Heeft u ook zo gesnakt naar talkshows deze zomer? Jeroen Pauw verwoordde maandag in het AD de klacht dat de publieke omroep deze zomer geen talkshows had terwijl er heel veel nieuws was om te bespreken. „Een ongelooflijke fout” noemde hij het. Om aan deze schrijnende misstand een einde te maken, begint hij volgende week met Sophie Hilbrand aan de nieuwe talkshow Bar Laat – een week eerder dan gepland.
Als er deze week op de publieke zenders wel een talkshow was geweest, wie zouden er dan hebben gezeten? NS-directeur Wouter Koolmees over de najaarschaos die hij heeft aangekondigd? Charles Groenhuijsen over de Democratische Conventie in Chicago? Minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) met Mikael, het kind dat zij het land gaat uitzetten? De twee meisjes die met „brandende handtasjes” een Alkmaars winkelcentrum in de brand staken?
Afgezien van dat laatste duo heb ik ze allemaal niet gemist. Talkshows hebben namelijk vrij weinig met nieuwsvoorziening te maken. Het is amusement, babbelprogramma’s waarin voornamelijk mensen met een mening gemoedelijk samen keuvelen, gelardeerd met artiesten en tv-makers die iets komen verkopen. Je wordt er weinig wijzer van. Kritisch doorzagen is niet de bedoeling, want ongezellig.
Wanneer je wat verdieping zoekt naast het journaal kun je uitstekend bij Nieuwsuur terecht. Dat had dinsdag een uitstekende reportage over de Democratische Conventie waarin aanwezigen het belang van Joe Bidens presidentschap duidden. Daar heb je dus geen Charles Groenhuijsen voor nodig. Hoofdgast in Nieuwsuur was Fred Westerbeke, korpschef van de Rotterdamse politie. NRC berichtte dinsdag over grove misstanden bij zijn korps. Westerbeke had er „pijn in de buik” van. Verder zei hij vrij weinig. Hij was de misstanden al aan het bestrijden, zei hij. „Casuïstiek…keuzes maken… met het team in gesprek.” Was hij spraakzamer geweest in een talkshow? Dan was hij met fluwelen handschoenen aangepakt en had hij ongeveer dezelfde ingestudeerde zinnen gezegd. Bij Nieuwsuur kreeg hij tenminste wat kritische vragen voorgeschoteld
Indringende beelden
In Redding na de Ramp (NPO 2) behandelt Welmoed Sijtsma iedere week een ramp uit het recente verleden. De gimmick is dat ze een overlevende koppelt aan diens redder van weleer, na een zoektocht à la Spoorloos. In het gunstigste geval leidt dat bij beiden tot een betere verwerking van de ramp. Het programma is een Nederlandse bewerking van het Britse Saved by a Stranger. De reeks opende vorige week met de tsunami van 2004, de tweede aflevering ging over de vuurwerkramp in Enschede van 2000.
Nee, dit programma gaat niet over de oorzaak en de nasleep van de ramp, maar over de belevenis van één overlevende. Dit is emo-tv. Na indringende beelden van het moment van de ontploffing – die ik nooit eerder zag – vertelde overlevende Gaël dat hij als veertienjarige bij een brandje stond te kijken, dat de ontploffing hem door de lucht slingerde, hoe zijn buik vol betonbrokken zat en hoe hij bijna doodbloedde in een gang van een huis.
Dan brengt Sijtsma hem bij brandweerman Ronald die hem toen redde. Het verhaal over de ramp blijft indrukwekkend, maar de zoektocht naar de brandweerman was kinderlijk eenvoudig. En de ontmoeting tussen de redder en de geredde viel tegen. Er gebeurde niet zo veel tussen die twee. Gaël was blij dat hij nog leeft. Ronald was blij dat hij destijds Gaël heeft kunnen helpen want die redding gaf nog een klein positief tintje aan de rampdag. Samen keken ze uit over het grasveld waar ooit de ontplofte vuurwerkfabriek stond.