Tv-recensie | Een postkoloniale detective vol lol

De opgewektste detectiveserie speelt zich al ruim twaalf jaar af op de Cariben: Death in Paradise. De detective, sinds 2011 te zien, begint met een vrolijke instrumentale versie van de ska-klassieker ‘You’re wondering now’, en heeft het fictieve eiland Saint Marie als decor. De Britse inspector woont in een houten huis aan het strand met zijn hagedis Harry, en zijn team van plaatselijke medewerkers vinden hem aandoenlijk klunzig, maar bewonderen ook elke keer zijn scherpe blik. Behalve dat de serie inmiddels aan zijn vierde Britse inspecteur toe is, is de structuur al die jaren hetzelfde gebleven: er vindt een moord plaats waarvan onduidelijk is hoe die plaats heeft kunnen vinden, iedereen heeft een alibi maar vrijwel iedereen heeft wél een motief. Als de hele boel vast lijkt te zitten, kijkt de Britse inspecteur – die onveranderlijk last heeft van de warmte en bij voorkeur Britse maaltijden eet in plaats van lokale lekkernijen – naar het whiteboard waar de foto’s opgeplakt zijn. En dan krijgt hij een ingeving en laat hij alle verdachten naar de plaats delict komen. Zijn team staat klaar om de arrestatie(s) te verrichten terwijl hij aan de verdachten en de kijkers uitlegt hoe een ‘onmogelijke moord’ toch kon plaatsvinden. De moordenaar is doorgaans een verwende Brit.

Naast de twaalf seizoenen – waarbij een van de eerdere Britse inspecteurs vermoord werd, er één voor de liefde terugkeerde naar Engeland, één heimwee had en een ander nog steeds de liefde zoekt op de Cariben – heeft de serie sinds 2021 ook de goede gewoonte om een kerstaflevering te maken. Er is weinig verschil met een reguliere aflevering – alleen duurt de kerstspecial twee keer zo lang. Een ander verschil: er is kerstversiering op de Cariben, en ondanks de temperatuur draagt de Britse inspecteur een kerstmuts zodra de moord is opgelost.

Er is iets geks met Death in Paradise. Enerzijds is de serie enorm laagdrempelig, zijn er veel witte stranden en biedt de serie escapisme ten top. Anderzijds is het opvallend hoe afwezig de tijdgeest is. Niet alleen de plots komen al twaalf jaar lang zo’n beetje overeen, vanaf het begin af aan was het om de een of andere reden ook logisch dat er een witte Britse agent een team zwarte agenten leidt. Alle drie de inspecteurs werden ingevlogen – omdat de rest van het team kennelijk niet het niveau zou hebben om deze moorden te kunnen oplossen. Op het eiland zelf lijkt ook bijna niemand te werken: het Caribische leven is rum drinken en vis eten.

Sir

Die combinatie van opgewektheid en ongeproblematiseerd kolonialisme – het team staat op voet van gelijkheid, alleen de Britse inspecteur wordt ondanks al zijn onhandigheden, allergieën en zonnesteken steevast ‘Sir’ genoemd – is verbijsterend. Waar Amerikaanse politieseries steeds nadrukkelijk met hun tijd meegaan door institutioneel racisme, seksisme of excessief politiegeweld aan de kaak te stellen, kan Death in Paradise rustig zijn post-koloniale tintje behouden. De serie is enorm populair, werd in 2015 zelfs gelauwerd om de diversiteit van het team, en de kijkers wonden zich bij deze kerstaflevering er vooral over op dat de Britse inspecteur nog geen verhouding heeft met zijn zwarte ondergeschikte.

Voor liefhebbers van escapisme en ongeloofwaardige plots is er ook nog Beyond Paradise. Die serie volgt een voormalige inspecteur uit Death in Paradise die dankzij de liefde nu werkt in een Engelse kustplaats, nog steeds even klunzig is en inmiddels zit opgescheept met een dominante schoonmoeder. Wat aan de Cariben doet denken is de eend die bij de inspecteur op de boot woont (de hagedis is op Saint Lucia gebleven) en die de naam draagt van een zwarte hoofdagent op de Cariben. Ook hier een kerstspecial vol agenten en inspecteur met een kerstmuts op, en punch in plaats van rum. En nog escapistischer: een dief die zijn gestolen waar na vijftig jaar terugbrengt. Het is nu al uitzien naar de Kerst van 2024.