Tv-recensie | Een opmerkelijk optreden van PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie bij Eva Jinek

‘Ik stap niet op. No way.’ Strijdvaardige woorden van staatssecretaris Ingrid Coenradi (Justitie, PVV) in Eva dinsdagavond. Haar optreden in de talkshow op NPO1 was in meerdere opzichten opmerkelijk. Ten eerste dat ze überhaupt in een talkshow verscheen – PVV’ers mijden die doorgaans. Ten tweede dat ze openlijk haar machtige partijleider Geert Wilders weerstond. En ten derde dat ze als PVV’er redelijke, opbouwende dingen zei.

Coenradi kwam vorige week in het nieuws na een ruzie met Wilders, waarbij volgens het AD het schreeuwen door de muren heen was te horen. Om het personeelstekort in gevangenissen op te lossen wil zij desnoods gevangenen eerder vrij laten. Wilders is daar tegen. Over de ruzie zei ze bij Eva: „We hebben een heel pittig gesprek gevoerd”. En: „Ik weet dat ik een harde stem heb, en ik weet niet hoe dun de muren zijn, maar het is niet mijn manier om te schreeuwen. Ik denk dat dat hoort bij fatsoen”. Wilders had haar gedreigd met ontslag, daarover zei ze dus: „No way.”

Nog opmerkelijker dan haar openlijk verzet tegen Wilders was dat de PVV’er een daadwerkelijk bestaand probleem wilde oplossen. Dat gaat lijnrecht in tegen haar partij die doorgaans problemen verzint, oplossingen saboteert en crises uitlokt. „Past u wel bij de PVV?” vroeg presentatrice Eva Jinek. Coenradi gaf geen antwoord, want dat was al duidelijk.

Overigens heeft Wilders zijn ruzie over de gevangenissen al weer vervangen door een nieuwe ruzie over de voorgestelde asielwetten. De Raad van State wil stevige aanpassingen, Wilders weigert dat en dreigt het kabinet te laten vallen. Hierover zei Coenradi: „Op dit moment wordt niemand er beter van als het kabinet valt.”

Als je de talkshows hoort over de asielkwestie zou je bijna vergeten dat vluchtelingen geen probleem vormen en dat het algemene migratiesaldo ook terugloopt. Dat laatste komt mede doordat er meer mensen weggaan uit Nederland. Die 200.000 emigranten gaan in het buitenland allemaal een Bed & Breakfast beginnen.

Dat idee krijg je althans als je de reality-programma’s over emigranten volgt. Dinsdag stonde er twee tegenover elkaar. Het immer populaire Ik vertrek (NPO1) is de oervorm van dit subgenre. Nu de kinderen de deur uit zijn migreren Steef en Yvonne naar het Oostenrijkse bergdorp Bach om een B&B te beginnen in een voormalige swingersclub. Onderweg krijgen ze autopech. Daar aangekomen kunnen ze het huis niet in omdat het nog vol staat met spullen van de vorige eigenaar. Ook heeft de bank het benodigde geld nog niet overgemaakt. En die jacuzzi in de woonkamer laat zich maar moeizaam uitgraven.

Mislukte deelnemers

Op het andere net was Daar gaan ze weer (RTL4) te zien. Dat is een ietwat luie variant: de deelnemers zijn gerekruteerd uit eerdere reality-programma’s. Dat scheelt een hoop castingwerk. Ze hebben zich allemaal al bewezen als goed reality-materiaal. Verder vervult het programma het verlangen om te weten hoe het verder gaat met al die reality-types. Nou, wel goed zo bleek. De mislukte deelnemers die in vorige realityshows met hangende pootjes naar Nederland terugkeerden, zijn gewoon weer elders opnieuw begonnen. Aadje (Ik vertrek, 2020) heeft een herseninfarct gehad waardoor partner Richard al het werk in de B&B alleen moet doen. Ze willen elkaar namen op hun rug laten tatoeëren maar dat gaat mis.

Ik vertrek en zijn navolgers drijven op twee emoties: bewondering voor de onbegrijpelijk optimistische avonturiers, én leedvermaak om alle tegenslag die zij ondervinden. Beide emoties worden versterkt doordat de meeste kijkers lekker thuis op de bank zitten en absoluut niet van plan zijn om huis en haard te verlaten voor een ongewis avontuur waarbij ze de hele tijd buitenlands moeten praten en een uitzichtloze verbouwing moeten trotseren. Ik vertrek? No way!