Tv-recensie | Doodgestoken Kerwin werd niet eens bij zijn echte achternaam genoemd

„Mijn grootste wens is dat de juiste achternaam wordt gebruikt”, zei Erwin Lucas. Veertig jaar lang sprak hij amper over de dood van zijn oudste zoon: Kerwin Lucas. Het deed hem te veel verdriet. Omdat hij mijlenver bij hem vandaan was toen het gebeurde – Erwin in Kaapstad, Kerwin in Amsterdam. Omdat hij per telegram moest vernemen dat zijn vijftienjarige kind was neergestoken en de dader daar geen andere aanleiding voor nodig had gehad dan Kerwins zwarte huidskleur. En omdat zijn zoon in de mediastorm die volgde niet eens bij zijn echte naam werd genoemd. Kerwin Lucas heette ineens Kerwin Duinmeijer.

In het kader van de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie werd donderdagavond Kerwin (NTR) uitgezonden, een stilmakende documentaire over de steekpartij die plaatsvond op 20 augustus 1983 en de boeken inging als de eerste racistische moord sinds de Tweede Wereldoorlog. Na zijn dood werd Kerwin het boegbeeld van een beweging tegen racisme. Maar in de documentaire mocht hij ook weer even de gewone jongen zijn die hij voor hij die gruweldaad was: glimlachend en knipogend op oude videobeelden, door Amsterdam rolschaatsend in zijn favoriete tuinbroek.

Hij was in Amsterdam komen te wonen toen zijn ouders uit elkaar gingen en zijn moeder besloot haar geluk elders te zoeken, samen met haar drie kinderen. Ze verhuisden vanuit Curaçao naar Nederland en belandden in een kleine Amsterdamse woning, naast het huis van de gastvrije familie Duinmeijer (vader, moeder, zoon en dochter). Kerwin sloot een hechte vriendschap met zoon Erik en voelde zich uiteindelijk dermate thuis bij de Duinmeijers dat hij bij ze introk.

Kerwin zal er de gevolgen niet van hebben overzien toen hij de achternaam van zijn eerst-buren-later-huisgenoten invulde op zijn tramabonnement. Nadat hij werd neergestoken namen de politie en vervolgens de media deze naam over en kwam hij bekend te staan als Kerwin Duinmeijer. Ook op andere manieren namen de Duinmeijers de plek van de Lucassen in: ze liepen voorop bij de uitvaart, werden veelvuldig geïnterviewd en stonden al gauw te boek als Kerwins witte pleegfamilie.

Grote broer

„Er is ons veel tekort gedaan”, zei Kerwins broertje Purly in de documentaire. De Duinmeijers kon hij dat inmiddels wel vergeven. Zij werden ook maar overvallen door alle emoties en aandacht. Maar met de manier waarop de media waren omgegaan met de dood van zijn grote broer, had hij wel nog veel moeite. Kerwins echte naam uitvogelen was geen moeite geweest, want die stond gewoon op zijn overlijdensakte. „Ze zijn alleen maar voor het verhaal gegaan van een zwarte jongen in een wit gezin”, zei Purly. Dat punt werd pijnlijk duidelijk gemaakt met archiefbeelden van interviews, waarin bijvoorbeeld moeder Duinmeijer werd gevraagd of ze Kerwin had gezien „als een zwart kind of als je zoon”.

De gedachten konden zomaar uitgaan naar een gesprek dat programmamaker Sosha Duysker voerde in Uit de kramp (KRO-NCRV). Deze documentairereeks, waarin Duysker manieren zoekt om over racisme te praten „zonder in de kramp te schieten”, wordt vanaf volgende week uitgezonden, maar is sinds donderdag alvast vooruit te kijken op NPO Start. In de eerste aflevering kwam hoofdredacteur Seada Nourhussen aan het woord, die met haar tijdschrift One World een voorbeeld van rechtvaardige journalistiek probeert te maken. „Het begint al in taalgebruik: dat je met de woorden die je kiest mensen niet uitsluit of onderdrukt”, zei Nourhussen. „Maar het zit hem ook gewoon in wie je kiest wel of niet een podium te geven.”

In Kerwin werd een stukje van de pijn zichtbaar die jarenlang kan doorwerken wanneer bovenstaande misgaat. „Ik word er verdrietig van”, zei Erwin. „Ze wisten niet dat het mijn zoon was.” Laat het nog maar eens gezegd zijn: hij heette Kerwin Lucas.