtends niet gelukt was in de materie te komen deed ik ’s avonds extra mijn best met de eerste aflevering van de vierdelige docu. Moeilijk was dat niet: De Hunkering is prachtig gemaakt en slim gemonteerd. Archiefmateriaal illustreert de woorden van een enorme hoeveelheid geïnterviewde vrienden en familieleden, buurvrouwen en klasgenoten, bekend en onbekend. Uit hun verhalen klinkt afwisselend bewondering en afschuw voor een man die snoeihard en poeslief kon zijn, altijd ongrijpbaar, met een onmiskenbare aanleg voor ontregeling.

Ook van Van Goghs film Luger werden beelden gebruikt. Een controversiële film was het geweest, legde een van de geïnterviewden uit, met een gruwelijke scène met katten en een wasmachine. In het scherm verscheen een man die twee katten in een wasmachine schoof – ik zette de tv meteen uit. Bijzonder truttig, besefte ik beschaamd toen ik de scène googelde en tot de conclusie kwam dat die katten natuurlijk niet écht een wasje hadden meegedraaid. Maar, schrale troost: toen de film uitkwam in 1981 begrepen mensen dat ook niet en zegden flink wat vrijzinnige tv-kijkers hun abonnement op bij de VPRO, die de wasmachinescène had uitgezonden. Zo erg zijn de tijden nou ook weer niet veranderd.